
Toen de verpleegkundige mij maandag de meest
intieme vragen stelde gaf ik op haar verontschuldiging te kennen dat ik
graag in handen en gek op aandacht ben. Dat blijkt ook wel door mijn
openhartig geschrijf in mn blog, door mij hardnekkig het digitaal openen
van mijn regenjas genoemd. Datgene mij overkomt wil ik, dan wel zo luchtig
mogelijk, met anderen delen. Mochten daar twijfels over zijn, kan ik onthullen
altijd heel blij met de plezierige reacties te zijn.
Ach ja, ik had voor mijn gevoel effe een
intro nodig, om het weer eens over mijzelf te kunnen hebben. Want dat moet,
digitaal mijn week doornemen. Het leek een verschrikkelijke week te worden, wat
zelfs tot aan de eerste woorden van mijn MDL-arts aanhield. Maar, toen kwam de
wending
. Mijn kanker is operabel. Er is heel veel hoop op leven.
De volgende twee dagen ben ik bijna in een
roes, waarin meneer Heineken een niet onbelangrijke rol heeft gespeeld,
doorgekomen. Woensdag reed ik ergens in mijn prachtige regio toen, als zoveel
malen daarvoor, een gelukzalig moment mij overviel. Dit keer met het gevoel dat
ik dit ook het aankomend voorjaar weer mag beleven. Je moest eens
weten, beter van niet, hoe lekker zoiets je donder door raast.
Eigenlijk heb ik een geweldige week gehad.
Vol moraal ben ik donderdagochtend op de sportschool weer met krachttrainingen
begonnen en ondanks dat ik zon drie weken (inclusief vakantie) had gespijbeld,
had ik nog niets op mijn prestaties ingeboet. Nog steeds druk ik 42,5 kilo,
waarmee ik absoluut nog niet voor het watje van het jaar in aanmerking
kan komen. Gezien mijn leeftijd en mijn gemis aan tatoos is het best een
acceptabele prestatie, die ik ondanks alles vast heb weten te houden. Ook elders
binnen mijn trainingscircuit zijn mijn prestaties op niveau gebleven. Geloof
maar dat ik met een blij gezicht de sportschool verliet.
Alsof ik mij nog niet genoeg had bewezen,
was ik de volgende dag de klos doordat een vriendin mij had aangeboden mijn
tuin winterklaar te maken. Niet dat zij daarbij van mij een bijdrage verwachtte,
maar dat is nou eenmaal mijn eer te na. Samen hebben we in anderhalf uur de
zware arbeid verricht. En weer geen centje pijn.
Vandaag wilde ik in
overtreffende trap bewijzen dat er in fysieke zin bij mij totaal nog niets
merkbaar is. Nee, ik heb geen ongewenst gewichtsverlies. Nee, mijn darmen
manifesteren zich niet op een onaangename wijze in mijn onderbroek. Alles is nog
heel normaal. Daardoor wilde ik niet zo maar mijn standaardafstand van 20
kilometer wandelen. Het moesten maar weer eens 25 kilometers worden, zoals ik
dat eind september voor het laatst met de Dam tot Dam liep.
Nou, deze tocht vanuit mijn neefs
Wassenaar, was door de duinen vele malen zwaarder. Maar toch zonder één centje
pijn. Met bijna 6 kilometer per uur liep ik met hartstikkevriendin deze pracht
tocht. Morgen neem ik mijn rustdag, zit ik breedbekkerkikkerend van genoegen op
de bank. Na te genieten van toch een fijne week waarin Kanker fysiek nog geen
vat op mij heeft gekregen. En dat hou ik zo!
|