
Al eerder heb ik
mij lovend uitgelaten over de meiden van de Thuiszorg. Sinds gisteren
wil ik daar toch nog een schepje bovenop doen. Toen werd ik, precies acht weken
na het overlijden van mijn Truus, nog een keer door de teamleidster bezocht. Het
voelde aan als een familiebezoek. Dat komt natuurlijk doordat zij zes weken lang
heel intensief de meest emotionele periode van mijn leven hebben meegemaakt. Ons
onderwerp van gesprek was daardoor ook heel intiem. Ging over dingen die ik nog
vaak herbeleef maar waar ik het, buiten mijn zus, met niemand over heb. Ik kan
niet verwoorden hoe waardevol de nazorg van de Thuiszorg is.
Wel wil ik hier kwijt dat de meiden
mijn Truus als een heel plezierige patiënte hebben ervaren. Graag naar haar
toekwamen. Erg verdrietig vonden ze het, dat zij niet méér voor Truus konden
doen. Mijn mevrouw Kroon hield de regie compleet zelf in handen. Zo wilde zij
niet dat haar medicatie werd verhoogd. Zij verkoos pijn boven suf worden van de
medicijnen. Enkele uren voor haar dood kreeg zij van de pijn het kippenvel dik
op haar armen. Met wapperende handen wees zij toen nog elke vorm van hulp af.
Laat me nou maar, laat me nou maar, het gaat zo wel weer over. Ook
voor de Thuiszorg een onvergetelijk moment.
Het deed mij goed dat de laatste zes
weken van Truus haar leven verbaal nog even langskwamen. Ik kon de bevestiging,
dat het onmenselijk was zo nog langer te moeten lijden, weer even goed
gebruiken. Ik weet zeker dat Truus ondanks alles tevreden is geweest.
Apentrots mag je op haar zijn en dr afscheidsviering was helemaal zoals wij
Truus die weken hebben ervaren. Vanavond gaan wij met ons gehele team gezellig
uit eten, dan komt zeker Truus weer ter sprake en zullen wij op haar proosten.
Een mooiere toast kan ik mij niet
bedenken.
|