
Vanochtend was het spel op de
wagen. Moest ik voorkomen. Misschien een verkeerde tekst, maar zo voelde
het wel. Niet dat ik iets op mijn kerfstok heb, nee erger, op mn darmen.
K zoals dat vroeger werd genoemd. Ik moest mij al vroeg in het
ziekenhuis melden. Toevalligerwijs kwam ik op die zelfde afdeling aan de balie
een oud directeur van mij tegen. Op gehoorafstand noemde ik zijn naam, waarop
hij totaal niet reageerde. Even later kwam hij aan mijn tafeltje zitten, keek
mij aan, maar opnieuw was er geen reactie. Nou geloof ik niet dat hij een
intakegesprek had voor het verkrijgen van een blindengeleidehond. Eerder denk ik
dat hij, zoals in zijn arbeidzame leven ook het geval was, opnieuw zijn
mensenschuwheid niet wist te overwinnen. Heel humaan heb ik de arme man verder
niet lastiggevallen, waarna hij dankbaar (zal toch wel?!) achter zijn krantje
dook.
Lang heeft dit niet hoeven duren, want
vrij snel werd ik bij de arts binnengeroepen. Om voldoende inzicht te krijgen,
kreeg ik daar een medisch diepte-interview, waarvoor de arts zich zelfs
verontschuldigde. Geeft helemaal niet dokter, ik ben gek op
aandacht.
Nadat alle
info was gedigitaliseerd kreeg ik aanschouwelijke voorlichting. Mijn gezwel zit
helemaal onderaan mn darmen. Gek genoeg kwam toen in mij op dat ik ook hierin
een tegenpool van mijn Truus was, onze formule voor 47 jaar gelukkig samen zijn.
Truus had de ziekte helemaal bovenaan haar darmen (slokdarm) en ik juist precies
aan de andere kant (endeldarm). Niet dat dit er ook maar iets toe doet, maar
gewoon een toevalligheid die ik registreerde.
Over de behandeling kon verder nog niets worden gezegd,
daarvoor moet eerst de CT en MRI scan plaats hebben gevonden. Hiervoor heeft
mijn Case Manager, kennelijk een nieuw (prettig) fenomeen in het ziekenhuis, de
afspraken gemaakt. Donderdag aanstaande, waarna dinsdagmiddag de uitslag en
behandelingsmethode met mij wordt besproken.
Dat worden hele spannende dagen, hoewel ik
na vanochtend er toch weer ietsje positiever tegenaan kijk.
|