1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Het valt niet altijd mee om origineel te
zijn. Dat hoeft ook niet. De bedenker van gevleugelde woorden is er
meestal trots op zijn tekst elders terug te horen. Dat overkwam mij
ooit in Amsterdam.
Die woorden, ik onthul ze zo, waren ontstaan
tijdens de conversatie met mijn vrouw, uitgesproken tijdens het eten. Dat komt
omdat ik op dat moment behept was met twee dichtgeslagen oren. Een kwaal die
mij, het ene moment erger dan het andere, nooit meer heeft verlaten. Zelfs niet
na zeven voorhoofd- en bijholteoperaties en mijn tournee langs zes ziekenhuizen
door het land.
Maar goed, terug naar dat eerste, lastige
moment tijdens het eten. Door mijn dichtgeslagen oren klonk mijn kauwen van
binnen als onsmakelijk gesop. Met als gevolg dat ik tijdens het eten mijn vrouw
niet meer verstond. Hè; wat zeg je; sorry; je spatbord rammelt;
watte Elke variant op Ik versta je niet heeft de revue toen
wel gepasseerd.
Gewend aan levendig taalgebruik verzon ik
eigen varianten, waarbij er één heel goed beklijfde. Wat zeg je, werd
bij ons thuis: Ga je praten? Lang nadat wij dit aan ons vocabulaire
hadden toegevoegd, hoorde ik dit terug in een uitverkocht Olympisch Stadion, in
de juiste context gebruikt: Ga je praten. Ik heb er slechts in
stilte van kunnen genieten.
Veel meer eer behaalde ik met mijn spreukje
die, onder vermelding van mijn naam, in de Succes Agenda werd gepubliceerd. In
2005 heb ik, weliswaar via een agenda, met Je beste maat is de middelmaat
naam weten te maken.
Misschien dat door die kleinschalige
ervaringen ik het belangrijk vind dat ere wie ere toekomt en het zelfs
ongepast vind dat er met andermans geesteskind goeie sier wordt
gemaakt. Zoals Ivo Niehe dat deed in zijn tv-nacht over 30 jaar TV Show. Aan
zijn geschuivel, tijdens het interview met Tina Turner, zag je zijn
haantjesgedrag groeien. Hij moest dan wel van goeie huize komen, wilde hij Tina
nog kunnen verrassen. Veel meer dan een glimlach leek er voor hem niet in te
zitten.
Tot het moment dat,
doelend op haar minirokje en hoge hakken, Ivo grapte: Mijn buurjonge zei
vanochtend: Had mn vriendin maar één been zoals zij. De Queen of Rock
klapte dubbel van het lachen. Die grap zou zij niet snel vergeten, zo ook
de grappenmaker niet. En dat vind ik te veel eer. Want, het was de Hagenaar
(nee, Haarlem pas nadat hij een paar maanden oud was) en woordkunstenaar Godfried
Bomans (1913-1971) die in 1963, tijdens de uitreiking van een Edison aan Marlene
Dietrich speechte: Een heel oud mannetje, naast mij in de bioscoop zei: Had
mijn vrouw maar één zon been.
Zulke prachtige uitspraken mag je alleen
citeren en natuurlijk dit keer niet zonder Godfried hierbij te
noemen.
Ingegeven door het aangename, digitale
contact met een lief laag vrouwtje, kwam een eigenaardige directeur van
weleer terug in mijn herinnering. Zonder het visueel te kunnen verhullen, was
hij zelfs op latere leeftijd nog niet uit de kast gekomen. Met zelf een
bovengemiddelde lengte, was hij getrouwd met een kleine vrouw.
Door hen tijdens een bedrijfsuitje twee
dagen te hebben meegemaakt, werd ik tot het volgende aforisme
geïnspireerd:
Hij huwde een klein
vrouwtje, om haar makkelijk
over het hoofd te zien.
Er valt momenteel weinig, eigenlijk niets,
te bloggen. Voorvallen en anekdotes willen mij niet te binnen schieten. De
actualiteit, zoals die vreselijke ramp in Noorwegen, weet mij er niet toe te
bewegen om mijn toetsenbord te beroeren. Hoewel ., ik heb daar wel een gedachte
over.
De laatste jaren komt het steeds meer voor
dat een of andere idioot, vaak tot de tanden toe gewapend, onschuldige mensen
overhoop schiet. De gruwelijkheden van Alphen aan de Rijn zijn nog niet verteerd
of de ramp van Oslo en eilandje Utoya diende zich al aan. Bijna altijd wordt de
dader achteraf door de officiële instanties, ondiplomatisch gesproken, voor gek
verklaard. Kennelijk heb ik een uitzonderlijke gave, want ik heb steeds direct
door dat die moordenaars volledig gestoord zijn. Veel erger is het dat zij vaak
eigen wapens hebben, in het bezit zijn van een wapenvergunning en lid zijn van
een schietvereniging. En dat moet gewoon ophouden. Niks wapen, niks
wapenvergunning, niks schietvereniging, tenzij .
Wereldwijd moeten alle burgers hun wapens
gewoon inleveren en zal hun wapenvergunning moeten worden verscheurd. Vuur,-
uhhh moordwapens moeten worden verboden. Schieten mag dan hooguit nog uit je
slof. O ja, en die schietvereniging dan? Nou, hun leden kunnen evenzogoed,
evenzo spannend virtueel schieten, met een soort Wii speeltje. Ja maar, zon Wii
kan de werkelijkheid onvoldoende nabootsen. Schieten met een Wii mist de
terugslag, voor schietlustigen kennelijk een fysiek genoegen.
Misschien zelfs wel de kick. Nou oké, zet naast elke schutter een
hulp-schutter, die bij elk schot just in time de schutter een
geweldige soejang geeft. Voor de schutter een lekker nagloeiende terugslag en
voor de hulp-schutter een prima training voor een goeie timing.
Maar, zoals ik begon heb ik eigenlijk niets
(dagelijks) te bloggen. Ik heb effe wat anders aan mijn hoofd. Hoewel,
waar ik kan, blijf ik zoveel mogelijk Knetteren. Zij die mijn Knetter
bezoeken om te weten hoe het nu met Truus is, moet ik ook teleurstellen. Er valt
gewoon niets te melden. Niets meer dan dat zij vreselijk haar best doet om zich
dagelijks zo goed mogelijk te voelen. s Middags zitten we samen vaak een
spannende TV-serie, op DVD gehuurd, te kijken. Momenteel The Shield. Daarnaast
moet ze zich vaak de rest van de dag erg in acht nemen, het liefst dan zoveel
mogelijk op bed rusten, met een kussensteun in haar rug. Een soort niet
storen-bordje hangen wij dan aan de buitendeur. s Avonds hebben wij dan
weer onze genoeglijke uurtjes samen.
Natuurlijk geniet Truus nog steeds van
persoonlijke contacten. Alleen moeten we dat erg doseren. Vandaar dat wij
inmiddels intimi hebben gevraagd eerst, niet eerder dan na de lunch, te bellen,
of veel liever nog, Truus eerst te mailen, truuskroon.jas@gmail.com Tja, het zijn niet de leukste spelregels,
maar wel erg noodzakelijk. Blijf alsjeblieft wel contact houden, want het
contact met jullie laten wij zeker niet graag
schieten.
Gisteren was het voor ons een spannende dag,
terwijl er geen enkele reden voor spanning kon zijn. Tenminste, niet meer
spanning dan die dag in dag uit door ons lijf giert, sinds wij weten dat Truus
ongeneeslijk ziek is. Die onverklaarbaar extra spanning had alles te maken met
onze afspraak bij de internist. In het ziekenhuis op consult, bij de specialist
die niets meer voor je kan doen. Wat een raar rottig gevoel roept dat
op.
U ziet er goed uit, mevrouw Kroon. Zelfs uw gewicht valt me niet
tegen, leek een aansporing tot vooral zo door te gaan. Pak
elke calorie die je pakken kan, gaf dearts nog enigszins inhoud
aan ons bezoek. Veel meer dan dat was het niet. Toch hielden wij er een
gevoel van opluchting aan over. Over drie maanden komen wij er
terug.
Behept met een historisch vooroordeel stond
ik op een ongepijld moment voor een dilemma. Moest ik mijn wandeling
naar links of juist naar rechts voortzetten. Ik twijfelde. Lang genoeg om
ingehaald te worden door de wandelaarster die ik even daarvoor in stevige pas
passeerde. Je moet hier naar rechts Ik bleef twijfelen, omdat ik
nou eenmaal van die generatie ben die kaartlezen niet graag aan een vrouw
overlaat. Echt, je moet naar rechts, werd ik opnieuw aangespoord. Dit
keer kwam het zo overtuigend over, dat ik toch maar een aantal passen naar
rechts maakte. Mijn gids van één moment volgde mijn tred. Weet je
het zeker?, zocht ik naar meer bevestiging. Ja, heel zeker, ik heb in
deze omgeving gewoond. Gek genoeg kwamen de twijfels weer bij mij boven.
Het is uiteindelijk het advies van een vrouw. Ik had er echt een second
opinion voor nodig. Een mannelijke fietser bracht mij uitkomst. Meneer, is
dit de Schaapjesdijk? De man hield in. Jazeker. En lopen
wij nu richting de Kalfjesbocht?, zocht ik nog steeds naar de
vergissing is vrouwelijk. Ja, gewoon vijf minuten doorlopen, dan kom je
vanzelf op de Kalfjesbocht. Een onnodig luid gegniffel viel mij ten deel.
Deze boer had zichtbaar kiespijn.
Ik versnelde mijn pas, stilletjes met de
gedachte dat ik zo mijn blunder verder kon ontlopen. En ondanks dat mijn tempo
terug was op inhaalniveau van daarvoor, had mijn gids ook haar pas
versneld, waardoor wij naast elkaar kwamen te lopen. Nu liep ik deze tocht van
15 kilometer omdat ik na een blessure niet te grote afstanden moest afleggen.
Voor mij was het maar de vraag of zelfs die 15 kilometer mij niet zouden
opbreken. Dan is het toch maar goed dat je niet alleen loopt, waar normaal toch
echt mijn voorkeur naar uit gaat. Ik ging mij netjes aan de tred van mijn
medeloopster houden. Dan blijft een praatje natuurlijk niet uit.
Het werd eigenlijk verder een heel gezellige
wandeling, waarbij wij elkaar iets over ons zelf vertelden. Die mevrouw, Wilma
vanaf dat moment, bleek in het recente verleden een kilometervreetster te zijn.
Had meerdere malen de 4daagse van Nijmegen gelopen. Nu wel met gepaste
bescheidenheid hoorde ik haar wandelbelevenissen aan, zoekende naar het moment
dat ik het over een andere boeg kon gooien. Mijn wandelervaring zou verder niet
kunnen imponeren.
Via professie kwam ik toch daar waar
ik de kilometervreetster meende te kunnen overtreffen. Tja, mannen tegen de
vrouwen blijft toch een belangrijke missie in het leven. Stap voor stap
bracht ik het gesprek richting mijn schrijven en mijn eigen Kroondomein.com. Ook
nu wist Wilma weer opvallend goed aan te haken, want zij schreef ook.
Ppfff.
Dan toch maar toegegeven, het was een
ontzettend leuke en boeiende wandeling geworden. Enthousiast door haar verhalen
bood ik haar spontaan aan, om haar leuke stukjes via mijn site te publiceren. En
dat imponeerde wel. Kortom, Wilma schrijft inmiddels onder Wilmas Woordenspel,
onder de rubriek publiek domein leuke anekdotes op mijn kroondomein.
Ik heb haar er zelfs toe weten te verleiden om haar boeiende beroepservaring
onder Warboel in bloggertje te publiceren.
Vandaag was het weer een goed moment om
samen Wilmas Woordenspel en Warboel bij te praten.
Natuurlijk al wandelend, dit keer door de duinen van Schoorl. Daar waar ik
meende mijn tempo op haar af te moeten stemmen, werd dit andersom. Het werd puur
aanklampen. Maar ja, het zand was mul en nu wist ik goed de weg.
Het heeft een naam, dat kaartleggen.
In Multiple choice zou bij mij zo maar de Aha-erlebnis kunnen ontstaan. Spontaan
ken ik de naam niet en weet alleen maar ongeveer wat het inhoud. Die ingetogen
interesse kan zomaar te maken hebben met een heel groot alternatief circuit, tot
aan het occulte aan toe, wat ik voor mijn gezondheid heb afgelegd. Want, ondanks
dat het ten opzichte van Truus haar ziekte helemaal niets voorstelt, ben ik ook
ongeneeslijk ziek. Zeven operaties in mijn kop (voor- en bijholten) hebben mijn
duizeligheid en permanente koppijn niet weg kunnen nemen. Van mijn KNO arts hoef
ik dan ook niet meer terug te komen. Wij kunnen niets meer voor u
doen. Anders dan bij Truus heb ik, na zoveel jaren dokteren, het aan zien
komen en kan er vrede mee hebben. (Hoewel )
Dat Truus, mede na overleg met onze
huisarts, niet voor een alternatief circuit heeft gekozen, kan ik mij levendig
voorstellen. Sta ik dus helemaal achter. Baat het niet, dan schaadt het
niet, zoals het bij mij ook niet heeft gebaat, gaat alleen maar
op als je voldoende energie voor alternatieven kunt opbrengen. Truus koos er
voor om al haar energie voor thuis te gebruiken. Huisje, boompje, beestje.
Zij geniet van haar (pracht) huis(je), waar ik onlosmakelijk aan
ben verbonden. Van haar boompje, waar de vogels prachtig voor haar
zingen en beestje, waar onze kanjerkater Morro en poeslieve Lotta mee
worden bedoeld.
Door haar teruglopende energie heeft Truus,
naast gedoseerd persoonlijk contact, niets meer dan haar intimi nodig.
Neemt niet weg dat zij geniet van al het
medeleven. Vorige week woensdag, haar verjaardag, was voor haar een topdag.
Zonder daarvoor in de spotlight te hoeven staan, kreeg zij langs de digitale
snelweg ontzettend veel felicitaties. Ook werd er op de deurmat vreselijk veel
kaarten gelegd. Niet door een occulte kaartlegster, maar simpel door PTT Post.
Geen wazige voorspellingen, maar hartverwarmende teksten vanuit het hele land,
van vrienden, kennissen, mijn sportmaatjes en vrienden uit de virtuele wereld.
Geloof mij, Truus gloeit hiervan nog steeds na.
Al die lieve mailtjes, telefoontjes uit
Zuid-Afrika, reacties op Facebook, kaarten en bloemen maakte Truus haar
62e verjaardag onvergetelijk. Om ook hier zuinig met Truus haar
energie om te gaan, verwoord ik met de meest grote plezier haar enthousiasme en
dankbaarheid. Alleen ben ik minder verbaasd over haar populariteit.
Lieve mensen, jullie waren groots!
Ontzettend bedankt!
Niet ten onrechte krijgt de wandelsport steeds meer aanhangers. Het leuke van deze vorm van sportieve ontspanning is, dat bijna iedereen het kan doen, het weinig geld kost, er georganiseerde afstanden variërend van 5 tot 45 kilometer (en meer) gelopen kunnen worden, waarbij iedereen ook nog eens zn eigen wandeltempo bepaald. Er zijn ook weinig bewegingsvormen die zo vreselijk goed voorlichaam en geest zijn, zeker als daar de vrije natuur voor is opgezocht.
En dat deed ik vandaag dan ook. Met het vooruitzicht dat in het weekend er opnieuw regen op komst is, er door de 4daagse van Nijmegen het weekend geen georganiseerde tochten zijn, reed ik naar het bezoekerscentrum van de Schoorlse Duinen. Daar vandaan is er een keuze uit zon zestal gepijlde afstanden. Ik koos voor de langste afstand van 20 kilometer, met drie trappen met totaal bijna 500 treden, veel kuitenbijters van meer dan vals plat, een kleinere versie van de beroemde klimduin, mul zand en een mooi stuk strand. Weliswaar heel zwaar, maar wel een van de allermooiste tochten die ik heb gelopen. Hulde aan Staatsbosbeheer.
Maar ja, wat de ene overheidsinstelling erg goed doet, vergriept de andere. In dit geval waarschijnlijk de lagere overheid, Gemeente Schoorl. Geheel tegen alle aangename aspecten van het lekker wandelen in, hebben zij een parkeermeter geplaatst op de parkeerplaats voor de wandelaars. Niks lekker op je gemak een mooie wandeling maken, niks even van de wandelroute afwijken en zeker niet te lang op een terrasje blijven zitten. Niks zo maar ontspannen in de natuur. De Gemeente Schoorl wenst je, tijdens ontspannen wandelen in de natuur, op te jagen:Snel. snel, snel, anders staat er je zomaar een parkeerbon te wachten.
Dan moet je maar een extra paar euros de meter laten slikken, zal het belerende tegenargument op parkeerwachterniveau zijn. Waar, recht toe recht aan en wars van alle maatschappelijke betrokkenheid, geen speld valt tussen te krijgen. Blijft toch dat de Gemeente Schoorl wandelaars probeert op te jagen. Volgens mij moet hier Den Haag ingrijpen.
In het verleden mocht een apotheek geen reclame maken. Dan zou je zeggen dat deze branche door gemis aan ervaring niet weet hoe ze met reclame maken om moeten gaan. Nou, doe het dan niet!
Want, je moet toch wel het verkeerde pilletje hebben gesliktom toe te staan dat een reclamebureau, ongetwijfeld voor veel geld, een commercial maakt zoals die vandaag op de tv verscheen.
Op zon commercial, maar eigenlijk ook zon apotheek, zit niemand te wachten.
De uitdrukking Ik ben er stil van neem ik dit keer, samen met Truus, heel erg letterlijk. Wij moeten echt nog een beetje bijkomen van de sensationeel veel reacties die Truus gisteren op haar verjaardag kreeg. Lukt het mij om deze bijzondere ervaring neer te schrijven, kom ik er binnenkort in mijn blog op terug.
Truus en ik hebben weer gevleugelde
woorden aan ons taalgebruik toe kunnen voegen. Met dank aan mijn zus. Zo nu
en dan zijn dat verrassende teksten, die door de timing op zn minst een
glimlach uitlokken. Maar soms ook onbegrijpelijke voor buitenstaanders. Zoals:
Je spatbord rammelt, die wij tijdens een vakantie in Oostenrijk
regelmatig bezigden, op het moment dat een autochtoon ons ongevraagd, in ieder
geval dialectisch, niet te verstaan ons aansprak. Voor hem antwoordden wij voor
hem even onverstaanbaar Je spatbord rammelt. Waar hij dan weer met
een brede grijns, schouderophalend, op reageerde.
Die intieme grap, tussen
Truus en mij, zal ik verklaren. Er bestaat een mop dat twee jongens samen
fietsen, waarop de een zegt: Je spatbord rammelt. De ander schreeuwt:
Wat zeg je?Je spatbord rammelt. Wat zeg je nou?! Je
spatbord rammelt. Ik kan je niet verstaan, want mijn spatbord rammelt!.
Je spatbord rammelt, werd
voor ons een metafoor voor: Wat zeg je? Of, Ik versta je
niet. Ook gebruikten wij het spatbord openlijk binnen een groep,
als wij elkaar meldden dat hij of zij echt niet te verstaan, of onbegrijpelijk
was. Ik ga maar vast, is er ook zo eentje die wij nog steeds
regelmatig gebruiken. De verklaring is op ons kroondomein te vinden, waarvoor ik
onderaan deze blog een link heb geplaatst.
Ons bijzondere taalgebruik is ook min of
meer een Kronentrekje. Maar omdat mijn vrouw al vanaf haar
15e binnen onze familie verkeert, daardoor in mijn optiek gewoon een
echte Kroon is geworden, heeft zij dat trekje zich als vanzelf eigen
gemaakt. In huize Jas gold namelijk een andere vorm van humor. Mijn
schoonmoeder kon onze humor zelfs helemaal niet waarderen. Tijdens een
verjaarspartijtje stelde ik zowel mijn schoonmoeder als mijn moeder aan vrienden
voor. Dit is mijn schoonmoeder en dit mijn baarmoeder. Wat partybreed
toch wel een leuke woordgrap werd gevonden, maar niet door mijn schoonmoeder.
Mijn Truus trok in humoristische zien toen ook al erg naar mij (en mijn familie)
toe.
Ik kom hierop door de macabere, maar voor
ons o zo leuke, grap van mijn zus. Truus zou een e-mailadres voor mijn zus
opschrijven. Op het briefje stond echter een adres, inclusief postcode. Verbaasd
las mijn zus de notitie. Adres? Je zou toch het e-mailadres geven?! Pfff,
oh ja, sorry. Waar zit jij met je gedachten?!, vroeg mijn zus gespeeld
ontsteld. Tja, dat is humor die je moet liggen.
Wij hebben er in ieder geval, ondanks alles,
erg veel plezier om (gehad). Geinig toch dat je samen met je vrouw dezelfde
aparte humor kunt delen. Nog leuker is het dat Truus morgen jarig is, wat wij in
de meest intieme familiekring een beetje vieren.
Truus heeft de laatste weken zoveel pech gehad, daardoor veel pijn moeten doorstaan, dat ik in ons belang even de beleefdheidsregels heb laten varen. In de kerk nog wel, jazeker, bijna provocerend. Wandelend door het kakdorp Aerdenhout stond er uitnodigend een kerkdeur open. Die kans liet ik natuurlijk niet aan mij voorbij gaan. Achter in de kerk trof ik in een klein kapelletje een icoon van Maria aan, waar vanzelfsprekend veel kaarsjes bij stonden te branden. Daar hoort dan ook een kaars van de mijne bij.
Alleen vertrouwde ik er nu niet op, om haar kaarsje in de massa te laten verdwijnen. Truus heeft namelijk nu ook eens een keertje een beetje geluk verdiend. Daarom ging ik dit keer maar eens van de stelling uit dat je geluk moet afdwingen. Vandaar mijn brutaliteit om haar kaarsje direct binnen het gezichtsveld van Maria te plaatsen.
Ik mag toch aannemen dat door deze digitale biecht mij vergeving wordt geschonken. Maar, wat veel belangrijker is, dat Truus hier voorlopig wel bij mag varen.
Bij het bestellen van een
sportdrankje hoor je niets anders dan: Mag ik een Aa-Aa Dat is toch
raar. Het is toch gewoon: Mag ik een A of Atje?! Uiteindelijk is het
niets meer dan een woord met dubbel A. Daarom, je zegt toch ook niet
eenaa-aanbod of aa-aanraken, om maar twee voorbeelden te
noemen. Zal mij benieuwen of hier iets tegen ingebracht kan
worden.
Voor mij was het een vreemde gewaarwording,
om tijdens een wandeltocht zomaar de kop van Wim Aantjes in een
voortuintje te zien staan. Het bleek in Bleskensgraaf het geboortehuis van deze
respectabele staatsman te zijn. Een uitgeklede buste, dus zonder borst
en schouders, van een man die op 88 jarige leeftijd nog steeds in ons midden
is.
Volgens mij is het heel uitzonderlijk dat
zon beeld tijdens het leven van de betrokkene ergens wordt geplaatst. Dat lijkt
mij dan ook een diepere betekenis te moeten hebben. Door iets van de
gereformeerde Willem Aantjes zijn geschiedenis te hebben gevolgd, concludeer ik
dat het onbedoeld als Kop van Jut is neergezet.
Aantjes, lid van de Anti Revolutionaire
Partij (ARP), heeft als medeoprichter van het CDA veel credits onder zijn
politieke vrienden verloren, door in een coalitie met de Partij van de Arbeid
destijds te willen regeren. Van de ene op de andere dag was hij niet meer de
gedoodverfde eerste partijleider van het CDA, waarna Van Agt het stokje overnam.
Er werd beweerd dat de linkse Aantjes onder druk, misschien wel
gechanteerd, zich had teruggetrokken. Toch kreeg hij alsnog de shit
over hem heen dat hij in oorlogsjaren lid zou zijn geweest van de Waffen SS.
Na veel aandacht in de pers, een beschadigde
Wim Aantjes die zich uit het politieke leven terugtrok, bleek deze bewering
vals, of op zn minst sterk overdreven te zijn geweest. Naar zeggen, bedacht
binnen CDA-kringen. Waar Jan Peter Balkenende het nooit nodig vond Aantjes te
rehabiliteren, vind ik dat, nu hij nog leeft, dat van Willems kop ten minste
een buste moet worden gemaakt.
De mobiliteit van Truus is weer ietsje verbeterd, zo ook de permanente rugpijn nadat zij uit de boot (in de boot eigenlijk, maar zo is het spreekwoord nou eenmaal niet) was gevallen. s Nachts is het draaien nog pijnlijk en het opstaan kent etappes. Heel lief benadrukte de assistente van onze huisarts nog eens dat ze bij pijn veel eerder aan de bel moet trekken. Nee, u valt ons nooit lastig. U bent veel te lief voor ons. Ik hoorde het vrolijke telefoongesprek aan, waarbij het ziek zijn steeds meer naar de achtergrond verdween. En zo wil Truus het maar t liefste hebben. Doen alsof er niets aan de hand is. Ja, zo ben ik nou eenmaal. Daarin herken ik trekjes van mijn moeder. Toen zij ziek was huldigde ze het standpunt: Blijven bewegen, dan zien ze mij boven niet. Ook al omdat er geen Martin Gaus voor mensen in de Gouden Gids is te vinden, heb ik mij er maar bij neergelegd.
Sinds enkele dagen smeer ik twee keer per dag Truus haar nek, rug en flanken in met een gel van Perskindol, wat haar aangename momenten bezorgt. Dat moet aangenamer kunnen, door mijn onhandige handen door professionele handen te vervangen. Zo kwam Truus voor het eerst van haar leven bij een sportmasseuse. Voor nek, rug en flanken. Het ontging de prettige handen mevrouw natuurlijk niet dat álles bij Truus muur en muur vast zit. Haar happy end was fantastisch. En van onberispelijke reputatie, haast ik mij er aan toe te voegen, omdat ik mij realiseer dat happy end in relatie tot massage een geheel andere betekenis kan hebben.
Truus wil even afwachten hoe zij, na deze ontspanningsmassage, de nacht door komt en morgenochtend uit haar bed kan komen. Ik hoop van harte dat het resultaat voldoende reden geeft, volgende week opnieuw de masserende handen hun aangename werk te laten doen.
Donderdagvond is de tweelingzuster van mijn
moeder, op 88 jarige leeftijd, na kortstondig (pijn) lijden, vredig ingeslapen.
Overigens 20 jaar na haar paar minuten jongere zus.
Vrijdagochtend werd mijn zus, nog net niet
van haar bed gelicht, door de politie bezocht met de mededeling dat het lichaam
van onze tante Kini door Justitie in beslag was genomen. Zij zou minstens een
nacht in een politiecel moeten doorbrengen. In een vriescel, mag ik hopen. Een
forensisch arts zou haar onderzoeken, om te bepalen of er sprake van een
onnatuurlijke dood zou kunnen zijn, wat er dan weer toe kan leiden dat de
Officier van Justitie tot een vervolging over kan gaan.
Mijn zusje, nota bene het petekind van mijn
tante, was zich natuurlijk te pletter geschrokken en hing bij mij vol ongeloof
aan de lijn. Dan is het toch lastig dat je op zon moment niet even bij elkaar
kan binnenlopen. 200 Kilometer uit elkaar wonen blijkt, naar mate je ouder
wordt, een jammerlijk gegeven te zijn. Niet in de laatste plaats doordat
Kieneke, mijn zus dus, ons ook heel graag in onze moeilijke tijden lijfelijk wil
bijstaan.
Maar goed, nu ging het dus even om
mysterieuze zaken rond de dood van mijn tante. Ook ik geloofde mijn oren niet.
Mijn tante postuum opgebracht, weliswaar niet als dader maar als slachtoffer.
Onwillekeurig moest ik er aan denken hoe zij, nu in het hiernamaals, in een deuk
moest liggen van het lachen. Zij was gek op sensatie en politieactiviteiten.
Uren heeft zij via de politieband onrustig Den Haag gevolgd. Kwam later
in het Brabantse Best zelfs recht tegenover het politiebureau te wonen. Het
forensisch onderzoek zal zij ongetwijfeld met veel genoegen hebben
ondergaan.
Voor ons lag deze sensatie heel anders.
Sowieso voor mijn zus, die tante Kini niet alleen naar Limburg heeft gehaald,
voor haar een aangenaam plekje in een seniorencentrum had geregeld, maar ook
alle sores van haar op zich heeft genomen. Door de grote afstand geëxcuseerd kon
ik het maandelijks met een persoonlijk kaartje afdoen.
Naar mate het telefonisch verslag van mijn
zus gedetailleerder werd, bekroop mij toch een raar gevoel. Ik ging het verhaal
van mijn zus verdacht vinden. Nou heb ik jaren de boekhouding van mijn tante
gedaan, dus wist ik maar al te goed dat niemand zich aan haar zou kunnen
verrijken. Maar toch. Ik herinnerde mij ook dat het grote eiken wandmeubel van
mijn tante een geheime lade moest hebben waar, wie zal het zeggen, een
fiks bedrag aan contanten in zou kunnen liggen. Kunnen hebben liggen, dus. Zou
mijn tante, tijdens heldere momenten, misschien om dát geld hebben gevraagd?
Het verslag van mijn zus kwam eigenlijk wel heel makkelijk over haar lippen.
Bijna als een ingestudeerd verhaal. Ineens vond ik het heel vreemd dat zij, rond
het tijdstip van het overlijden, mij uitvoerig vertelde hoe gezellig zij een
wijntje met een vriendin heeft zitten drinken. Het woord alibi vloog
mijn Dikke Van Dale uit. Ik schrok van mijn eigen gedachten.
Alsof zij mijn gedachten heeft kunnen lezen,
maakte zij de grap dat ik ongetwijfeld de recherche ook op bezoek zal
krijgen. Zij zullen wel benieuwd zijn naar alle financiële transacties die ik
ooit voor mijn tante heb gedaan. Door mijn lichte paniekaanval herkende
ik de grap niet meer. Als het al komisch was bedoeld?! Koortsachtig scande ik
mijn herinneringen af om voor de geest te halen waar ik donderdagavond
was. Jemig, thuis, alleen met mijn Truus. Zonder een formeel alibi. Nog
diezelfde ochtend fietste ik naar de bioscoop om minutieus de stoep in directe
omgeving af te zoeken naar een weggegooid, gebruikt kaartje van de voorstelling
van donderdag 21:00 uur. Ik had geluk, mijn alibi heet: Transformers, Dark of
the Moon.
Toen mijn zus in de loop van de dag
nog eens belde, stond ik haar in alle rust en zelfverzekerd te woord. Ook zij
klonk opgelucht. Naar bleek, doordat zij door de politie verder was
geïnformeerd. Het forensisch onderzoek richtte zich volledig op de medische zorg
die tante Kini bij ziekenhuisopname heeft gekregen of moest ontberen. Voor
kenners: Door een val was haar beenwond verworden tot het Logesyndroom.
Daardoor heeft tante Kini de laatste paar
weken van haar leven onnodig veel pijn gehad. Triest dat dit haar nog moest
overkomen. Wij hopen dan ook van harte dat de postume sensatie dit voor
haar een beetje heeft goed gemaakt.