Het valt niet altijd mee om origineel te
zijn. Dat hoeft ook niet. De bedenker van gevleugelde woorden is er
meestal trots op zijn tekst elders terug te horen. Dat overkwam mij
ooit in Amsterdam.
Die woorden, ik onthul ze zo, waren ontstaan
tijdens de conversatie met mijn vrouw, uitgesproken tijdens het eten. Dat komt
omdat ik op dat moment behept was met twee dichtgeslagen oren. Een kwaal die
mij, het ene moment erger dan het andere, nooit meer heeft verlaten. Zelfs niet
na zeven voorhoofd- en bijholteoperaties en mijn tournee langs zes ziekenhuizen
door het land.
Maar goed, terug naar dat eerste, lastige
moment tijdens het eten. Door mijn dichtgeslagen oren klonk mijn kauwen van
binnen als onsmakelijk gesop. Met als gevolg dat ik tijdens het eten mijn vrouw
niet meer verstond. Hè; wat zeg je; sorry; je spatbord rammelt;
watte
Elke variant op Ik versta je niet heeft de revue toen
wel gepasseerd.
Gewend aan levendig taalgebruik verzon ik
eigen varianten, waarbij er één heel goed beklijfde. Wat zeg je, werd
bij ons thuis: Ga je praten? Lang nadat wij dit aan ons vocabulaire
hadden toegevoegd, hoorde ik dit terug in een uitverkocht Olympisch Stadion, in
de juiste context gebruikt: Ga je praten. Ik heb er slechts in
stilte van kunnen genieten.
Veel meer eer behaalde ik met mijn spreukje
die, onder vermelding van mijn naam, in de Succes Agenda werd gepubliceerd. In
2005 heb ik, weliswaar via een agenda, met Je beste maat is de middelmaat
naam weten te maken.
Misschien dat door die kleinschalige
ervaringen ik het belangrijk vind dat ere wie ere toekomt en het zelfs
ongepast vind dat er met andermans geesteskind goeie sier wordt
gemaakt. Zoals Ivo Niehe dat deed in zijn tv-nacht over 30 jaar TV Show. Aan
zijn geschuivel, tijdens het interview met Tina Turner, zag je zijn
haantjesgedrag groeien. Hij moest dan wel van goeie huize komen, wilde hij Tina
nog kunnen verrassen. Veel meer dan een glimlach leek er voor hem niet in te
zitten.

Tot het moment dat,
doelend op haar minirokje en hoge hakken, Ivo grapte: Mijn buurjonge zei
vanochtend: Had mn vriendin maar één been zoals zij. De Queen of Rock
klapte dubbel van het lachen. Die grap zou zij niet snel vergeten, zo ook
de grappenmaker niet. En dat vind ik te veel eer. Want, het was de Hagenaar
(nee, Haarlem pas nadat hij een paar maanden oud was) en woordkunstenaar Godfried
Bomans (1913-1971) die in 1963, tijdens de uitreiking van een Edison aan Marlene
Dietrich speechte: Een heel oud mannetje, naast mij in de bioscoop zei: Had
mijn vrouw maar één zon been.
Zulke prachtige uitspraken mag je alleen
citeren en natuurlijk dit keer niet zonder Godfried hierbij te
noemen.
-o-o-o-
n.b. Lees
in mijn kroondomein over mijn succes in een agenda: www.kroondomein.com/weinigsucces.htm
|