1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Weer een enorme ophef over het ronselen van stemmen voor de
gemeenteraadsverkiezingen. Dat fenomeen is zo oud als de weg naar Kralingen. In
de jaren zeventig van de vorige eeuw werkte ik bij Dagblad Het Vrije Volk, een
socialistisch dagblad onder drankzuchtige leiding van Herman Wigbold. Ikzelf
moest toen nog niets van het socialisme hebben. Ik werkte er alleen voor de
poen, als enige niet-socialist overigens. Sterker nog binnen deze Rode Burcht
heb ik het zelfs tot de Ondernemingsraad geschopt. Maar dit ter zijde.
Rond de verkiezingstijd werd je er toe opgeroepen om s
avonds bejaarden te rijden, van (bejaarden)huis naar verkiezingsruimte en
terug. Door de harde kern werd er appel gedaan op mijn solidariteit, omdat ik
immers een auto van de zaak, een MafDaf, reed. Toen al voelde ik aan dat dit
geen kosjere actie was. Die zieltjes zijn dus nooit door mij gewonnen. Het is
nog maar de vraag of zij, met de huidige wanprestaties voor ogen, dit keer wel
mijn stem krijgen.
Helemaal naar wat ik mij recent heb voorgenomen, was ik er aan toe om met mijn museumkaart mijn museum van de maand te
bezoeken. Dit keer koos ik voor het Haags Historisch Museum, schuin
tegenover het torentje van de Minister President. De tentoonstelling
Haagse Humor fungeerde als magneet. Al met al een wat povere
tentoonstelling voor datgene de Haagse Humor heeft te bieden. Hoewel
destijds, de subtitel spotten met politiek mijwas ontgaan.
Ondermeer
Wim Kan, Kees van Kooten en Wim de Bie (Frederik Jacobse en Tedje van
Es van De Tegen partij), Haagse Harry en Sjaak Bral vertegenwoordigden,
naast alle kopspijkers- typetjes, gezamenlijk humor om nooit te
vergeten. Haagse Harry Jekkers woorden doolden door mijn hoofd: k zâh met niemand wille rùile, meitein gaan hùile, as ik gèn Hagenès zâh zèn. Ondanks dat ik maar een paar maandjes Hagenees ben geweest.
Mijn
vader wilde zo snel mogelijk dit stempel op mij weghalen. Ik moest
worden geüpgrade naar Hagenaar, waarvoor wij van de Schilderwijk naar de
betere Zuiderparkbuurt verhuisden. Want sterke contrasten zijn
er in Den Haag, uhhh s Gravenhage, een stad (dorp is een hardnekkig
misverstand) met drie talen, plat-, bekakt- en Indisch Haags.
Na
mn museumbezoek, waar ik ook nog even gauw de tong van de in 1672
vermoordde Cornelis de Witt mocht aanschouwen, ging ik natuurlijk even
een harinkie happen. Recht mn strot in laten glijden, zoals dat hoort,
om vervolgens al lopend (jeugd)herinneringen op te doen. Ter hoogte van
de Wagenstraat zag ik tot mijn verbazing dat dit de Haagse China Town is
geworden. Het harinkie had inmiddels de omgeving rond mijn huig
behoorlijk uitgedroogd, dus hup de kroeg in. Natuurlijk aan de bar, om
alles goed op mij in te laten werken. Het was een echte, ouderwetse
volkskroeg waar, naast een paar even een biertje pakkers, ook
aardig wat notoire zuipers zaten. Vooral herkenbaar aan de goud gelen
rakker, met daarnaast het appeltje of ander soort borrel, om bij het
combi-drinken goeie rake klappen te incasseren. Alleen financieel
gesproken al een aardige investering. Daarover verbaasde ik mij niet te
lang, doordat een gokkastklant een paar geeltjes kwam
inleveren. De slokjesmevrouw incasseerde dit, waarna zij uit een stapel
van wel 10 centimeter bonnen er één uitlichtte en de gokker
toefluisterde dat ze die bon van zondag dan nog wel even zou laten
staan. Hier werd nog behoorlijk op krediet gezopen.
Onderweg
(per trein) naar huis bezocht ik nog even een heel andere kroeg, een
eetcafé in Haarlem. Voor weinig geld ( 16,25 voor een gegrilde
entrecote van kalfsvlees; dus het kán wel) heerlijk gegeten. Met heel
bijzonder, misschien bekakt volgens een Hagenees, kwam de lekkere wijn,
ook uit een tap.
Het
was een dag van grote contrasten, waaraan ikzelf een significante
bijdrage heb geleverd. Want, bij Koninklijke De Bijenkorf kocht ik mijn
tweede pet.
Ook ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de overheid
verkeersboetes uitdeelt om de staatskas te spekken. Heel treurig zoals zij deze
legale diefstallen plegen. Het lijkt er op dat zij er zelfs niet voor terug
deinzen om strafbaar overtredingen uit te lokken. Tenminste, dat verklaart
waarom wij met maximale snelheden hebben te maken van 30, 50, 70, 80, 90, 100,
120 en 130 kilometer. Als je maar hiervan een fikse mix maakt wordt daar op
zeker ingetuind.
Maar het is nog erger. Want, bij mijn weten heb ik ooit bij
verkeerslessen geleerd, dat er op de provinciale wegen nooit harder dan 80
kilometer gereden mocht worden. Tot mijn grote verbazing zag ik op de
provinciale weg N242 dat hier 100 kilometer per uur gereden mag worden?! Een
nieuwe list om, omwille van de staatskas, verwarring te stichten?!
-o-o-o-
n.b. Inmiddels ben ik bijgepraat en weet ik dat de 100 kilometer p/u. op een aantal tweebaanswegen wel geldt. Neemt niet weg dat deze vorm van Snelheids-Bingo veel verwarring sticht, wat de staatskas ten goede komt.
Zo'n beetje negen van de tien Nederlandse
boeken worden niet gekocht, maar worden illegaal op de e-reader gezet.
Aan dit levensgrote probleem werd er in het NOS journaal aandacht
besteed. Zij constateerden dat de Stichting Collectieve Propaganda
van het Nederlandse Boek daarover heel principieel is, wat door Eppo
van Nispen tot Sevenaer werd verwoord met: "Ze moéten er gewoon voor
betalen."
Tjemig, wat een arrogante kwast. Het Nederlandse
schrijverscollectief propageerde in 1972 al heel bewust op populaire
manier het Nederlandse boek. Even kwam in mij op dat zij in hun campagne
het toen al over Eppo hadden, maar dit ter zijde. In ieder geval moeten
ze, volgens mij, deze kwallenbal de laan uitsturen en kiezen voor een
gewone Jan Lul, een Piet de Vries bijvoorbeeld, die langs slimme,
marketingtechnische weg het tij weet te keren.
Halverwege dit jaar bestaat mijn Kroondomein12 1/5 jaar.
Reden om 'm volledig te vernieuwen. Alleen softwarematig hoort m'n huidige site
al thuis in grootvaderskolenhok. Dan ben ik tegelijk af van het probleem dat ik mijn
aforisme pas kan publiceren, als ik er twee heb bedacht.
Dit keer heb ik mazzel, want direct na 'Plezier om m'n eigen gedachten' kwam er nog een bij mij binnen, geïnspireerd
door weer zo'n griezelig voetballertje, die heel eng deed, na zijn score. Zo'n
twintig jarig ettertje zie ik in gedachten dan, zoals ik in werkelijkheid een
paar keer zag, paraderen met z'n vrouwtje over de PC Hooftstraat, waardoor ik
niet kan nalaten die 'masturbatieshowstraat'
te bombarderen tot de Golddickerboulevard.
Nadat een voorzet een assist is
geworden, lijken de scorende voetballers steeds enger te worden. Zo hollen niet
meer op hun medespelers af, maar draven linea recta door naar het publiek en tv
camera, om zichzelf te verheerlijken. Vandaag weer, dit keer dat 19 jarige kereltje V. van Feyenoord,
nadat hij met een frommelbal tegen F.C. Utrecht scoorde. De rillingen liepen
over m'n rug. Wat moet er menselijkerwijs in hemelsnaam van zo'n ventje
terechtkomen?!
Het is trouwens niet eens direct de schuld van die
'bluffertjes.' Als ze met voetbal maar net even beter zijn dan hun vriendjes,
worden ze al over het paard getild. Zo zag ik afgelopen week een bestelbus van
de AZ jeugdopleiding, waaruit bij een sportzaal vier spelertjes van een jaar of
15 stapten. Één van hen keek mij met een vernietigende blik aan, kennelijk
omdat ik niet vol in de remmen van mijn fiets kneep om hem eerst het fietspad
over te laten steken. Die minachtende blik is mij de hele ochtend bij gebleven,
maar vooral ook de vraag waarom die tieners in een busje worden rondgereden.
Laat ze lekker, heel normaal, op de fiets naar de sport komen. Op zich al een
goeie manier om sterallures de kop in te drukken.