1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Na Minister Hirsch Ballin te hebben gehoord, begrijp ik waarom de politie liever bonnen schrijft dan boeven vangt. Onder die boeven zijn er immers veel van hun eigen bazen, met hun vuige declaratiegedrag.
TV programmamakers, maar ook dagbladredacteuren, hebben er steeds meer een handje van om je voor verdere uitdieping van een bepaald programma je te verwijzen naar hun internetsite. Hoogst irritant. Laat mij alsjeblieft zelf bepalen via welk medium ik mij wil laten informeren. Wij consumenten hebben geen enkel belang bij die vorm van kruisbestuiving.
Stel je nou toch eens voor dat je via de ANWB borden met de auto naar Den Haag wilt rijden, maar dat je halverwege de melding krijgt, dat je de reis naar Den Haag verder per fiets moet vervolgen?!
Zo goed je naar Den Haag voor de auto en niet de fiets hebt gekozen, kies je met het kijken naar TV of het lezen van de krant op dàt moment niet voor internet. De digitale snelweg kies je op andere momenten.
Digitaal ben ik even buiten beeld gebleven, om mn wandeling van Maastrichts Mooiste te combineren met een paar dagen België, waar wij met Luik als uitvalbasis, de geneugten van de Walloniërs opzochten. Geheel volgens ieders verwachtingspatroon, deden wij vrij snel na aankomst, een kroeg aan om ons na zon 300 autokilometers te laven.
Hoewel wij dat natuurlijk wisten, blijft het gek om net aan 20 kilometer over de Nederlandse grens te ervaren dat niemand één woord Nederlands sprak èn het zelfs niet verstaat. Nog steeds neig ik daarover mij af te vragen: Hoe dom moet je zijn .?! Heel illustratief daarvoor is de tip die ik, die avond in een restaurant, gaf. De kelner nam uiterst vriendelijk de 20 eurocent als tip aan, waar 3,80 was bedoeld. Al was het alleen al om, nog maar net in België, ons Hollands imago niet te bevestigen, stak ik alsnog het verschil hem toe.
Grappig was wel dat, in eerder genoemde kroeg, wij door een Noord Afrikaner werden bediend die, jazeker, Hollands sprak. Hij kon zelfs ons nationaal vermoeden bevestigen, dat de Walloniërs geen woord Vlaams willen kennen, om vooral niet de indruk te willen wekken dat zij toenadering zoeken, tot hun conflicterende landgenoten. Daar zijn de Hollanders dan de dupe van,, sprak de Marokkaan. Ook onthulde hij waarom er steeds in wisselende groepjes fotos werden gemaakt. Zij vierden namelijk een verjaardag en ik denk te weten van wie. Zij is midden twintig en type niemendalletje, verre van sexy. Maar o wee, zodra er weer een groepsfoto in de maak was, ging haar brilletje af, trok ze haar koppie schuin en zette ze moeiteloos haar pose in de cheese-stand. En dat keer op keer. Heel erg deed zij mij denken aan de metamorfose van Helga van Leur.
-o-o-o-
Onze tweede dag leek de Wallonië-theorie te verbleken. Nu werden wij door een jonge vrouw met veel enthousiasme in het Hollands aangesproken. Verder in het gesprek bleek het leuke typie een Italiaanse te zijn.
-o-o-o-
Maastrichts Mooiste, een jaarlijks wandelevenement, was dit jaar met klimmen en dalen behoorlijk zwaar. Halverwege het traject stond er een tractor met aanhanger als wegversperring. Waarnaast een kudde koeien luid stonden te loeien. Niet naar ons, naar later bleek. Een drukdoende boer had het landweggetje afgezet en dirigeerde ons naar een weiland met afrastering. Er was een koe aan de aanhanger ontsnapt. Luid loeiend heeft hij zijn ontsnapping moeten opgeven, waarschijnlijk met de dood tot gevolg. De koeiengemeenschap kon loeien tot zij een ons wogen. Bij wijze van babbelen dan, want zou dat werkelijk gekund hebben, hadden zij de zielenpotenkoe ongetwijfeld van het slachthuis kunnen redden. Want ook met boerenverstand is zon rekensom snel gemaakt.
-o-o-o-
Ooit mochten de Belgen zonder rijbewijs een auto besturen, waardoor het in het land van de frietkotten erg uitkijken was geblazen. Maar anno 2010 rijden zij heel gedisciplineerd en als echte heer (m/v) in het verkeer. Dat maakt hun noorderburen tot een land vol losgeslagen automobilisten. (lees: idioten).
-o-o-o-
-o-o-o-
Het futuristische station van Luik blijft verbazen. Oké, de HSL en TGV doen op hun internationalen ritten dit station aan, maar de bedrijvigheid overtreft het reizigersaantal van treinstation Hattum niet.
Met onze auto aanvaarden wij maar weer de weg naar huis.
Ik kijk er naar uit om eens per jaar het T-shirt van Maastrichts Mooiste te kunnen dragen, zonder dat ik een verkeerd beeld oproep over Limburgs hoofdstad. Niet de drager, maar het wandelevenement van zondag wordt namelijk met het opschrift bedoeld.
De andere keren dat ik het T-shirt draag is nooit snoevend bedoeld.
Net driekwartier van huis, een klein half uurtje met de boot en ik waande mij in het buitenland. Nog twintig busminuten verder liep ik een georganiseerde wandeltocht van 20 kilometer op Texel.
Ondanks een temperatuur van 10° Celsius, was het een fantastische tocht door bos, duin en over het strand. Het viel mij op dat er op een aantal plaatsen in het bos koekoeksklokken waren opgehangen. Niet zichtbaar, maar des te beter te horen. Koekoek, kennelijk een Texelse gewoonte. Er was geen klok die op tijd liep, met als gevolg dat je van alle kanten regelmatig de koekoek hoorde. Pracht natuur met een overweldigende sound.
Omdat wij onze adviseurs vertrouwden, de financiële producten erg ingewikkeld waren, zijn wij vele jaren door de bank- en verzekeringsinstellingen voor miljoenen opgelicht. Heel wat consumenten zitten nu nog diep in de schulden, door de in hun maag gesplitste spaarbrieven, aandelenleasepakketten, koopsompolissen, achtergestelde depositos en te hoge hypotheken. De bonusboeven, verantwoordelijk voor dit leed, zijn volledig buiten schot gebleven.
Alsof er geen Nederlandse Bank (DNB) of Autoriteit Financiële Markten (AFM) bestaat, heeft de Vereniging van Effectbezitters (VEB) het lot van de consument, van pakweg het jaar 2020, zich aangetrokken. Zij willen een financiële basiskennis als vak op de scholen introduceren. Met andere woorden: de volwassen consument van de toekomst moet op school leren, hoe zij financiële adviseurs in hun verkoopgesprek kunnen ontmaskeren, zodat zij niet meer kunnen worden opgelicht?! Is het niet logischer dat het verkopen van financiële wanproducten simpelweg strafbaar wordt gesteld?
In de vervoersbranche zijn ze helemaal niet voornemens de consument bij te scholen. Neem nou die verdomde strippenkaart. Het is echt niet zo moeilijk om in gevouwen toestand zon kaart af te stempelen. Alleen, je weet nooit hoeveel strippen je moet afstempelen?! En er is geen tram- of busmaatschappij die daarin voorlichting geeft. Stempel je te veel af, wordt je bedankt; stempel je te weinig af en je wordt gecontroleerd, ben je zuur.
Inmiddels hebben de vervoersbedrijven een systeem bedacht, waarbij de reiziger niet meer zelf hoeft te bedenken hoeveel strippen er afgestempeld moeten worden. De OV chipkaart regelt dat automatisch voor je. OV chip is dus de elektronische portemonnee-graaier. Bij instappen effe er tegen aan houden en bij uitstappen effe er tegen aan houden, OV chip bepaalt en (ont)neemt je de reiskosten. Nauwelijks valt het nog te controleren. Ook hier is de consument het willige slachtoffer. Een ideetje misschien voor meneer Heijn, gewoon ons automatisch boodschappen sturen en de kosten automatisch van onze rekening afschrijven. Wie volgt.
Over het DSB Bank debacle heeft de aangestelde onderzoekscommissie Scheltema het rapport in concept klaar. Het vreemde is dat het vandaag eerst, ondermeer met Noud Wellink (directeur van De Nederlandse Bank) wordt doorgenomen, alvorens het openbaar wordt gemaakt. Keurt de slager hier zijn eigen vlees? Doordat de onderzoeksresultaten niet gunstig voor de heer Wellink zijn uitgevallen zou censureren van het rapport, of erger nog, de doofpot, heel verleidelijk kunnen zijn.
Dit weekend was het Paul de leeuw weer gelukt om een uitzonderlijk goed tv-programma te maken, waarin het Downsyndroom opnieuw centraal stond. Een uitgesproken topper was wel Roderick Prins. Overigens leek voor mij zijn enige handicap, zijn roepnaam Roderick te zijn. Maar goed, hij zal wel van bekakte huize zijn.
Roderick blijkt een verrassend creatief talent te zijn, getuige zijn prachtige gedicht: Mijn syndroom is Down. Het was zijn liefste wens dat dit gedicht werd voorgedragen door actrice Jette van der Meij. Kippenvel!!!
Graag had ik Rodericks gedicht hier afgedrukt, maar helaas kon ik het op internet niet vinden. Dan maar een eigen ervaring van weleer uit mijn kroondomein geplukt:
Ik ga maar vast.
Meer dan ooit bewees Van der Valk een ècht familierestaurant te zijn, toen mijn vrouw en ik bij hen een lunchje pakten. Een tiental tafeltjes verderop zag ik, over de volle breedte van het restaurant gegroepeerd, een busgezelschap mensen met het syndroom van Down, te genieten van een plezierig dagje uit.
Hun slaatje en een kuifhoge sorbet als toetje, hadden zij inmiddels achter de kiezen. Nu waren zij bezig met het schrijven van ansichtkaarten aan paps en mams van wie zij, ondanks dat bij hen wonen kennelijk onmogelijk is, ontzettend veel houden. Het was een feest om naar te kijken.
Op het moment van vertrek, verlieten zij heel gedisciplineerd de tafeltjes, om rij voor rij richting touringcar te vertrekken. Netjes sloot de ene rij bij de andere aan. Met veel genoegen keek ik naar dit vertederende schouwspel. Toen de laatste met Downsyndroom van tafel ging, kordaat als aller laatste in de rij aansloot, sprak hij met harde stem de voor mij onsterfelijke woorden: Nou, ik ga maar vast...
Wat een geweldig belevingswereld heeft deze goed gemutste dagrecreant. Zijn Ik ga maar vast is nooit meer uit mijn vocabulaire verdwenen. De keren dat ik als laatste of te laat vertrek, citeer ik steevast:
De heer Kok uit Enschede besloot vier jaar geleden om aan de Postcodeloterij mee te gaan doen. Met als motief: Stel je voor dat bij ons de straatprijs valt, dan zit ik er naast.
Waarschijnlijk stond hem hierbij het debacle van Hélène van der Meijs uit Heusden voor ogen. Een heel slecht motief en mentaal gesproken, beslist niet uit vrije wil. Zo veel vrijheid hebben wij hier in Nederland. Uiteindelijk won Kok deze week gedwongen . 1.125.000,=.
Kennelijk gaat het in de Amerikaanse ziekenhuizen voornamelijk om de Big Business. Dat zou verklaren waarom uitsluitend familieleden een ziekenhuispatiënt mogen bezoeken.
Heel revolutionair wil President Obama nu voor homos hierop een uitzondering maken. Maar dan waarschijnlijk alleen aan de verkeerde kant van het bed.
Nu is het de supermarktketen Plus, die de aanval opent op Albert Heijn. Door duizend prijzen van merkartikelen te verlagen, willen zij marktaandeel bij de grootgrutter uit Zaandam wegsnoepen. Al jaren lezen we regelmatig over zulke supermarktoorlogen in de krant, waarbij de prijzen steeds weer opnieuw kelderen. Schitterend voor de consument, hoewel , kunnen die prijzen straffeloos steeds verder dalen?!
Uit onverdachte hoek heb ik wel eens gehoord, dat de supermarkten hun winst voornamelijk uit hun vers producten (zoals brood, vlees, groente en fruit) moeten halen. Zeker bij de franchisenemers hebben zij hiervoor hun eigen inkoopbeleid. En dat wil ik graag geloven, want onze supermarkt, op steenworpafstand van ons huis, weet dit vermoeden door hun niet-te-vreten-producten dagelijks te bevestigen. Wij hebben al een inkoopstop op hun versfood afgekondigd.
Toch kwam het incidenteel voor dat wij toch maar even van het gemak van de buurtsuper gebruik hebben gemaakt, wat bij de eerste hap onmiddellijk meedogenloos werd afgestraft. De vitamine C van die kruidenier komt er bij ons nu echt niet meer in. Nog in geen duizend jaar.
Met mijn vrouw samen ben ik naar de piepshow van Albert Heijn geweest. Zij was bij een eerder bezoek al door het personeel geïnstrueerd. Het was nu aan mij om als leerling door de winkel te piepen. Vrees als lezer niet dat nu de hormonen zullen opspelen, want mijn blog zal een geheel andere wending gaan nemen.
Vorige week kwam mijn vrouw dolenthousiast thuis van het boodschappen doen. Als digibeet wist zij de caissière van de supermarkt volledig buitenspel te zetten. Hiervoor moest zij haar boodschappen zelf scannen, om zich daarna bij de betaalpaal af te melden. Natuurlijk niet zonder de paal met de betaalpas te hebben gevoed. Nog één keer was een streepjescode nodig om voorbij het uitgangshekje te komen. Ik moest ook maar eens zien hoe handig mijn vrouw anno 2010 haar boodschappen doet.
Alvorens wij de automatische hekjes van de winkel passeerden, hadden we eerst een stop bij het station van de scanpistolen. Met de ervaring van vorige week, toonde mijn vrouw het stationoog haar bonuspas, waarna haar een scanpistool automatisch werd toegewezen. Saldo 0,00. Deze kostenteller werd in de holster van de boodschappen-kar gestopt, klaar om het eerste bedrag te scoren. Piep, de bonusdruiven zonder pit konden gekassierd de boodschappen tas in. Want dat is nou juist zo makkelijk, legde mijn vrouw uit, niets hoeft nu nog bij de kassa op de band. De volgende piep was goed voor de asperges.
Maar let nu op, wees mijn vrouw mij op het volgende trucje. ik neem twee komkommers, scan er één, piep, en druk op het plusje. Het scanpistool werd ter illustratie onder mijn neus gehouden. De volgende piep had al van zich laten horen. Om ons heen werd er ook al heel wat afgepiept, bij de een alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, bij de ander toch nog wat onwennig. Ook mijn vrouw verkeerde nog in het stadium van een groot wantrouwen jegens de scores van het scanpistool.
Tja, behoudens mijn diensttijd (67-3), hadden wij niet de ervaring om met wapens om te gaan. Piep, met vijf keer plus, verdwenen de rode wijntjes in onze tas. Overigens zou er enig wantrouwen van meneer Heijn ook heel begrijpelijk zijn. Tot twee keer toe moest ik mijn vrouw tot scannen aansporen. Uit vrees dat haar ongescande producten ons bij controle haar de kop zou kosten. Net nu wij er een weekje tussen uit zouden gaan.
Uiteindelijk hadden wij voldoende bij elkaar gepiept en kon mijn vrouw, via haar bonuskaart en betaalpas, met de betaalpaal tot een vergelijk komen. Ook wisten wij ons moeiteloos de winkel uit te scannen. Dit alles zonder tussenkomst van personeel.
Het valt te vrezen dat zij binnen afzienbare tijd er noodgedwongen tussenuit moeten piepen.
Het is wel heel bijzonder om bij de eerste generatie aller tijden te horen, die nooit een oorlog heeft meegemaakt. Misschien komt het daardoor wel dat wij, de babyboomers, met veel respect de dodenherdenking van 4 mei in ere hebben gehouden.
Onze ouders hebben ons altijd het belang van deze plechtigheid van één minuut voor gehouden. Zij lieten ons zelfs spelenderwijs als kind hieraan actief deelnemen. Bij uitzondering mocht je namelijk, als jongen van rond de 10 jaar, met je vriendjes s-avonds bij achten nog buiten spelen. Van de dodenherdenking maakten wij dan ons spelletje. Als atleten liepen wij een rondje rond ons flatgebouw. En precies om acht uur, als de lantarenpaal werd ontstoken, stonden wij die lange minuut stil, in het besef dat dit moest voor de vele slachtoffers van de tweede wereldoorlog. Nog steeds staat mij het beeld voor ogen dat, onder het stilstaande verkeer er ook een stadsbus stond. Daaruit was een militair gestapt die, stram in de houding, de militaire groet bracht. Ja, daar speciaal voor de bus was uitgekomen.
Hoe is dat nu, anno 2010. Neerlands oorlogsverleden lijkt niet erg meer te leven, laat staan de dodenherdenking. Iets wat, naar mijn mening, ondermeer de opvoeders, inclusief de scholen, valt aan te rekenen. Want het is toch te gek dat via een radio- en tv-campagne wij, vooral in combinatie met de feestelijke Bevrijdingsdag, op (onze plichten) van de dodenherdenking gewezen moeten worden. Voor die twee minuutjes in het jaar.
Aan mijn belofte aan de plaatselijke autoriteiten, om pas na twee jaar zijn naam te onthullen, heb ik mij weten te houden. Maar nu is het dan toch tijd om het op te bloggen.
Op een stralende dag in mei, liep ik een erg mooie, georganiseerde wandeltocht in Leerdam. Met nog zon 5 kliometer te gaan kwam ik door het miniplaatsje Acuoy waar vier tieners op mij af kwamen hollen. Zij waren niet echt van streek, maar wel heel erg opgewonden. De oudste van het stel, een jongen van rond de 14, sprak mij aan: Meneer, wij hebben daar in de kelder van dat oude gebouw een lijk gevonden. ???. Ja echt, kijk maar ik heb er met mn telefoon fotos van gemaakt. Een mobieltje werd onder mijn neus gedrukt en ja, het zou een wegterend mensenlichaam kunnen zijn. Komt u maar mee kijken, meneer, werd ik er toe aangespoord dit macabere schouwspel live te aanschouwen. Ik bedankte voor de eer. Ook wilde ik niet langer stil blijven staan, uit angst dat ik voor de twintig niet meer goed op gang zou komen. Nee jongens, dat lijk ligt echt niet op mij te wachten. Bel de politie maar. Enigszins beteuterd dat ik niet aan sensatiezucht toegaf, deden zij nog één poging. Kijk meneer, dit schrijven van het Ministerie van Justitie lag naast hem. Niet alles was meer leesbaar, maar zeker wel de naam van de geadresseerde: A.F. Van der Heijde, met een niet nader te noemen adres in Leerdam. Jongens bel nou maar de politie. Doen hoor! Met dat zij 112 belden vervolgde ik mijn wandeltocht.
Eenmaal gefinisht kon ik toch niet nalaten om met de auto terug te rijden naar de plaats delict. Het gebied was inmiddels met roodwitte linten afgezet en het krioelde er van politie. De jongens hadden toch gelijk. Een dorpje verderop ben ik gestopt om in een eetcafé te lunchen.
Natuurlijk brandde er een vraag op mijn lippen. Kennen jullie ene Van der Heijde uit Leerdam?, lanceerde ik de vraag aan de kastelein en twee stamgasten. Er werd ontkennend op geantwoord. Maar, hoezo? Reden om het sensationele verhaal niet voor mij te houden. De mannen concludeerden direct dat het hier om een afrekening zou moeten gaan. Anders ligt zon lijk niet in een oud afgelegen zomerhuisje, gingen zij als kenners de diepte in. Heel crimineel Leerdam passeerde toen de revue. De één hadden ze van de week nog gezien, de ander zat zeker nog twee jaar vast en rooie Henkie voldeed met zijn 24 jaar niet aan het signalement. Voor mij was er geen enkele reden om verbaal nog op hun scene in te breken, mn broodje bal had ik op, dus ik vertrok. Dat Van der Heijde moge rusten in vrede.
Vandaag kwam ik het weer tegen: Dus u bedoelt te zeggen . En voor zon reactie ben ik allergisch. Nee, ik bedoel niet, maar ik zeg!. Het is meestal niet de zender (ik, in dit geval), maar de ontvanger (degene van: dus u bedoelt ) die iets niet heeft begrepen. Of op zn minst onzeker is over datgene hij meent te begrijpen. Doe mij, gebruiker van onzinnig taalgebruik, daarom een plezier en ban u bedoelt uit je taalgebruik.
De Chinezen hebben het plan om in 2025 met de Hoge Snelheids Lijn (HSL) van Peking naar Amsterdam te rijden. In twee dagen, met een snelheid van 344 kilometer per uur en één overnachting, willen zij tussen beide steden reizen. Zo kan de afhaalchinees rond mei vers gestoken asperges en, na vlaggetjesdag, zeevers de nieuwe haring zelf komen halen.
Mooi gesproken van Hare Majesteit de Koningin: Zeeland heeft Koninginnedag aan ons teruggegeven. Als vanouds, helaas met (misschien wel overdreven) veel beveiliging, werd Wemeldinge en Middelburg door de Koninklijke familie aangedaan. En konden er veel leuke plaatjes worden geschoten.
Alleen, tja het spijt mij wel, ik kan er maar niet aan wennen dat ene Martine Mabel Los uit Pijnacker, deel uit maakt van het Koninklijke gezelschap. Deze mevrouw vind ik geen titel van prinses waardig. Al jong in haar leven heeft zij haar komaf verloochend, door de naam van haar vader, Henk Los die met schaatsen in een wak verdronk, te verruilen voor een dubbele naam van een bankier, haar stiefvader. In mijn optiek liefdeloos, titelgeil en niet gespeend van machtwellust. Dat moge ook blijken uit het feit dat zij enkele jaren het vriendinnetje van drugsbaron Klaas Bruinsma is geweest. Zij leek een hoger doel na te streven.
Waar het onschuldige meisjesdromen zijn, om met een prins te trouwen, had Mabel Wisse Smit daadwerkelijk haar pijlen op het koningshuis gericht, waarvoor zij met liefde genoegen nam met de minder vanzelfsprekend huwbare Prins Johan Friso van Oranje-Nassau. Zo wist zij, als prinses van Oranje-Nassau Wisse Smit koninklijk goedgekeurd te worden. Naar mijn idee heeft het Koningshuis hiermee haar eerste deuk opgelopen.
prinses Mabel Martine van Oranje-Nassau Wisse Smit
Het speelde al lange tijd door mn hoofd, om die mannen van parkeerbeheer eens een hak te zetten. Als rancune voor vaak die enkele minuten, die ik nog wel eens te laat en beboet, bij de meter terug kwam. Dus op naar parkeerbeheer.
Goedemiddag, uh, ik ben een beetje in de fout gegaan, sorry hoor, maar per ongeluk heb ik een kwartier te lang bij de parkeermeter gestaan. Hier heeft u het tekort betaalde geld, 0,50. Wat bedoelt u?, vroeg de loketmeneer verbaasd. Nou ja, een kwartier parkeren kost toch een halve Euro? Jazeker, maar dat had u in de meter moeten gooien. Ja, dat is het m nou juist. Toen ik bij mn auto terug kwam, stond de meter een kwartier in het rood, vandaar dat ik bij u kom bij betalen. Ja maar, dat hoeft helemaal niet. U heeft gewoon geluk gehad. Hadden ze u gesnapt, had u een bon gekregen. Geluk? Welnee, het gaat mij niet om geluk, ik wil gewoon datgene betalen, waarvoor ik heb geparkeerd.
Nee, hoor laat maar zitten. Nee meneer, ik sta er op. Nou oké, laat dat geld dan maar liggen, meende de man van mij af te zijn. Mooi, maar wilt u dan wel even een betaalbewijsje voor mij uitschrijven? Nee, daar begin ik niet aan. U moet wel, ik betaal toch. Maar ik zei u toch dat u niet hoeft te betalen. Dat wordt helemaal mooi, nu gaat ú bepalen of ik voor het parkeren te ja of te nee moet betalen. Dat kan toch niet. Ik moet betalen, dus ik betaal. Gaat u nu maar en neem uw 50 eurocent mee. De parkeerwachter was duidelijk de situatie zat. Niks daarvan, ik betaal, laat uw chef anders maar komen. Morrend deed de kassaman wat hem werd gevraagd en er verscheen kort nadien loketbreed een hogere ambtenaar. Wat wilt u nou precies meneer?, sprak hij ligt geïrriteerd. Nou gewoon, u heeft recht op nog een 0,50 voor een kwartier extra parkeren op de Oude Gracht. Alstublieft en daar wil ik een betaalbewijs voor. Dat is helemaal niet gebruikelijk meneer. Niet ???, wilt u daarmee zeggen dat ik niet verplicht bent te betalen? Ja dat wel, maar Nee meneer, dan geen gemaar, ik betaal, punt uit. Geef meneer maar een kwitantie voor vijftig eurocent. De man had duidelijk geen zin in een verdere discussie. Met een prettig gevoel, dat ik na veel moeite aan mijn betaalverplichting, toch heb kunnen voldoen, verliet ik parkeerbeheer.
De dag er op parkeerde ik toevallig weer mijn auto op de Oude Gracht en gooide, in de wetenschap dat één euro onvoldoende zou zijn, een twee eurostuk in de meter. Dit bleek een slechte investering te zijn, want doordat ik op het bedoelde adres niemand thuis trof, stond ik nog geen vijf minuten later weer bij mijn auto. Dus opnieuw naar parkeerbeheer.
Goedemiddag, alstublieft, hier heeft u mijn parkeerticket. Ik wil graag 1,75 van u terug ontvangen. Terug?, Dat kan niet meneer. Natuurlijk wel, ik maak bij nader inzien toch geen gebruik van die parkeerplaats, dus heeft u ook geen recht op dat geld. Meneer, u heeft het zelf in de meter gegooid en dat kan ik u niet teruggeven. Ja, maar van de 2,= heb ik maar voor een halve euro geparkeerd, dus is het toch logisch dat ik de rest van het bedrag terug krijg. Daar kunnen we niet aan beginnen meneer, als u een kwartier te lang zou hebben gestaan, en er is geen parkeerwachter langs geweest, hoeft u ook dat kwartier niet alsnog te betalen. Dat is het m nou juist, dat moest ik wèl, kijk maar, ik heb er een betaalbewijs van, sprak ik met een blij gezicht. De man keek vol aandacht naar mijn reçuutje en fronste vol onbegrip zijn wenkbrauwen. Tja, dat is door mn collega uitgeschreven en die is vandaag vrij. Komt u morgen dan maar terug. Terug komen? Waarvoor? U kunt toch gewoon het te veel betaalde parkeergeld terugbetalen?! Ja maar, ik zei toch, we betalen nooit terug. Dat zal effe lekker wezen, u laat wel bijbetalen als er een kwartier langer is geparkeerd. Dat heb ik u toch laten zien!, sprak ik gespeeld verontwaardigd. Tja, uh, dat wel . Nou dan wil ik nu gewoon mijn geld terug, anders wil ik uw baas spreken.
Nou een ogenblikje dan. En ja hoor, opnieuw werd het hele loket door de chef-ambtenaar gevuld. Wat wilt u nu weer meneer?, gaf hij er blijk van mij te herkennen. Nou, kijk ik heb nu 1,50 te veel betaald en die kom ik terug halen. Maar meneer, dat doen we nooit. Nee, maar wel geld van mij incasseren op het moment dat ik te weinig heb betaald Dan moet u, als ik teveel heb betaald toch ook terug betalen. Er was geen speld tussen deze redenering te krijgen, dus ging de baas zelf overstag en keerde 1,50 aan mij uit. Kennelijk in de hoop mij nooit meer terug te zien. En dat is niet beloofd.
Omdat ik niet geloof dat het aan mijn links dragen ligt, wil ik mij er extra voor inzetten dat ik gewichten netjes in evenwicht opdruk. Het is echter niet eenvoudig om, liggend op je rug, goed te beoordelen of je onwillekeurig toch niet over de scheef gaat. Een probleem wat ik ook bij mijn medesporters herken. Tijd voor ongevraagde productinnovatie. Geïnspireerd door een eerder succes, waarvan ik verwacht dat mijn verhuisbare wasautomaat (zie: kind kan de was doen van 13 april) inmiddels bij Philips op de tekentafel ligt.
Om goed te bepalen of je gelijkmatig de gewichten opdrukt, valt dat met mijn vinding af te lezen van de opdrukstang. Hierin is namelijk een waterpasje geïntrigeerd. Dus drukken en kijken. Ligt het belletje netjes in het midden is er prima evenwichtig opgedrukt. Wie legt dit conceptidee dit keer op de tekentafel?