1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Langer kon ik echt niet
wachten. Weer of geen weer, met 11 graden géén weer dus, ben ik toch naar mn
favoriete kustplaatsje gegaan. Effe lekker vis eten in een Egmondse strandtent.
Op het uit de wind staande schoolbord stond al heel verleidelijk 350 gram tong
voor 23,50 gekrijt. Dat zal effe lekker wezen .
Nou effe niet dus. De gebruikelijke
dinerkaart was voor de lunch niet meer beschikbaar. Vorig jaar nog wel?!
Tja, dat klopt, maar door het slechte weer, waardoor veel minder mensen op het
strand, is er op de dag onvoldoende keukenbezetting om de uitgebreide kaart te
presenteren(!). Eerlijk gezegd vind ik dat gek, maar ja ik ben Herman de
Blijker niet, heb dus te weinig autoriteit (let wel: op dit gebied) om even een
adviesje weg te geven.
Gelukkig had ik wel een tafelgenote waarbij
ik wel De Blijker kon uithangen. Kijk, als ze nou een paar aantrekkelijke
gerechten als middagtoppers aan de lunchkaart hadden toegevoegd, zouden ze
tussen de middag veel meer kunnen omzetten. Zonder op de ongewenste
reactie te wachten rekende ik het zelfs voor.
We hebben nu vooraf een Jus dorange
gedronken, namen een broodje beenham met honing en een broodje geitenkaas, met
daarbij een glaasje rode wijn. Totale kosten 28,30 (excl tip.) Allebei hadden
we wel smoel op die tong gehad, waarbij je per persoon in ieder geval twee
glaasjes witte wijn zou drinken. Dat jusje had je evenzogoed vooraf gedronken.
Na het eten zou er ook minstens nog een kopje koffie ingezeten hebben. Bij
elkaar opgeteld zou je dan minstens 75,= afgerekend moeten hebben. Bijna drie
keer het lunchbedrag!
Ik vrees dat mijn advies in (de stevige)
wind zou zijn geslagen.
Zodra ik mijn toetsenbord wil beroeren, is
het onvermijdelijk dat ik zo nu en dan nog over het laatste halfjaar schrijf.
Alle gebeurtenissen rond de geconstateerde kanker, de operaties, de
herstelperiode en alles wat er mee samenhangt, heeft nog een te grote impact
voor me. Er zijn dingen die gelukkig naar de achtergrond verdwijnen, maar juist
ook zaken die als een soort nieuwe beleving, of meer als andersoortige beleving,
bij mij boven komen. Zo ook de verschillende zaaltjes, met de daar liggende
patiënten, waarop ik terecht kwam.
Chirurgie in combinatie met darmen (en vaak
ook kanker) is nou niet bepaald de meest vrolijke afdeling om op te liggen. Daar
lig je bepaald niet voor je lol. Maar dat zal voor elke ziekenhuisafdeling wel
gelden. Het ene zaaltje was het andere niet, wat natuurlijk heel erg met de
samenstelling van patiënten had te maken. De plezierige momenten, die er ondanks
alles toch waren, kwamen doordat je met een gelijkgestemde, van dezelfde
bloedgroep, op een zaal lag. Over al mijn opnames genomen kwam dat zo nu en dan
voor. Met die mensen zou ik eigenlijk tegelijkertijd op een kamer hebben moeten
liggen. Het begrip verzachtende omstandigheden had dan een heel
andere dimensie gekregen.
Dat brengt mij er op dat je voor het mooie
invloed zou moeten kunnen hebben op de samenstelling van jouw ziekenzaal. Ik zie
daar zelfs handel in. Hiervoor krijg ik een beeld voor ogen, wat een mix geeft
van digitaal vliegtuigstoelen reserveren en een datingsite. Voor het gemak noem
ik deze verbeelde site: InBedBij.nl
Stel je voor, zodra je weet wanneer je op
welke afdeling van het ziekenhuis opgenomen gaat worden, kan je met een
verkregen code van het ziekenhuis naar de website InBedBij.nl, waar je
profielschetsen (inclusief hobbys en voorkeuren), het liefst met foto, van
lotgenoten kunt lezen. Voor meer info is het dan zelfs mogelijk om met hen te
chatten. Heb je eenmaal een keuze gemaakt, kan je die voorkeur aangeven door te
bedden. Bedden staat als nieuw werkwoord voor ziekenhuisdaten. Is dit
bedden wederzijds, heb je bij je ziekenhuisopname een of meerdere date(s) en
kom je met die medepatiënt(en) op één kamer te liggen. Zo krijg je meer invloed
op de leuke(re) momenten.
Die website moet, in samenwerking met het ziekenhuis voor de input, wel
even worden opgezet. Wim, zullen wij m opstarten?
Niet alleen in economisch opzicht verkeert
Europa in een crisis. Meteorologisch gezien hebben we het ook nog nooit zo
slecht gehad. Ik kan mij namelijk niet herinneren dat de vakantiegangers met
Pinksteren de ruiten van hun caravan ijsvrij moesten krabben, alvorens op pad te
kunnen gaan. In bijna heel West Europa verrekken we van de kou. Storm, regen,
zelfs sneeuwbuien en nog geen 15 graden, zelfs in Spanje en Italië. Oké dat zijn
ook de zwakkere landen van Europa, waar men s lands huishoudboekje niet op
orde heeft. Maar dat heeft er niets mee te maken. De euro staat hier volledig
buiten.
Heeft
het dan met het opwarmen van de aarde te maken? Lijkt me niet, dan zou het hier
juist warmer dan normaal moeten zijn. Ik geloof eerder dat men in Oost Europa,
waar het wel warmer dan normaal is, hier de hand in heeft. Ja, letterlijk de
hand, geholpen door de hedendaagse techniek, met dank aan Apple en Google. Want,
volgens mij hebben de weermannen in Oost Europa op hun iPad Google Earth
geopend, de aardbol een paar slagen omgeveegd en door middel van een ons
onbekende, maar heel vernuftige methode zo hun temperaturen met de onze
verwisseld.
Mijn Route 66, van Den Haag via Maassluis naar
Alkmaar, had in 1947 een bijzondere start. Ik werd namelijk in illegaliteit
geboren, een status die naar ik aanneem inmiddels is verjaard. Dat komt doordat
mijn vader valse aangifte heeft gedaan. Ongetwijfeld met de beste bedoelingen,
want kennelijk voorzag hij dat in de Haagse Schilderswijk geboren worden, je in
je levensloop een nauwelijks in te halen achterstand oplevert. Het was ook niet
de bedoeling dat ik in het achterkamertje van oma Kroon ter wereld zou komen.
Mijn ouders hadden namelijk een huis in de nette Zuiderparkbuurt toegewezen
gekregen wat zij, alvorens er in te trekken, nog aan het opknappen waren. Tot
dat moment logeerden zij met mn veertien maanden oudere broer bij mijn vaders
moeder. (Mijn opa was in de Hongerwinter van 1944 gestorven.) Met andere
woorden, ik had nog effe moeten wachten met het geboren worden, dan had mijn
vader legaal Zuiderparklaan 343 als geboorteadres op kunnen
geven.
Nu,
zesenzestig jaar verder, moet ik mijn vader misschien wel dankbaar zijn voor de
upgrading van mijn geboorteadres, want al met al heb ik over mijn levensloop
niet te klagen. Van jongs af aan lonkte de commercie, waar mijn studierichting
vanaf de kleuterschool al volledig op was gericht.
Mijn
vervolgopleidingen verliepen echter veel minder gladjes. Mede door spanningen
thuis, ontstaan door een dreigend faillissement van mijn vaders motorenzaak
(iedereen ging auto rijden), ging ik steeds minder goed leren. Dit in combinatie
met puberaal gedrag ging ik steeds meer van het fenomeen spijbelen genieten.
Voor mijn vader tijd om in te grijpen. Niet, zoals dat heden ten dage zou gaan,
door in overleg met de school mij weer aan leren te krijgen. Nee, ik moest van
school, gaan werken en geld verdienen.
Als werkstudent
had ik inmiddels al de nodige commerciële ervaring opgedaan. Met kerstbomen
verkopen, wat helaas maar twee weken per jaar kan, wat ik overigens niet als een
nadeel beschouwde, maar wat mijn vader als onvoldoende arbeidsinzet zag. Wat ook
gold voor die ene dag in het jaar dat ik op Koninginnedag op het Haagse
Buitenhof oranje speldjes op revers prikte, wat naar ieders eigen inzicht
geldelijk beloond mocht, uhh moest, worden.
Mijn vader zag
meer in het uitbouwen van de portiekenwijk, die ik van een vriend had
overgenomen. Elke zaterdag ging ik met dweil, bezem en emmer mijn wijk in om de
portieken schoon te maken. Met niet te grote inspanningen, verdiende dat goed.
Zeker als het s winters had gevroren, want ook dán kwam de portiekenman,
weliswaar alleen maar om aan te vegen, waar gewoon het volle pond voor moest
worden betaald. Toch zag ik het niet zitten om in de schoonmaakbranche verder te
gaan. Wederom onder druk van mijn vader werd het uiteindelijk een baantje als
jongste bediende op kantoor bij Rubberfabriek Vredestein. Tot het moment dat
mijn toenmalige verloofde trouwplannen kreeg verdiende dat genoeg. Toen moest er
worden bijverdiend, waarvoor ik s avonds verzekeringen voor de Nationale
Nederlanden ging verkopen.
Na ons trouwen kregen we in Maassluis een
huis van Vredestein toegewezen. Baantechnisch gesproken, had de rubberfabrikant
in de nabije toekomst echter onvoldoende perspectieven te bieden, dus werd het
tijd om naar een andere baan uit te kijken. Maar dan iets wat ik altijd al
wilde, een job in de buitendienst. Spaarbrieven verkopen voor, sparen, sparen,
kapitaal vergaren, de NCV/NSL leek mij hiertoe een leuk opstapje. Vooral de
provisie en bonussen waren heel aantrekkelijk, maar uiteindelijk ging het
ondoorzichtige product mij tegenstaan. Opnieuw ging ik op zoek en vond een baan
als advertentievertegenwoordiger bij het Rotterdamsch Nieuwsblad, onderdeel van
de Haagsche Courant. Vanaf dat moment kreeg mijn carrière een
boost.
Nou ja, niet direct. Eerst moest ik ervaren wat
voor knullig advertenties winkeliers ter plaatsing aanboden. Zoals Radio
Simonis, vooral uw TVs, radios en bandrecorders (Ja, over díe tijd heb ik
het). Meneer Simonis, het is toch logisch dat u als radiospeciaalzaak radios
en televisies verkoopt. Ja, én? Nou, dan hoeft u dat toch niet in uw
advertenties te zetten?! Het lijkt mij beter dat u een goeie aanbieding
plaatst. Kroon, ik adverteer zo al jaren én met succes. Volgens mij een
slechte redenering, alleen wist ik dat niet goed gefundeerd te verwoorden. Ik
wilde me in de materie scholen.
Zo werd ik opnieuw werkstudent. Alleen
werkte ik op de dag om s
avonds te studeren en in Utrecht college te lopen. Een heel riedel diplomas in
de Reclame wist ik zo in vier jaar tijd, mede door de aansporing van mijn Truus,
te behalen. De winkeliers maakten nadien graag gebruik van mijn gediplomeerde
adviezen. Daarnaast wist ik met de opleiding Copywriting niet alleen mijn lust
tot schrijven te bevredigen, maar ook leuke bijbaantjes te creëren. s Avonds
schreef ik teksten voor brochures in opdracht van reclamebureaus, schreef als
rechtaardige socialist zelfs rond de verkiezingstijd een lezing voor de VVD. Een
actie wat mij toen weer aan een bijbaantje hielp bij een huis aan huisblad, waar
ik wekelijks een column mocht schrijven.
Dagblad Het Vrije
Volk, waar ik inmiddels werkte, verbood echter om voor concurrerende media te
werken. Een onrechtvaardige huisregel, waar ik mij niets van aantrok omdat de
hoofdredacteur Herman Wigbold ook zijn zakken vulde, ondermeer als (TV)
presentator van VARAs Achter het Nieuws.
Zekerheidshalve
had ik mij wel met Ed de Keizer een pseudoniem aangemeten. Een naam waar ik dan
weer niet naar luisterde, als ik door een redacteur van de gratis krant werd
geroepen. Wat zullen zij mij een arrogante kwast hebben gevonden. Een aantal
jaren heb ik deze leuke bijbaan gehad, zonder dat het mij problemen gaf. Hoewel,
kennelijk is er ooit een poging gedaan om achter de ware persoon van Ed de
Keizer te komen. (De perikelen hierover vallen te lezen in mijn
www.Kroondomein.com onder de kroonjuweeltjesnaam Wie O
Wie.) In Dagblad Nederland heb ik uiteindelijk tot mijn
VUT aan toe 35 jaar lang de mooiste baantjes gehad. Tevreden kijk ik op mijn 66e
verjaardag terug op mijn Route 66. Natuurlijk met dank aan mijn vader voor zijn
valse geboorteaangifte.
Met het voornemen bij de
plastisch chirurg er 'zittijd' bij te kopen, ging ik vandaag op de
eerste controle na m'n operatie. Een week geleden was ik namelijk uit het
ziekenhuis ontslagen, onder de restrictie dat ik per dag maar drie keer een uur
mag zitten. Eenmaal thuis realiseerde ik mij pas welk een grote opgave dat
is.
Per etmaal ben ik circa zestien uur op, minus drie zituren,
blijft er dertien uur over om te lopen, te staan en te liggen. Daar gaat dan een
kleine twee uur maximaal wandelvermogen van af, houd ik nog altijd 11
uur over, waarbij 'staan' op m'n wandelpoten bijna onmogelijk
is gebleken. Die tijd ben ik dus veroordeeld tot bankliggen, natuurlijk
exclusief acht slaapuren in bed. Gevolg is dat alle kanten van mijn lijf
pijnlijke signalen afgeven, kennelijk om mij zo onder druk te zetten, mijn
lichaamsdelen weer als van ouds normaal, vooral op het juiste moment in te
zetten. Vandaar mijn voornemen er zituren bij te kopen.
Al gauw bleek dit
niet nodig te zijn. De chirurg was meer dan tevreden over het behaalde
resultaat. "Meneer Kroon, wij hebben op alle medische terreinen veel in uw
operatie geïnvesteerd en dat heeft zich nu volledig uitbetaald. Voor mij is dit
het droomscenario geworden." mooier kon zijn tekst niet zijn. Hoewel, met
"Uzelf heeft het ook fantastisch gedaan, want het is bepaald geen sinecure
om veertiendagen lang in een houding op een zandbed te moeten liggen", gaf
de dokter een aangename toegift.
Nu wilde ik mij ook niet onbetuigd
laten, want voor deze kundige arts gaat er geen zee te hoog. Na een week
zandbed, mocht ik er dagelijks een halfuurtje uit, om even te staan en stukjes
te lopen. Maar daarbij mocht ik absoluut niet zitten, waardoor het probleem
ontstond dat ik niet uit de bak van het zandbed kon komen. De laatste
mogelijkheid van een bedlift viel af, doordat daarvoor ik draagbanden onder mijn
gat zou krijgen.
"Hoeveel weegt u?" vroeg de arts verrassend.
"Uhh, bij opname 88 kilo." De plastisch chirurg, boog zich over mij
heen, pakte me bij kop en kont en tilde mij zo uit bed, om mij een half uurtje
later er weer in te tillen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, er
geen ARBO bestaat, haalde hij dat kunstje nog vijf dagen uit. Een gebeurtenis
wat onder het verplegend personeel van het ziekenhuis rond ging zingen.
Meeliftend kreeg ik daardoor ziekenhuiselijke bekendheid, als de
man die letterlijk door zijn arts op handen werd
gedragen.
Mijn passende tekst wuifde de medische
diehard lachend weg met: "Tja, het was inderdaad een beetje ongewoon,
maar het was het waard. En wat mij betreft zijn er geen beperkingen meer voor u.
Hier hoeft u niet meer terug te komen. Veel succes met uw verdere
herstel."
Met kinderlijke blijheid verliet ik, al fluitend een song
van Ramses Shaffy, het ziekenhuis. "Loop, lig, sta, zit, lach, geniet en
bewonder....."