Gedurende ons 41 jaar huwelijk zijn we ooit een halfjaartje uit elkaar geweest. In deze blessuretijd moest ik zo nodig mijn heil elders zoeken. We bleven wel contact houden en steeds meer bleek ons dat wij niet buiten elkaar konden. Zonder één verwijt werd ik liefdevol teruggenomen.
Deze biecht doe ik niet om vergiffenis te vragen voor mijn zonden, maar om uitdrukking te geven aan mijn gevoel van dit moment. Van machteloosheid, alsof ik mijn zieke vrouw opnieuw in de steek laat. Ook nú wil ik zo verschrikkelijk graag de tijd weer terugdraaien. Om nog een keertje opnieuw te beginnen.
|