1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Omwille van het gratis een paar uur kunnen parkeren, heb ik
in het Amsterdamse Bos mn auto neergezet, mijn fiets uitgevouwen en richting
binnenstad gereden. Ik had een missie. Vandaag wilde ik weer eens, zoals tijdens mijn werkzame
leven, genieten van heerlijke vis uit een beroemde rokerij. t Is dan wel effe
wennen met een uitgevouwen fiets kris kras door het drukke verkeer te manoeuvreren,
maar wel heel leuk.
Eenmaal via het Vondelpark en de hartverwarmende rose buurt
kwam ik op de Wittenburgergracht, waar ik mijn fiets voor de Amerikaanse Frank
zijn uit hobby uitgegroeide wereldtent in parkeerstand zette. Eenmaal binnen overviel
mij direct het hondje van Pavlov-effect.
Als starter nam ik het broodje van de week, een aangekleed broodje gerookte
zwaardvis. Mijn papillen zogen zich aan dat lekkers vast. Daarna wilde ik toch
ook nog dát broodje waarvoor ik speciaal was gekomen: het broodje Chinook,
handgesneden wilde zalm met mierikwortelsaus. Een bijna onwerkelijke belevenis.
Mijn stukje vouwfietsen was een culinair spektakel geworden.
Reden om dat verder uit te buiten, ook al doordat binnen mijn gezichtsveld een
molen lonkte. Meerdere malen was ik, tijdens wandeltochten daar likkebaardend
langsgelopen, met steeds het voornemen er ook eens aan te leggen. Nu zat ik op
het terras bij Molen De Gooyer vijfverschillende speciaalbiertjes van Brouwerij
t IJ te doorproeven. Misschien ligt het aan de tijd van het jaar, want van de
Plzen, Natte, Zatte en Columbus won toch de IJbok.
Dit alles heb ik opgetekend omdat ik iedereen zon culinair uitstapje
van harte gun.
Gisteren de vaak genoeg gelopen Alkmaar Ontzetwandeltocht
links laten liggen, om in Maassluis nostalgisch de Furiade wandeltocht te
lopen. Direct na ons trouwen werden we min of meer Den Haag uitgepletterd,
omdat daar geen huis te huren viel. Zo kwamen we in Maassluis, waar we ruim 17
jaar met plezier hebben gewoond. Het Noordhollands Dagblad wist mij 26 jaar
geleden met een goeie baan naar Alkmaar te trekken. Wat ons toen heel erg
opviel en wij niet gewend waren, was dat iedereen je hier op straat gedag zei.
Een fenomeen wat met de jaren helaas is verdwenen.
Nu liep ik dus door mijn stukje geschiedenis heen, op de dag
van de 29e Furiade, genoemd naar de laatste stoomzeesleper die ook
al in mijn tijd in de haven lag. Maassluis en omgeving is in alle opzichten
er veel mooier op geworden. Maar wat mij het meeste opviel: Hier zeggen ze je nog ouderwets gedag op straat.
Zoals dat na een sportprestatie gebruikelijk is, heb ik The Day After met
tien kilometer rondje Purmerend mn spieren los gefietst, waarbij een
speciaal biertje op terras natuurlijk niet uit kon blijven. Terug op het
honk kon ik thuis verder afkicken van de Dam tot
Dam-evenementenspeakers (van start en finish en langs het parcours),
door op discovolume (sorry buren) van de DVD van de Toppers 2013 te genieten.
Ik heb trouwens gisteren behoorlijk af moeten zien. Het verder
bijstellen van mijn loopzooltjes heeft te weinig effect gehad, zodat ik
na 15 kilometer weer behoorlijk last van mn voeten kreeg. Het valt te
vrezen dat mn onderstel toch meer tijd nodig heeft om ondermeer van 14
dagen zandbed af te kicken. Door gaan, vooral doorgaan Moest
ik ook wel, met nog zon 11 kilometer te gaan. Uiteindelijk kwam ik met
een moyenne van 5,5 km/p.u. breedbekkikkerend toch over de finish. De
26 kilometers zaten weer achter mijn kuiten.
Niet ongeschonden overigens. Want na nog maar net drie kilometer lag ik
al op mn plaat. Geen idee hoe dat zo snel kon gebeuren. Ik stond met
een groepje te wachten bij een rood stoplicht, maakte de eerste stap van
een lage stoep en, alsof mijn linker been even niet mee wilde doen,
zakte ik daar als het ware door, trachtte te corrigeren, met een soort
dribbel als gevolg en de straatstenen als eindpunt. Een onbedoelde duw
tegen een voorganger heeft nog enigszins mijn val gebroken.
Desalniettemin, knie en broek alweer kapot.
Mijn knie lijkt, op een schaafplek na, weer helemaal oké te zijn. Mijn
broek nog niet. Daarvoor moet ik, binnen korte tijd voor de derde keer,
morgen naar de reparatieturk. Toch even met de man bespreken of een
abonnement voordeliger voor mij is. Mijn valmoyenne ligt namelijk op een
veel te hoog niveau. Ik wijd dat nog steeds aan mijn kanker-herstelperiode. Uiteindelijk is dat nog maar vijfmaanden geleden.
Hoewel,
het valt ook niet uit te sluiten dat het genetisch is bepaald. Dat ik
een foute gen aan mijn oma Wanmaker heb te danken. Zij had een
overduidelijke valreputatie. Ik weet mij nog die keer te
herinneren dat mijn omas hoedje als op een curlingbaan bij ons de
winkel in kwam glijden. Waarop mijn vader, achterin de zaak tegen mijn
moeder zei: Er komt een hoedje aan glijden, ik denk dat je moeder er achteraan komt. Veel verjaardagen hebben wij met dit verhaal op kunnen leuken.
Laat ik het vooralsnog er toch maar op houden dat ik nog steeds herstellende ben.
Je komt ze nog steeds tegen, die lullige codes van dansende
letters die in een kleurrijke omgeving nauwelijks leesbaar zijn. Alleen als je
deze code juist weet over te typen is de ontvanger er van overtuigd dat ze met een
homo sapiens (mens) hebben te maken.
Kennelijk vertoon ik onvoldoende menselijke trekjes. Want
vaak lukt het mij niet om de code te kraken. Dit keer niet bij Van Dale
Uitgevers.