1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Langer kon ik echt niet
wachten. Weer of geen weer, met 11 graden géén weer dus, ben ik toch naar mn
favoriete kustplaatsje gegaan. Effe lekker vis eten in een Egmondse strandtent.
Op het uit de wind staande schoolbord stond al heel verleidelijk 350 gram tong
voor 23,50 gekrijt. Dat zal effe lekker wezen .
Nou effe niet dus. De gebruikelijke
dinerkaart was voor de lunch niet meer beschikbaar. Vorig jaar nog wel?!
Tja, dat klopt, maar door het slechte weer, waardoor veel minder mensen op het
strand, is er op de dag onvoldoende keukenbezetting om de uitgebreide kaart te
presenteren(!). Eerlijk gezegd vind ik dat gek, maar ja ik ben Herman de
Blijker niet, heb dus te weinig autoriteit (let wel: op dit gebied) om even een
adviesje weg te geven.
Gelukkig had ik wel een tafelgenote waarbij
ik wel De Blijker kon uithangen. Kijk, als ze nou een paar aantrekkelijke
gerechten als middagtoppers aan de lunchkaart hadden toegevoegd, zouden ze
tussen de middag veel meer kunnen omzetten. Zonder op de ongewenste
reactie te wachten rekende ik het zelfs voor.
We hebben nu vooraf een Jus dorange
gedronken, namen een broodje beenham met honing en een broodje geitenkaas, met
daarbij een glaasje rode wijn. Totale kosten 28,30 (excl tip.) Allebei hadden
we wel smoel op die tong gehad, waarbij je per persoon in ieder geval twee
glaasjes witte wijn zou drinken. Dat jusje had je evenzogoed vooraf gedronken.
Na het eten zou er ook minstens nog een kopje koffie ingezeten hebben. Bij
elkaar opgeteld zou je dan minstens 75,= afgerekend moeten hebben. Bijna drie
keer het lunchbedrag!
Ik vrees dat mijn advies in (de stevige)
wind zou zijn geslagen.
Zodra ik mijn toetsenbord wil beroeren, is
het onvermijdelijk dat ik zo nu en dan nog over het laatste halfjaar schrijf.
Alle gebeurtenissen rond de geconstateerde kanker, de operaties, de
herstelperiode en alles wat er mee samenhangt, heeft nog een te grote impact
voor me. Er zijn dingen die gelukkig naar de achtergrond verdwijnen, maar juist
ook zaken die als een soort nieuwe beleving, of meer als andersoortige beleving,
bij mij boven komen. Zo ook de verschillende zaaltjes, met de daar liggende
patiënten, waarop ik terecht kwam.
Chirurgie in combinatie met darmen (en vaak
ook kanker) is nou niet bepaald de meest vrolijke afdeling om op te liggen. Daar
lig je bepaald niet voor je lol. Maar dat zal voor elke ziekenhuisafdeling wel
gelden. Het ene zaaltje was het andere niet, wat natuurlijk heel erg met de
samenstelling van patiënten had te maken. De plezierige momenten, die er ondanks
alles toch waren, kwamen doordat je met een gelijkgestemde, van dezelfde
bloedgroep, op een zaal lag. Over al mijn opnames genomen kwam dat zo nu en dan
voor. Met die mensen zou ik eigenlijk tegelijkertijd op een kamer hebben moeten
liggen. Het begrip verzachtende omstandigheden had dan een heel
andere dimensie gekregen.
Dat brengt mij er op dat je voor het mooie
invloed zou moeten kunnen hebben op de samenstelling van jouw ziekenzaal. Ik zie
daar zelfs handel in. Hiervoor krijg ik een beeld voor ogen, wat een mix geeft
van digitaal vliegtuigstoelen reserveren en een datingsite. Voor het gemak noem
ik deze verbeelde site: InBedBij.nl
Stel je voor, zodra je weet wanneer je op
welke afdeling van het ziekenhuis opgenomen gaat worden, kan je met een
verkregen code van het ziekenhuis naar de website InBedBij.nl, waar je
profielschetsen (inclusief hobbys en voorkeuren), het liefst met foto, van
lotgenoten kunt lezen. Voor meer info is het dan zelfs mogelijk om met hen te
chatten. Heb je eenmaal een keuze gemaakt, kan je die voorkeur aangeven door te
bedden. Bedden staat als nieuw werkwoord voor ziekenhuisdaten. Is dit
bedden wederzijds, heb je bij je ziekenhuisopname een of meerdere date(s) en
kom je met die medepatiënt(en) op één kamer te liggen. Zo krijg je meer invloed
op de leuke(re) momenten.
Die website moet, in samenwerking met het ziekenhuis voor de input, wel
even worden opgezet. Wim, zullen wij m opstarten?
Niet alleen in economisch opzicht verkeert
Europa in een crisis. Meteorologisch gezien hebben we het ook nog nooit zo
slecht gehad. Ik kan mij namelijk niet herinneren dat de vakantiegangers met
Pinksteren de ruiten van hun caravan ijsvrij moesten krabben, alvorens op pad te
kunnen gaan. In bijna heel West Europa verrekken we van de kou. Storm, regen,
zelfs sneeuwbuien en nog geen 15 graden, zelfs in Spanje en Italië. Oké dat zijn
ook de zwakkere landen van Europa, waar men s lands huishoudboekje niet op
orde heeft. Maar dat heeft er niets mee te maken. De euro staat hier volledig
buiten.
Heeft
het dan met het opwarmen van de aarde te maken? Lijkt me niet, dan zou het hier
juist warmer dan normaal moeten zijn. Ik geloof eerder dat men in Oost Europa,
waar het wel warmer dan normaal is, hier de hand in heeft. Ja, letterlijk de
hand, geholpen door de hedendaagse techniek, met dank aan Apple en Google. Want,
volgens mij hebben de weermannen in Oost Europa op hun iPad Google Earth
geopend, de aardbol een paar slagen omgeveegd en door middel van een ons
onbekende, maar heel vernuftige methode zo hun temperaturen met de onze
verwisseld.
Mijn Route 66, van Den Haag via Maassluis naar
Alkmaar, had in 1947 een bijzondere start. Ik werd namelijk in illegaliteit
geboren, een status die naar ik aanneem inmiddels is verjaard. Dat komt doordat
mijn vader valse aangifte heeft gedaan. Ongetwijfeld met de beste bedoelingen,
want kennelijk voorzag hij dat in de Haagse Schilderswijk geboren worden, je in
je levensloop een nauwelijks in te halen achterstand oplevert. Het was ook niet
de bedoeling dat ik in het achterkamertje van oma Kroon ter wereld zou komen.
Mijn ouders hadden namelijk een huis in de nette Zuiderparkbuurt toegewezen
gekregen wat zij, alvorens er in te trekken, nog aan het opknappen waren. Tot
dat moment logeerden zij met mn veertien maanden oudere broer bij mijn vaders
moeder. (Mijn opa was in de Hongerwinter van 1944 gestorven.) Met andere
woorden, ik had nog effe moeten wachten met het geboren worden, dan had mijn
vader legaal Zuiderparklaan 343 als geboorteadres op kunnen
geven.
Nu,
zesenzestig jaar verder, moet ik mijn vader misschien wel dankbaar zijn voor de
upgrading van mijn geboorteadres, want al met al heb ik over mijn levensloop
niet te klagen. Van jongs af aan lonkte de commercie, waar mijn studierichting
vanaf de kleuterschool al volledig op was gericht.
Mijn
vervolgopleidingen verliepen echter veel minder gladjes. Mede door spanningen
thuis, ontstaan door een dreigend faillissement van mijn vaders motorenzaak
(iedereen ging auto rijden), ging ik steeds minder goed leren. Dit in combinatie
met puberaal gedrag ging ik steeds meer van het fenomeen spijbelen genieten.
Voor mijn vader tijd om in te grijpen. Niet, zoals dat heden ten dage zou gaan,
door in overleg met de school mij weer aan leren te krijgen. Nee, ik moest van
school, gaan werken en geld verdienen.
Als werkstudent
had ik inmiddels al de nodige commerciële ervaring opgedaan. Met kerstbomen
verkopen, wat helaas maar twee weken per jaar kan, wat ik overigens niet als een
nadeel beschouwde, maar wat mijn vader als onvoldoende arbeidsinzet zag. Wat ook
gold voor die ene dag in het jaar dat ik op Koninginnedag op het Haagse
Buitenhof oranje speldjes op revers prikte, wat naar ieders eigen inzicht
geldelijk beloond mocht, uhh moest, worden.
Mijn vader zag
meer in het uitbouwen van de portiekenwijk, die ik van een vriend had
overgenomen. Elke zaterdag ging ik met dweil, bezem en emmer mijn wijk in om de
portieken schoon te maken. Met niet te grote inspanningen, verdiende dat goed.
Zeker als het s winters had gevroren, want ook dán kwam de portiekenman,
weliswaar alleen maar om aan te vegen, waar gewoon het volle pond voor moest
worden betaald. Toch zag ik het niet zitten om in de schoonmaakbranche verder te
gaan. Wederom onder druk van mijn vader werd het uiteindelijk een baantje als
jongste bediende op kantoor bij Rubberfabriek Vredestein. Tot het moment dat
mijn toenmalige verloofde trouwplannen kreeg verdiende dat genoeg. Toen moest er
worden bijverdiend, waarvoor ik s avonds verzekeringen voor de Nationale
Nederlanden ging verkopen.
Na ons trouwen kregen we in Maassluis een
huis van Vredestein toegewezen. Baantechnisch gesproken, had de rubberfabrikant
in de nabije toekomst echter onvoldoende perspectieven te bieden, dus werd het
tijd om naar een andere baan uit te kijken. Maar dan iets wat ik altijd al
wilde, een job in de buitendienst. Spaarbrieven verkopen voor, sparen, sparen,
kapitaal vergaren, de NCV/NSL leek mij hiertoe een leuk opstapje. Vooral de
provisie en bonussen waren heel aantrekkelijk, maar uiteindelijk ging het
ondoorzichtige product mij tegenstaan. Opnieuw ging ik op zoek en vond een baan
als advertentievertegenwoordiger bij het Rotterdamsch Nieuwsblad, onderdeel van
de Haagsche Courant. Vanaf dat moment kreeg mijn carrière een
boost.
Nou ja, niet direct. Eerst moest ik ervaren wat
voor knullig advertenties winkeliers ter plaatsing aanboden. Zoals Radio
Simonis, vooral uw TVs, radios en bandrecorders (Ja, over díe tijd heb ik
het). Meneer Simonis, het is toch logisch dat u als radiospeciaalzaak radios
en televisies verkoopt. Ja, én? Nou, dan hoeft u dat toch niet in uw
advertenties te zetten?! Het lijkt mij beter dat u een goeie aanbieding
plaatst. Kroon, ik adverteer zo al jaren én met succes. Volgens mij een
slechte redenering, alleen wist ik dat niet goed gefundeerd te verwoorden. Ik
wilde me in de materie scholen.
Zo werd ik opnieuw werkstudent. Alleen
werkte ik op de dag om s
avonds te studeren en in Utrecht college te lopen. Een heel riedel diplomas in
de Reclame wist ik zo in vier jaar tijd, mede door de aansporing van mijn Truus,
te behalen. De winkeliers maakten nadien graag gebruik van mijn gediplomeerde
adviezen. Daarnaast wist ik met de opleiding Copywriting niet alleen mijn lust
tot schrijven te bevredigen, maar ook leuke bijbaantjes te creëren. s Avonds
schreef ik teksten voor brochures in opdracht van reclamebureaus, schreef als
rechtaardige socialist zelfs rond de verkiezingstijd een lezing voor de VVD. Een
actie wat mij toen weer aan een bijbaantje hielp bij een huis aan huisblad, waar
ik wekelijks een column mocht schrijven.
Dagblad Het Vrije
Volk, waar ik inmiddels werkte, verbood echter om voor concurrerende media te
werken. Een onrechtvaardige huisregel, waar ik mij niets van aantrok omdat de
hoofdredacteur Herman Wigbold ook zijn zakken vulde, ondermeer als (TV)
presentator van VARAs Achter het Nieuws.
Zekerheidshalve
had ik mij wel met Ed de Keizer een pseudoniem aangemeten. Een naam waar ik dan
weer niet naar luisterde, als ik door een redacteur van de gratis krant werd
geroepen. Wat zullen zij mij een arrogante kwast hebben gevonden. Een aantal
jaren heb ik deze leuke bijbaan gehad, zonder dat het mij problemen gaf. Hoewel,
kennelijk is er ooit een poging gedaan om achter de ware persoon van Ed de
Keizer te komen. (De perikelen hierover vallen te lezen in mijn
www.Kroondomein.com onder de kroonjuweeltjesnaam Wie O
Wie.) In Dagblad Nederland heb ik uiteindelijk tot mijn
VUT aan toe 35 jaar lang de mooiste baantjes gehad. Tevreden kijk ik op mijn 66e
verjaardag terug op mijn Route 66. Natuurlijk met dank aan mijn vader voor zijn
valse geboorteaangifte.
Met het voornemen bij de
plastisch chirurg er 'zittijd' bij te kopen, ging ik vandaag op de
eerste controle na m'n operatie. Een week geleden was ik namelijk uit het
ziekenhuis ontslagen, onder de restrictie dat ik per dag maar drie keer een uur
mag zitten. Eenmaal thuis realiseerde ik mij pas welk een grote opgave dat
is.
Per etmaal ben ik circa zestien uur op, minus drie zituren,
blijft er dertien uur over om te lopen, te staan en te liggen. Daar gaat dan een
kleine twee uur maximaal wandelvermogen van af, houd ik nog altijd 11
uur over, waarbij 'staan' op m'n wandelpoten bijna onmogelijk
is gebleken. Die tijd ben ik dus veroordeeld tot bankliggen, natuurlijk
exclusief acht slaapuren in bed. Gevolg is dat alle kanten van mijn lijf
pijnlijke signalen afgeven, kennelijk om mij zo onder druk te zetten, mijn
lichaamsdelen weer als van ouds normaal, vooral op het juiste moment in te
zetten. Vandaar mijn voornemen er zituren bij te kopen.
Al gauw bleek dit
niet nodig te zijn. De chirurg was meer dan tevreden over het behaalde
resultaat. "Meneer Kroon, wij hebben op alle medische terreinen veel in uw
operatie geïnvesteerd en dat heeft zich nu volledig uitbetaald. Voor mij is dit
het droomscenario geworden." mooier kon zijn tekst niet zijn. Hoewel, met
"Uzelf heeft het ook fantastisch gedaan, want het is bepaald geen sinecure
om veertiendagen lang in een houding op een zandbed te moeten liggen", gaf
de dokter een aangename toegift.
Nu wilde ik mij ook niet onbetuigd
laten, want voor deze kundige arts gaat er geen zee te hoog. Na een week
zandbed, mocht ik er dagelijks een halfuurtje uit, om even te staan en stukjes
te lopen. Maar daarbij mocht ik absoluut niet zitten, waardoor het probleem
ontstond dat ik niet uit de bak van het zandbed kon komen. De laatste
mogelijkheid van een bedlift viel af, doordat daarvoor ik draagbanden onder mijn
gat zou krijgen.
"Hoeveel weegt u?" vroeg de arts verrassend.
"Uhh, bij opname 88 kilo." De plastisch chirurg, boog zich over mij
heen, pakte me bij kop en kont en tilde mij zo uit bed, om mij een half uurtje
later er weer in te tillen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, er
geen ARBO bestaat, haalde hij dat kunstje nog vijf dagen uit. Een gebeurtenis
wat onder het verplegend personeel van het ziekenhuis rond ging zingen.
Meeliftend kreeg ik daardoor ziekenhuiselijke bekendheid, als de
man die letterlijk door zijn arts op handen werd
gedragen.
Mijn passende tekst wuifde de medische
diehard lachend weg met: "Tja, het was inderdaad een beetje ongewoon,
maar het was het waard. En wat mij betreft zijn er geen beperkingen meer voor u.
Hier hoeft u niet meer terug te komen. Veel succes met uw verdere
herstel."
Met kinderlijke blijheid verliet ik, al fluitend een song
van Ramses Shaffy, het ziekenhuis. "Loop, lig, sta, zit, lach, geniet en
bewonder....."
Volgens mij heeft'het veel praten' van vrouwen een
dienstbare functie voor de man.
Wij mannen worden daarmee namelijk in de gelegenheid
gesteld, mooie vrouwen lang (genietend) aan te kunnen kijken, zonder dat dit
gênant is. Daarmee lijkt dan ook verklaard waardoor mannen'slecht
luisteren'.
Sorry Anne Vegter, ik weet dat je nog maar sinds 30 januari
2013 Dichter des Vaderlands bent, maar wat mij betreft krijg je nu al een
opvolger. Vanaf Koninginnedag (30 april 2013) rond 11:00 uur moést André van
Duin tot Dichter des Vaderlands worden benoemd en misschien wel voor de rest van
zijn leven. Door André is namelijk het volksliedje "Oranje
Boven", bij afscheid van Koningin Beatrix, niet verworden tot het armzalige
busreizenliedje "We zijn er bijna", wat immers door hetzelfde
melodietje wordt ondersteund.
"Oranje Boven, Oranje Boven, Leve de
Koningin", eind 19e eeuw bij het aantreden van Koningin Emma
ontstaan, zou in melodieuze zin alleen maar hakkelend voor Koning Willem
Alexander kunnen worden voortgezet, wat wij onze kersverse vorst natuurlijk niet
aan konden doen. Met André's geniale aanpassing, "Oranje Boven,
Oranje Boven, Leve de Koning én Maxima, is de aubade aan ons
staatshoofd voorgoed veilig gesteld. Na het tekenen van de Akte van Abdicatie
galmde het "...... én Maxima" uit duizenden kelen op de Dam. Het was en
is een voltreffer, waardoor alleen André van Duin nog de Dichter des Vaderlands
kan zijn.
Bij het opstaan merkte ik het al, de zoveelste kloten
tijd heb ik weer achter de rug. Dit keer was een blaasontsteking met de daarbij
behorende antibiotica de boosdoener. Zelfs de matige eetlust is behoorlijk aan
het verbeteren. Het water liep bij de gedachte alleen al mij in mn mond. Ik
wilde weer een harinkie happen. Eenmaal een haring aan de staart begon mn huig
te kwispelen in mn strot. Het werden er twee en wat waren ze weer
lekker.
Zodra ik aan het beteren ben, en daar ken ik inmiddels
een aantal perioden van, beginnen mijn papillen op te spelen. Dan moet er een
visje worden gevangen. Jammer is wel dat ik maar twee dagen van het lekker
voelen mag genieten, want vrijdag aanstaande onder ga ik een (reconstructieve)
operatie met een inpandige herstelperiode van drie weken. Daarbij kom ik op een
zandbed te liggen, waarbij ik de gedachte aan Egmond aan Zee met een kuil
gravende Duitser naast me, direct moest skippen. Van een verpleegkundige hoorde
ik wat zon bed werkelijk inhoud. Het schijnt bijna comfortabel te zijn en
wordt het zeker geen paar weken stilliggen. Mijn vrees voor het ongewisse
heeft voor gelatenheid plaats gemaakt.
Ergens begin mei ben ik dan weer thuis aan mn
herstelperiode toe. In de hoop dat mijn papillen dan weer snel zullen
opspelen.
Doordat er twee mensen waren ontslagen, bleven alleen Wim en ik over op de vierpersoonskamer van het MCA. Natuurlijk in afwachting van de volgende patiënten. Of worden zij in de geprivatiseerde zorg gasten genoemd?! Hoe dan ook, een oud vrouwtje werd begeleid door haar mooie dochter, onze kamer binnengeleid. Ons sobere uitzicht, waarbij wij opkeken naar alles wat bewoog, kreeg een meer dan aangename afwisseling. Het was zaak om hier omzichtig mee om te gaan, waarbij vaak je hoofd bewegen de beste tactiek bleek te zijn. Zo kreeg je die schone vertoning het meeste binnen je gezichtsveld.
Maar ja, zij was het niet die de kamer met ons ging delen, maar haar oude moeder. Wat hadden wij graag het oudje afscheid van haar dochter zien nemen. Eenmaal met zn drietjes op kamer, kregen we wat meer gelegenheid om onze senior kamergenote beter in ons op te nemen. Het was een klein kakkineus vrouwtje, beetje Indisch typetje, dat met een hoog geaffecteerd stemmetje sprak. Haar peper en zoutkleurige haar, niet eens grijs laat staan spierwit, zat in een coupe zoals dat van een veertienjarig kostschoolmeisje zit. Zij liep in hele kleine, Japanse pasjes. Waarom loopt u zo? werd haar nog door een verpleegkundige gevraagd.Nou gewoon kind, om vooruit te komen, diende zij van een veelzeggend repliek.
Vooralsnog viel er moeilijk met haar in contact te komen. Haar bed stond naast die van Wim, met een gordijn als scheiding, alleen bedoeld voor de persoonlijke zorg door de verpleegkundigen. Toen zij zich eenmaal in bed had genesteld, trok zij de afscheiding met Wim voor de helft dicht, waardoor mijn maatje een deel van zijn uitzicht verloor. Stilzwijgend werd door de belanghebbenden het gordijn open en dicht getrokken. Iets wat één van de verpleegsters was opgevallen. Zo mevrouw Jungerius, we laten nu het gordijn gewoon open, zodat uw buurman ook kan zien wie er binnen komen. En op de klok kan kijken,vulde Wim nog dankbaar aan. Ja, maar ik ben erg op mn privacy. Waarom moet ik hier dan ook met twee mannen op een kamer liggen? Op haar protest werd verder niet gereageerd. Nog een paar keer probeerde het dametje van het gordijn een soort ziekenhuisschutting te maken, maar nadat zij daarvoor nog een keertje vermanend was toegesproken, legde zij zich bij haar ongewenste situatie neer.
Wim, een geboren gastheer waarmee hij in zijn restaurant De Vestibule ooit furore maakte, deed gaande de dag opnieuw een poging om met mevrouw J. in contact te komen. Nu moest het wel lukken, want zij had mij als haar overbuurman inmiddels al eens vriendelijk toegezwaaid.Wat heeft u een charmante dochter mevrouw, richtte Wim zijn woorden op haar moederhart. Het werkte, want vol trots vertelde zij over haar kinderen, waarbij wij met verbazing aanhoorde dat die schoonheid al tegen de vijftig aan loopt. Wim hoefde verder nauwelijks nog iets te vragen, want haar levensloop kwam, als vanuit de koptelefoon van een rondvaartboot, in een woordenstroom op ons af. 85 Jaar was zij en tot voor kort nog kern gezond. Zij heeft op Nederlands Indië gewoond, waar haar vader apotheker was en zij genoot van haar rijke kinderjaren. Totdat de Jappen kwamen en zij met haar ouders in de beruchte kampen werden ondergebracht. Na dit te hebben overleefd ging de familie terug naar Holland. Onze sympathie groeide voor deze pientere vrouw.
s Ochtends na het ontbijt verviel mevrouw J. nog even in haar Indische jaren. Zij belde de verpleging, want ze was klaar met het ontbijt en er kon worden afgeruimd. Na haar operatie zagen wij haar niet terug. Toch had ze dit ook overleefd en lag nu in een éénpersoonskamer.
Niet dat ik culinair gesproken een mening
van betekenis heb, t is lekker of t is niet lekker, was ik toch licht
verbouwereerd toen ik Ron Blauw in De Wereld Draait Door hoorde toelichten, dat
hij stopt met zijn twee sterren restaurant. Waarmee hij eigenlijk zijn sterren
aan het Michelin mannetje teruggeeft. De enkele keer dat ik in een Michelin
sterren restaurant zakelijk heb gegeten, was ik zeker wel verrast door de
heerlijke smaken die op mn papillen bijeen werden gebracht. Maar eerlijk gezegd
vond ik het ook wel erg kakkineus, een beetje ongezellig en ga ik net zo lief
een biefstuk verorberen bij Loetje. Een beroemd eetcafé in Amsterdam.
Dan lijkt het raar dat het sterrenverlies
van Ron Blauw mij iets doet. Ik denk dat het heel erg met chauvinisme heeft te
maken. Trots zijn op Nederlandse restaurants die door de beroemde Franse
smulpapen worden geprezen. Bij Mathijs van Nieuwkerk (DWDD) kwamen topkoks langs
die zich uitspraken over de sterrenslag van Ron Blauw. Waarbij ik direct moest
denken aan Wim Kaspers, tot enkele jaren geleden eigenaar van het beroemde,
gezellige, Alkmaarse eetcafé De Vestibule. Wat zou Wim daar nou van vinden?
Juist naar zijn mening ben ik heel nieuwsgierig, vooral ook doordat hij dat
ongetwijfeld heel smeuïg zal verwoorden.
Wim ken ik nog maar heel kort. Hij was de
eerste die mij op de vierpersoonskamer in het ziekenhuis aansprak. Wijzend op
mijn trainingsjack vroeg hij: Wat is www.kroondomein.com? Das mn eigen
website. Mooi, maar wat staat daar dan op?, ging het vragen
over in een diepte interview. Zonder mij verder eerst te installeren,
raakte ik met Wim in een aangenaam gesprek, waarbij de spreekwoordelijke klik
bijna hoorbaar was.
Leuk Arnold, ik schrijf zelf
ook, heb naast een heel fraai kookboek (en dat is het) Koken
achter de Kachel (voor al de mannen die denken dat ze niet kunnen
koken), het boek Bourgondisch Sportengeschreven. Googel mn
naam maar eens dan kom je het allemaal tegen. En weet je wat nou zo grappig is?
Van zon boeiende verteller wilde ik natuurlijk wel weten wát voor hem
grappig is. Het antwoord liet niet langt op zich wachten. Ik ben van
oorsprong dyslectisch; dom, zoals ze dat voeger op school noemden. Daar hebben
we het later nog wel over. Hier, heb je vast wat te lezen. Zijn
Bourgondisch Sporten schoof hij mijn nachtkastje
binnen.
Voor mij werd het tijd om de inhoud
van mn koffer in de smalle kledingkast te legen en van mijn(ziek)bed bezit te
nemen. Mede door Wim zn grappen en grollen was ik op een heel gezellige kamer
gekomen, ondanks dat we het stuk voor stuk door onze ziekte behoorlijk hadden
te verduren. Ook de verpleging deed met plezier onze bedden aan. We leken zelfs
genomineerd voor de prestigieuze prijs het lachende laken.
In alle mogelijke stemmingen kwamen wij onze
tijd door. Inmiddels wist ik van Wim dat hij tegen zijn woordblindheid had
geknokt, door destijds op verzoek over zijn deelname aan de Marathon van New
York zn belevingen neer te schrijven. Toen nog moest zijn komische pennenvrucht
worden geredigeerd. Al gauw bleven zijn verhalen, die hij later als columnist
voor een huis-aan-huisblad schreef, ver van het rode potlood, doordat Wim zich
al jaren dagelijks met puzzeldoorlopers taalkundig traint.
Wim lag eerder in het ziekenhuis dan ik, dus
had er ook recht op om voor mij weer te mogen vertrekken. Zijn
Bourgondisch Sporten had hij uit mijn nachtkastje gehaald, om
vervolgens bij afscheid het in mijn handen te drukken. Nog even gauw had hij
voorin een persoonlijk woordje toegevoegd, wat ik nog steeds niet met droge ogen
weet terug te lezen.
Wims vertrek
werd een behoorlijk gemis, ook al doordat zijn Trix dagelijks een
verscheidenheid aan heerlijk fruit niet alleen meer voor hem de blender
doorjaagde. Maar het meest miste ik toch Wims peptalks, die hij
altijd op het juiste moment wist in te zetten.
Inmiddels thuis hebben
we nog steeds contact. Gisteren nog, heel grappig, juist op het moment dat ik in
zijn komische boek zat te lezen. Wie kan het zeggen, dat hij tijdens lezen
van een boek door de auteur zelf wordt
opgebeld?!
Eerste
opname was tijdens pakjesavond, dit keer de ingreep op Valentijnsdag Mocht de
Paashaas zich nu al zitten te verkneukelen, zal hij zich dan toch tevreden
moeten stellen met een ontmoeting 2e Paasdag op Texel. Mag hij zelfs
met mij meelopen met een georganiseerde wandeltocht van, nog voorzichtigjes aan,
10 of 15 kilometer.
Zowel gisteren als vandaag moet ik het
zonder mn zeven stempeltjes doen. Das een hard gelach. Uiteindelijk had het
mn 10e wandelmarathon moeten worden. Nog voor mn operatie van 6
december jl. had ik als streven dit evenement als stip aan mijn horizon staan.
En dat niet eens als irreëel doel. Het zou moeten kunnen en in het aller
uiterste geval zou ik zelfs nog naar de 2x 10 kilometer uit kunnen wijken. Ook
dan zou ik mijn jubileumtocht hebben volbracht. Het is heel anders
gelopen.
Zonder al die nare details op te rakelen,
zijn er na de operatie een aantal complicaties opgetreden. Zodanig zelfs dat ik
een week lang op de Intensive Care terecht ben gekomen. Het heeft allemaal maar
een haartje gescheeld ..
Sinds oudejaarsdag ben ik thuis om aan te
sterken, zodat ik 14 februari opnieuw kan worden geopereerd. Iets waar ik, door
het historisch verloop, ontzettend tegen op zie. Maar ja, het môt. Naar mate
ik lichamelijk weer sterker word, en dat is zo, zal ik mentaal ook wel verder
aansterken.
Trouwens, mijn intimi zien het
verschil al niet meer tussen voor en na de operatie. Optisch gesproken dan. Voor
mij voelt het bijna ook zo, ware niet dat ik twee maal daags van de Thuiszorg
gebruik moet maken. Hoe bizar was overigens het weerzien van die meiden, die nog
maar 15 maanden geleden liefdevol mijn Truus hebben verzorgd. Mijn meissie had
toen echter nul kans om nog te beteren. Die kansen heb ik wel. Beter gezegd:
Mijn stip aan de horizon staat nu op 20 april, voor deelname aan de 25
kilometer Bloesemwandeltocht van Geldermalsen.
In die tijd zal al lang mijn lust tot
schrijven zijn teruggekomen. Daar is nu nog geen sprake van. Dát beteren loopt
helaas niet parallel met de fysieke vooruitgang. Ongetwijfeld heeft dat alles te
maken met het handje medicijnen die ik dagelijks heb te slikken. Daardoor is
er veel wat ik momenteel nog niet weet op te brengen. Gevolg daarvan, en dat
vind ik best erg, is dat ik niet of nauwelijks op alle lieve reacties heb
gereageerd. Nota bene geen enkele nieuwjaarskaart heb verzonden. Je moet het
die pillenslikker maar vergeven.
Het klinkt mogelijk dramatisch, maar het enige leuke voor dit moment is dat ik nog in leven ben. Want ja, zó erg ben ik er aan toe geweest, door een opstapeling van complicaties. Mijn schrijfstijl heeft daar natuurlijk onder te lijden. Ongetwijfeld weet ik mn toetsenbord t.z.t. wel weer te resetten.
Dit korte berichtje, wat best wat energie vraagt, kan ik niet nalaten te schrijven, omdat ik ontzettend veel lieve reacties heb gehad. Dat heeft me enorm goed gedaan.
Sinds oudejaarsdag ben ik thuis, in afwachting van een nieuwe oproep, om opnieuw onder het mes te gaan. Nagenoeg zeker met de bedoelde goede eindresultaten. Ik heb een stel aangename vrienden om mij heen, die mij verzorgen. Meer mensen kan ik momenteel (helaas) niet verdragen. Geen onwil, verre van, maar ik moet eerst nog aansterken.
"Ik sta op tegen kanker.""Ik sta op voor mijn
Truus". Zij had de vreselijke pech dat ze niet geholpen kon worden. In vijf
maanden tijd was zij dood. Sinds 28 dagen weet ik ook kanker te hebben. Maar
daaraan ga ik niet dood. Na 3 van de 5 bestralingen voel ik aan mijn lijf dat
'mijn kanker'nu al vreselijk 'de tering' in heeft.
Vanavond stond ik niet alleen op, maar belde
ook: 0800 1160 en werd natuurlijk donateur.
Met nog twee bestralingen te gaan, voel ik
inmiddels wel dat de radiotherapie zn werk aan het doen is. Iets aan
bijverschijnselen spelen op. Ik mis een beetje spirit, voel de
bestralingsplekken gloeien en heb aan mijn dijbenen een soort spierpijn. Mn
arts wist dat het daarvan ging komen en adviseerde de pijn met paracetamol te
bestrijden. Zo erg is het nog niet dokter Maar, kan ik wel zaterdag een
wandeltocht van 20 kilometer lopen? Uhh, nee dat kan je niet ., tenminste, als
je dat normaal ook niet zou kunnen. De grappenmaker liet zo weten dat ik
mij in niets hoef te beperken.
Hij was overigens zeer tevreden over de
resultaten van de behandeling en zei nog eens met klem, heel erg positief over
de afloop te zijn. Dus, erg veel succes volgende week meneer Kroon. Nou
dokter, ú heel veel succes met de operatie! Tja,
uiteindelijk moet hij de klus klaren, al lijkt het volume aan meegekregen
documentatie erg op een doe-het-zelf-pakket. Sinterklaasavond zet ik mijn
schoenen onder een bed van het MCA, om donderochtend te worden geopereerd. Ja,
het gaat nu best spannend worden.