1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
"Ik sta op tegen kanker.""Ik sta op voor mijn
Truus". Zij had de vreselijke pech dat ze niet geholpen kon worden. In vijf
maanden tijd was zij dood. Sinds 28 dagen weet ik ook kanker te hebben. Maar
daaraan ga ik niet dood. Na 3 van de 5 bestralingen voel ik aan mijn lijf dat
'mijn kanker'nu al vreselijk 'de tering' in heeft.
Vanavond stond ik niet alleen op, maar belde
ook: 0800 1160 en werd natuurlijk donateur.
Met nog twee bestralingen te gaan, voel ik
inmiddels wel dat de radiotherapie zn werk aan het doen is. Iets aan
bijverschijnselen spelen op. Ik mis een beetje spirit, voel de
bestralingsplekken gloeien en heb aan mijn dijbenen een soort spierpijn. Mn
arts wist dat het daarvan ging komen en adviseerde de pijn met paracetamol te
bestrijden. Zo erg is het nog niet dokter Maar, kan ik wel zaterdag een
wandeltocht van 20 kilometer lopen? Uhh, nee dat kan je niet ., tenminste, als
je dat normaal ook niet zou kunnen. De grappenmaker liet zo weten dat ik
mij in niets hoef te beperken.
Hij was overigens zeer tevreden over de
resultaten van de behandeling en zei nog eens met klem, heel erg positief over
de afloop te zijn. Dus, erg veel succes volgende week meneer Kroon. Nou
dokter, ú heel veel succes met de operatie! Tja,
uiteindelijk moet hij de klus klaren, al lijkt het volume aan meegekregen
documentatie erg op een doe-het-zelf-pakket. Sinterklaasavond zet ik mijn
schoenen onder een bed van het MCA, om donderochtend te worden geopereerd. Ja,
het gaat nu best spannend worden.
Vandaag heb ik er extra op gelet, dat ik mn
sokken niet binnenstebuiten aan had. Was ik er zelfs kien op dat het elletje en
erretje van mijn dagelijkse sokken ook aan de juiste voeten zaten. Dat komt
doordat de meiden van het bestralingsapparaat vorige week, tijdens het
vooronderzoek, lacherig opmerkte dat ik wél mijn sokken goed aan had. Want
echt meneer Kroon, heel veel mannen komen hier met hun sokken verkeerd om aan.
Aha, en wie heeft dit keer de weddenschap gewonnen? Nee, zover gingen ze
dan weer niet, misschien wel om het serieuze karakter van hun werk niet te
ondermijnen.
Dit was mijn eerste dag van bestralen, dit
keer niet door de sokkenmeisjes uitgevoerd. In een kwartiertje tijd was het
voorbij. Nog vier bestralingen te gaan. Aansluitend had ik een afspraak met de
schètzakkeizustâh. Uhhh, vergeef mij, door de ontlading (want ik was toch wel
een beetje nerveus), speelde mijn platte Haags weer erg op. Ik bedoel
natuurlijk, de Stomaverpleegkundige. In alle rust werd, vooral zo luchtig
mogelijk, verteld wat mij de aankomende tijd te wachten staat. En dat is nog al
wat, waarbij de mate van zelfwerkzaamheid min of meer het genezingsproces
positief kan beïnvloeden. Wel van het begin tot het eind, van de ziekte wel te
verstaan, goed door hen gecoacht en met alle denkbare hulp. Dat halfjaartje met
een stoma in de dunne darm (aan de rechter kant, ter geruststelling van mijn
wandelmaatje) zal hooguit lastig zijn, maar nauwelijks beperkingen met zich
meebrengen.
Het lijkt zelfs geen probleem te zijn om
zondag 30 december in een volle zaal van Sjaak Bral te genieten. Aanvankelijk
dacht ik zon zit niet reukloos door te kunnen komen, waarbij ik al had bedacht
op een verkeerde lucht moment stiekem wat Boldoot 4711 te sprenkelen.
Alle kans dat er dan in mijn omgeving een oudere vrouw zit die dan collectief
verwijtend zou worden aangekeken. Nou, op voorhand heeft die mevrouw al mazzel,
want het stinkt niet.
De windjes die gedurende mijn stoma-periode
onhoudbaar het zakje in worden geblazen zijn volkomen reukloos. Bij het aanhoren
van deze geweldige eigenschap neigde ik er toe te vragen of zon stoma,
bijvoorbeeld in een light versie, ook als sinterklaascadeautje gegeven kan
worden. Want er zijn me een paar stinkerds .. Natuurlijk hield ik, nu het nog
kan, mij in.
En weer kwam de wandelmarathon van Egmond
ter sprake. Nou ja, dat lijkt mij eerlijk gezegd een beetje te snel, want
reken maar dat u na de operatie even niets waard bent. De tien kilometer dan?
De zorgelijke blik verdween als sneeuw voor de zon: ja, dat moet wel
kunnen lukken . Yessss!, want waar tien kilometer lukt, blijft voor mij
de 21 nog lang niet uitgesloten.
Mijn gewenste lichaamsbouw gaat terug naar de tijd dat de sixpack zelfs nog niet als verpakkingseenheid was uitgevonden. Nadien ben ik met (tour)fietsen, squashen, fitness en wandelen heel wat gevechten met mijn lijf aangegaan, om het enigszins binnen de perken te houden. Zij die hierover tot een alleraardigste reactie worden uitgelokt, beloof ik verbaal snoeihard te pareren.
Trouwens mijn overgewicht werkt, naar zeggen van mijn chirurge, in mijn voordeel. Zij hebben meer ruimte om bij mijn darmen te komen. Vanaf nu ben ik zelfs geneigd naar alle vergelijkbare lichaamsgebouwden mijn duim op te steken, met de aanmoedigende tekst: Heel goed ., je weet maar nooit
Vandaag liep ik toch ook weer tegen een ongekend nadeel aan. Omwille van de bestralingen van aankomende week zijn er namelijk een viertal cirkeltjes op mijn lichaam geplaatst, die ik dezer dagen zelf in zichtbaarheid met een stift moet onderhouden.
De eerste keer dat ik het onderhoud wilde plegen, wist ik niet meer waar de tekentantes de kringetjes hadden geplaatst, zodat ik voor de spiegel op onderzoek uit moest. Eén rondje was bij mijn navel snel gevonden. En ja hoor ., korte tijd daarna trof ik circa tien centimeter zuidwaarts het volgende cirkeltje. Nog twee te gaan.
Minutieus zocht ik in de directe omgeving, met de wetenschap dat de bestraling in dat gebied plaats zal vinden. Geen kringetjes, zoals die rond mijn navel en daar onder, waren neergezet. Ik ging de logica bij elkaar fantaseren. Grote(re) kringen voor de primaire gebieden, kleine(re) kringen voor het secundaire gedeelte. Vanuit die theorie kwam ik wel plekjes tegen waar sterk vervaagde kringetjes omheen zouden kunnen staan. Maar ja, ik zag er meer dan twee.
Om mijn behandeling op voorhand al niet te verpesten, heb ik toen toch maar even het ziekenhuis gebeld, met de vraag waar die vier cirkeltjes precies zijn gelokaliseerd. Ja, die twee heb ik gevonden Ohhh, links en rechts op mn dijbenen?! Tja, daar had ik niet naar gekeken. Natuurlijk hield ik voor me dat ik bijna twee cirkeltjes om moedervlekjes had neergezet.
Soms moet je op je poot spelen, wat bij een
wandelschoenaffaire een vanzelfsprekendheid lijkt. Mijn Han Wag schoenen,
waarover eerder verhaald, leken namelijk een miskoop te zijn, ondanks dat de
reputatie van dit topmerk bijna niet toeliet dat er iets aan die schoenen kon
mankeren. Getuige de mening van de schoenenadviseuse, podologe en
schoenenimporteur. Dit voetvolk mag dan goed bedoeld daarvan overtuigd
zijn, na twaalf tochten van totaal 232 kilometer pijnlijke poten wilde
ik echt niet langer de voetveeg zijn, iets wat men zo langzamerhand kon
billijken.
Zo liep ik dan weer met vertrouwde New
Balance schoenen wat metertjes door de winkel, waarbij het mij moeilijk viel te
zeggen of ik nu wel pijnvrij kon stappen. De opgelopen blessure, twijfel bij
derden of het wel aan schoenen zou liggen en het bij lopen na moeten
denken werkten in mijn nadeel. Mijn eerder opgedane ervaring met de
NB wandelschoen gaf echter de doorslag. Ik gok het er op.
Heel begrijpelijk kon de
schoenenmevrouw, uit serviceoverweging, niet verder gaan dan met gesloten beurs
de schoenen te vervangen, waarbij ik de pijnlijke Han Wags mocht
houden. Anders gooien wij ze toch weg. Deze schoenenwissel vond ik
prima, ondanks mijn strop van vijftig euro. Oi, ik verheugde mij weer
op pijnloze wandeltochten. Nee, ik hoef die schoenen niet te hebben. Veel
liever heb ik het dat de fabrikant, ondanks hun twijfel, tóch naar die schoenen
kijkt, omdat ik er wél van overtuigd ben dat het daar aan
ligt.
De schoenen
werden naar Duitsland opgestuurd en zes weken later liet de schoenenmevrouw mij
weten dat Han Wag, zonder verder commentaar, de schoenen volledig heeft vergoed.
Beetje flauw van de heren Han en Wag. Zij waren echt niet van hun voetstuk
gevallen, als zij ruiterlijk hadden erkend dat het om een productiefout ging en
excuus aangeboden zouden hebben voor de 232 rottige kilometers die ik op hun
product heb afgelegd.
Van de
winkelier kreeg ik dus die vijf tientjes terug. Nou wil ik niet verder foeteren,
maar ook zij namen niet de kans die Han Wag liet liggen. Al was het maar een
kortingsbon voor een volgende aankoop, dan had mn voetenleed nog vriendelijker
afgelopen.
Het was vandaag in het ziekenhuis
weer een enerverende middag. Daarbij kreeg ik heel even het idee dat mijn
persoonsgegevens van zowel mijn sportschool als van het ziekenhuis met elkaar
waren gematcht. En dat ik, naar aanleiding van mijn krachttrainingresultaten,
met tattoos beloond zou worden. Die tattoos kreeg ik, de motieven daar achter
waren heel anders.
Met de verrassende
openingszin Meneer Kroon, ik ken u al van binnen en van buiten ,
verhaalde de chirurg wat mij de aankomende tijd staat te wachten. Kennelijk zo
bedoeld, voelde ik mij direct op mijn gemak en leek ik niet zoveel te hoeven
vrezen. En dat gevoel klopte helemaal. De ontdekte tumor verkeert in een vroeg
stadium en was nog min of meer vrijstaand, zonder uitzaaiingen. Zo gunstig zelfs
dat de voorafgaande bestralingen eigenlijk niet nodig zouden kunnen zijn. Er
volgde toen een alleraardigste verhandeling over een profbokser in de ring,
waarbij ik werd verzocht m effe de ring uit te slaan. En omdat wij
verwachten dat u dat niet zal lukken, uw krachttraining daarvoor
onvoldoende is geweest,spuiten we die bokser effe plat, zodat u m
alleen maar aan zijn benen de ring uit hoeft te slepen.
Dit ging dus niet over mij en een bokser,
maar over de chirurg en de tumor. Door een bestralingscessie van vijf dagen zal
de tumor voor dood mijn ring (lichaam) worden uitgesleept. Ik ben er
vrijwel zeker van dat wij u voor honderd procentkunnen genezen.
Een pracht verhaal met Happy End.
Maar natuurlijk zit ik nog niet aan de
laatste pagina van dit sprookje. Ik ben nog maar net het eerste
hoofdstuk door. Hoewel, het hoofdstuk plaats bepalen mocht ik ook al
vanmiddag doorwerken. Dit ging om een CT scan, waarbij op de millimeter
nauwkeurig wordt bepaald op welke plekken ik zal worden bestraald. En dáár waren
twee tattoos, niet meer dan puntjes, voor bedoeld. Wat zal ik later trots op
mijn tattoos zijn.
De volgende hoofdstukken volgen heel snel.
Vanaf volgende week maandag word ik vijf achtereenvolgende dagen bestraald,
waarna donderdag 6 december de operatie al zal volgen.
Nu al heb ik het gevoel over mij dat ik aan de beterende hand
ben.
Politici beantwoorden vragen niet in volzinnen. Nee,
veel erger, ze lullen in alineas om te verhullen dat zij hun
(verkiezings)afspraken niet nakomen.
Toen de verpleegkundige mij maandag de meest
intieme vragen stelde gaf ik op haar verontschuldiging te kennen dat ik
graag in handen en gek op aandacht ben. Dat blijkt ook wel door mijn
openhartig geschrijf in mn blog, door mij hardnekkig het digitaal openen
van mijn regenjas genoemd. Datgene mij overkomt wil ik, dan wel zo luchtig
mogelijk, met anderen delen. Mochten daar twijfels over zijn, kan ik onthullen
altijd heel blij met de plezierige reacties te zijn.
Ach ja, ik had voor mijn gevoel effe een
intro nodig, om het weer eens over mijzelf te kunnen hebben. Want dat moet,
digitaal mijn week doornemen. Het leek een verschrikkelijke week te worden, wat
zelfs tot aan de eerste woorden van mijn MDL-arts aanhield. Maar, toen kwam de
wending . Mijn kanker is operabel. Er is heel veel hoop op leven.
De volgende twee dagen ben ik bijna in een
roes, waarin meneer Heineken een niet onbelangrijke rol heeft gespeeld,
doorgekomen. Woensdag reed ik ergens in mijn prachtige regio toen, als zoveel
malen daarvoor, een gelukzalig moment mij overviel. Dit keer met het gevoel dat
ik dit ook het aankomend voorjaar weer mag beleven. Je moest eens
weten, beter van niet, hoe lekker zoiets je donder door raast.
Eigenlijk heb ik een geweldige week gehad.
Vol moraal ben ik donderdagochtend op de sportschool weer met krachttrainingen
begonnen en ondanks dat ik zon drie weken (inclusief vakantie) had gespijbeld,
had ik nog niets op mijn prestaties ingeboet. Nog steeds druk ik 42,5 kilo,
waarmee ik absoluut nog niet voor het watje van het jaar in aanmerking
kan komen. Gezien mijn leeftijd en mijn gemis aan tatoos is het best een
acceptabele prestatie, die ik ondanks alles vast heb weten te houden. Ook elders
binnen mijn trainingscircuit zijn mijn prestaties op niveau gebleven. Geloof
maar dat ik met een blij gezicht de sportschool verliet.
Alsof ik mij nog niet genoeg had bewezen,
was ik de volgende dag de klos doordat een vriendin mij had aangeboden mijn
tuin winterklaar te maken. Niet dat zij daarbij van mij een bijdrage verwachtte,
maar dat is nou eenmaal mijn eer te na. Samen hebben we in anderhalf uur de
zware arbeid verricht. En weer geen centje pijn.
Vandaag wilde ik in
overtreffende trap bewijzen dat er in fysieke zin bij mij totaal nog niets
merkbaar is. Nee, ik heb geen ongewenst gewichtsverlies. Nee, mijn darmen
manifesteren zich niet op een onaangename wijze in mijn onderbroek. Alles is nog
heel normaal. Daardoor wilde ik niet zo maar mijn standaardafstand van 20
kilometer wandelen. Het moesten maar weer eens 25 kilometers worden, zoals ik
dat eind september voor het laatst met de Dam tot Dam liep.
Nou, deze tocht vanuit mijn neefs
Wassenaar, was door de duinen vele malen zwaarder. Maar toch zonder één centje
pijn. Met bijna 6 kilometer per uur liep ik met hartstikkevriendin deze pracht
tocht. Morgen neem ik mijn rustdag, zit ik breedbekkerkikkerend van genoegen op
de bank. Na te genieten van toch een fijne week waarin Kanker fysiek nog geen
vat op mij heeft gekregen. En dat hou ik zo!
Bij nader inzien vond ik het
eigenlijk een beetje eng, die reactie zondag (de 11e november) van
een meisje van tien op Auÿ au De Haag in mijn blog Knetter. Ik wist er ook
niet direct op te reageren. Tegelijkertijd bedacht ik dat het voor dat meisje
wel heel teleurstellend moet zijn als er niet op haar initiatief werd
gereageerd. Volwassen gedachten stroken immers niet helemaal met die van een
kind. Daardoor besloot ik zo neutraal mogelijk te reageren, met:
Dag Cheyenne,
Natuurlijk eerst van harte
gefeliciteerd met jouw verjaardag. Ik hoop dat je er een leuke dag van maakt en
dat je mooie cadeautjes hebt gekregen. Maar dan, eerlijk gezegd ben ik een
beetje dom en weet niet goed wat je bedoeld, waarom je hebt geschreven. Grote
mensentaal versta ik veel beter, dus vraag maar aan jouw pappa of mamma mij nog
eens te schrijven, om mij uit te leggen wat ik niet snap.
Dag,
dag! Arnold Kroon
Zonder verder op het e-mailadres te letten ((cheyenne10 [ggd@hotmail.nl])
verzond ik mijn antwoord met beantwoorden. Het bericht kwam terug met als
opmerking: This is an automatically generated Delivery Status
Notification. Delivery to the following recipients failed.ggd@hotmail.nl
Achteraf gezien misschien niet zo gek, met ggd als
hotmailadres. Ik heb mij suf gepiekerd, wat ik hier toch van moet denken. Ik
kwam er niet uit. Vandaar dat ik de gebeurtenis hierbij maar openbaar
maak.
Niet geheel okselfris, waar
meneer Heineken toch wel debet aan is, kwam ik vandaag ontzettend opgelucht uit
bed. Alle spanningen van de laatste weken zijn van mij afgevallen. Alle kans dat
ik nu dan ook geen stommiteiten meer uithaal.
De laatste was van eergisteren, toen ik een
ovengerecht klaarmaakte. De oven op 220 graden voor een heerlijke wilde zalm in
bladerdeeg. Heerlijk gegeten, dat wel . Alleen was ik vergeten eerst de plastic
magnetron-afdekschaal er uit te leggen, waardoor ik ongewild ook een plastic
pannenkoek had gebakken.
Als ervaringsdeskundige weet ik nu dat niet
alleen scherven, maar ook plastic pannenkoeken geluk brengen. Goed om te weten,
toch?!
Nee, het waren niet
die drie fantastische dagen van de TV commercial. Ze waren juist verrotte
spannend. Afgelopen donderdag heb ik zowel een CT als MRI scan moeten ondergaan,
waaruit moet blijken of ik er nog verstandig aan doe om op TV naar vervolgseries
te kijken. Of ik nog een dik boek kan lezen, of dat het beter is direct met de
laatste pagina te beginnen. Dus, wat is de geconstateerde kanker met mij aan het
doen
Hoewel ik op zich best positief ben
ingesteld, gingen de laatste dagen het mij toch benauwen. Er was te veel een
déjà vu van de kankersituatie van mijn Truus. Nog geen anderhalf jaar nadat
zij de afdeling bezocht, waar ik vandaag mijn tweede afspraak had, was zij na
een lijdensweg hartstikke dood. En dat speelde vooral de laatste dagen door mn
kop.
Het geestelijke had zich van het
lichamelijke losgemaakt. Lijfelijk kón het namelijk niet waar zijn dat ik niet
van mijn Kanker kon winnen. Afgelopen zaterdag liep ik nog fluitend 20
kilometer, terwijl ik kort daarvoor nog knappe prestaties in Portugal had
neergezet. Maar ja, dan toch .
Uur U was aangebroken. Omwille van het
Salomonsoordeel werd ik bij de chirurge binnengeroepen. Van haar intro schrok ik
even, heel even. Maar haar vervolg klonk mij als muziek in de oren. Een prettige
bijkomstigheid daarbij was ook dat haar empathie, als bij een
geitenharensokkencessie, heel natuurlijk bij mij binnenstraalde én dat zij
communicatief de humor zeker niet schuwde.
Uhhh, vergeet ik bijna het belangrijkste,
want nadat nog geen maand geleden mijn tandarts mij wist te melden geen
gaatjes te hebben, meldde zij mij dat ik geen uitzaaiingen heb. Hallo, geen
uitzaaiingen?! Watje als ik ben schoot ik van die melding ontzettend vol. Toen
pas realiseerde ik mij namelijk dat Kanker, niet zoals dat binnen mijn déjà vu
post had gevat, te genezen valt. Eigenlijk heb ik, min of meer, toch de gewenste
Haagse Kankâh.
Of ik verder nog wat wilde weten? Nou
nee dokter ik vertrouw volledig op jullie. Hoewel, één misschien lullige vraag:
Kan ik rond 25 januari mijn 10e Wandelmarathon van Egmond lopen?
Zij was heel begaan met mijn vraag, neigde er zelfs toe mij daar een High
Five voor te geven. Ik zal je langs het parcours komen supporten, was
haar fantastische reactie om te laten weten hoe goed het is om voor je zelf een
positief punt op de horizon te plaatsen. Zouden er geen (Rutte) wachtlijsten
bestaan, zou het zelfs een reëel streven zijn. Het valt echter te vrezen dat ik
vijf weken geduld moet hebben, alvorens de behandeling van start zal gaan.
De rest van mijn ziekenhuisbezoek was
een invulling voor datgene er komen gaat. Ja, het zal zeker een zware operatie
zijn, maar wel omwille van genezing en niet, zoals de déjà vu mij de laatste
dagen gevangen heeft gehouden, omwille van een comfortabele dood.
Hartsikkevriendin,
we gaan ons balboekje heel ver overschrijven!
Zoals dat altijd bij ons ging, zei Truus zes
jaar geleden koop m nou maar, anders had ik nooit zon voor mijn
begrip duur horloge gekocht. Oris is een beroemd Zwitsers uurwerk, since 1904.
Ik heb model Big Crown Original wat in 1938 met een typische datumaanduiding is
ontwikkeld, om tot aan de dag van vandaag ongewijzigd te blijven. Een echt
ouderwets Zwitsers precisieklokje dat automatisch door een schommelend gewichtje
wordt opgewonden.
Dit fraaie klokje heeft mij na een kleine
vijftig jaar van mijn typische gewoonte afgeholpen, om overal waar ik ook kwam
mijn horloge af te leggen. Wat in menig kroeg onderwerp van gesprek werd.
Vergeet je dat horloge dan nooit? Nee, nou ja één keertje maar, toen liet
ik het op een nachtkastje liggen, zei ik dan stoer.
Mijn Oris is nu kapot. Het knopje is
afgebroken. Omdat mijn oorspronkelijke leverancier inmiddels wegens rijkdom
is gesloten, heb ik het horloge naar een andere, niet Oris dealer, juwelier
gebracht. Wel met het uitdrukkelijke verzoek om originele Oris onderdelen te
gebruiken.
Na twee dagen werd ik al gebeld, nee niet
dat mijn Oris was gerepareerd, maar dat de juwelier de onderdelen niet kon
krijgen. De Zwitserse fabrikant verzocht om het horloge naar hen toe te sturen,
want alleen zij zijn bevoegd het klokje te repareren.
Geinig toch, mijn Big Crown
wordt gerepareerd door de baas zelf.
Eindelijk was ik gisteren voor het eerst in
het ADO Den Haag voetbalstadion. Het nieuwestadion zoals ik
dat tot gisteren noemde. Tot dan was ik blijven hangen in de nostalgie van het
oude stadion in het Zuiderpark, wat iets gemoedelijks had. Nou ja, gemoedelijk,
als je de behoorlijk agressieve taal van de Hagenees verstaat, tenminste. Ik doe
dat, uiteindelijk heeft mijn wiegje ooit in de Haagse Schilderswijk gestaan,
waar mijn ouders toen als den donder vandaan verhuisde, om op de Zuiderparklaan
(343), dát aanzien te krijgen waar mijn vader meende recht op te
hebben.
Eerlijk gezegd viel het ADO stadion mij wat
tegen en vind ik het Alkmaarse AZ stadion vele malen mooier. De Hagenees heeft
zich met dit kankâhstadion, om taalkundig maar effe heel Haags uit te pakken,
behoorlijk af laten schepen. Tenminste, als je het in de juiste proporties ziet.
Zet die voetbalarena nou eens af tegen dat IJspaleis, het Haagse stadhuis wat op
een overdosis hoogmoed is gebouwd. Telkens als ik met vrienden naar Den Haag
trek, om de bijzondere plekkies van mijn geboortestad te tonen, laat ik hun
bekkies van verbazing open vallen. Want ja, dit zijn echt niet alle
Ministeries onder één dak, maar slechts het stadhuis. Als je zoveel imposantie,
noem het Haagse Bluf, naar je toe wilt trekken, was er toch veel meer
uitstraling van het voetbalstadion te verwachten. Niet dus.
Toch kwam het kippenvel op mijn armen en dat
was net voordat de wedstrijd ADO-AZ werd afgetrapt. Het Haagse volkslied O,
o, Den Haag werd ingezet, waarbij massaal werd meegezongen, met
ingestudeerde piekmomenten die met veel decibellen het stadion uitschalden. Door
al 25 jaar in Alkmaar te wonen, was ik eigenlijk voor AZ, maar tijdens de Haagse
Hymne was het weer fijn om een Hagenees te zijn.
De uitslag van de wedstrijd deed er mij
ineens veel minder toe. Ik genoot van de sfeer. Van de héle entourage en niet
minder van alles wat er ter aanmoediging door de Hagenezen werd geroepen.
Je mot die kankâhbal eâhdâh afgeive...; Laat die kankâh spits nie zau vrè
laupe... Gelukkig is ut zau kankâh rus.. Even kreeg ik het gevoel mij
onder oncologen te bevinden. Alsof er in groot gezelschap voor mij een second
opinion werd uitgesproken.
Het zal niet bij iedereen even
begrijpelijk overkomen dat ik zonder emoties de ene Haagse kankâh na de
andere kankâh over mij heen hoorde komen, terwijl nog geen week geleden ik
heel meedogenloos zelf moest horen Kanker te hebben. Ik schreef het al eerder:
de Haagse kankâh schrijf je anders en is absoluut ook iets heel anders.
Mijn Haags gebekte neef wist dat heel goed te onderschrijven: Oom, een
echte Hagenees zegt de ene kankâh na de andere kankâh, maar bedoelt daar echt
die vreselijke ziekte niet mee. Die gasten noemen échte Kanker zelfs heel
omzichtig K.
Onbedoeld hoorde ik aan mijn neef vragen
Je oom knokt er toch zeker voor Wat mij betreft was die 2-2 een
fantastische uitslag.
Misschien ben ik er momenteel wel extra gevoelig voor, want
ik erger mij kapot aan de Peugeot 208 TV commercial. Niet zozeer aan de beelden,
want die zijn mooi genoeg. Nee het is de muziek er onder, Knockin On Heavens
Door van Guns N' Roses.
Ontegenzeggelijk een heel mooi nummer, dat wel. Maar wie
haalt het nou in zijn botte hersens om dat nummer onder een autocommercial te
zetten? Is het dan echt zó levensgevaarlijk om in die Franse voiture te
rijden?
Vanochtend was het spel op de
wagen. Moest ik voorkomen. Misschien een verkeerde tekst, maar zo voelde
het wel. Niet dat ik iets op mijn kerfstok heb, nee erger, op mn darmen.
K zoals dat vroeger werd genoemd. Ik moest mij al vroeg in het
ziekenhuis melden. Toevalligerwijs kwam ik op die zelfde afdeling aan de balie
een oud directeur van mij tegen. Op gehoorafstand noemde ik zijn naam, waarop
hij totaal niet reageerde. Even later kwam hij aan mijn tafeltje zitten, keek
mij aan, maar opnieuw was er geen reactie. Nou geloof ik niet dat hij een
intakegesprek had voor het verkrijgen van een blindengeleidehond. Eerder denk ik
dat hij, zoals in zijn arbeidzame leven ook het geval was, opnieuw zijn
mensenschuwheid niet wist te overwinnen. Heel humaan heb ik de arme man verder
niet lastiggevallen, waarna hij dankbaar (zal toch wel?!) achter zijn krantje
dook.
Lang heeft dit niet hoeven duren, want
vrij snel werd ik bij de arts binnengeroepen. Om voldoende inzicht te krijgen,
kreeg ik daar een medisch diepte-interview, waarvoor de arts zich zelfs
verontschuldigde. Geeft helemaal niet dokter, ik ben gek op
aandacht.
Nadat alle
info was gedigitaliseerd kreeg ik aanschouwelijke voorlichting. Mijn gezwel zit
helemaal onderaan mn darmen. Gek genoeg kwam toen in mij op dat ik ook hierin
een tegenpool van mijn Truus was, onze formule voor 47 jaar gelukkig samen zijn.
Truus had de ziekte helemaal bovenaan haar darmen (slokdarm) en ik juist precies
aan de andere kant (endeldarm). Niet dat dit er ook maar iets toe doet, maar
gewoon een toevalligheid die ik registreerde.
Over de behandeling kon verder nog niets worden gezegd,
daarvoor moet eerst de CT en MRI scan plaats hebben gevonden. Hiervoor heeft
mijn Case Manager, kennelijk een nieuw (prettig) fenomeen in het ziekenhuis, de
afspraken gemaakt. Donderdag aanstaande, waarna dinsdagmiddag de uitslag en
behandelingsmethode met mij wordt besproken.
Dat worden hele spannende dagen, hoewel ik
na vanochtend er toch weer ietsje positiever tegenaan kijk.
In heel korte tijd hebben we de krediet- en bankencrisis
achter de rug, want het is zo simpel. De belastingdienst moet daarvoor slechts
een paar mensen uit de Quote 500 bezoeken. Omwille van de
vermogensmaximalisatie moeten ze daar effe wat geld weghalen. Neem nou
Charlene de Carvalho-Heineken, die alleen maar op de dood van haar vader hoefde
te wachten, om miljarden op te strijken. Inmiddels geschat op 5,4 miljard
(5.400.000.000) euro, goed voor minstens 1 miljoen euro rente per maand?! En dat
is in een geciviliseerd land onfatsoenlijk, terwijl heel veel mensen onder het
bestaansminimum leven en het land 17 miljard schuld moet
wegwerken.
Laat de overheid dan maar humaan
optreden en 5,3 miljard euro bij Charlene weghalen, dan heeft dat kleintje
pils nog altijd 100 miljoen (100.000.000) euro over, waar ook nog altijd
minimaal 2 miljoen euro per jaar rente bij komt. Met zon kapitaal moet zij toch
rond kunnen komen, desnoods houdt zij daarvoor maar een huishoudboekje
bij.
Kabinet Rutte
II heeft zo nog maar 12 miljard bij elkaar te harken. Nou, binnen de Quote 500
zijn er nog zat tuintjes te wieden. Als de fatsoenswet, dat één persoon
nooit meer dan 100 miljoen euro mag bezitten, even snel door de 1e en
2e Kamer wordt gejast, kan het bij de vijftig rijkste families in het
land, met een gezamenlijk geschat vermogen van maar liefst 44.000.000.000,
worden weggehaald.
Leg het maar vast klaar: 2 miljard van Frits
Goldschemedig; 1,9 miljard van Wijnand Pon en Dik Wessels en 1,8 miljard van
John de Mol. Effe tellen ., das weer 7,6 miljard, nog maar 4,1 miljard, dus
kom maar op Familie de Rijcke, John Fentener van Vlissingen, Familie Blokker,
Joop van der Ende, Hare Majesteit en Dreesmannetjes. Dan houdt de overheid al
geld over. Maak niet uit, want we hebben nog veel meer geld nodig. Voor de
zorgsector bijvoorbeeld, want er is nog (te veel) geld zat onder de rijkste
families in ons land.
Mooi hè, in één klap wordt de 17 miljard
begrotingstekort en de financiële problemen rond de Zorgsector opgelost. Ik
geniet er van om mij op deze wijze onsterflijk te hebben gemaakt.
O ja Charlene, dank
voor jouw miljarden, daar neem ik een biertje op. Natuurlijk uit de dure
Beertender, dat levert jou weer een leuk centje op.
-o-o-o-
n.b.: Zonder daarmee Nederland uit de crisis te halen,
heb ik er eerder in mijn blog over geschreven, wat nog in mijn kroondomein.com
valt terug te lezen:www.kroondomein.com/kroonjuweeltjes/drieluik.html
Vanmorgen had ik een heel
onwezenlijk gevoel over mij. Ik had erg goed geslapen, natuurlijk met dank aan
de Heineken support. Maar was, zonder kater (leven het recupereren van mijn
lichaam), wakker geworden, met het gevoel dat ik in het middelpunt van de
belangstelling sta, wat bij Facebook nog eens werd bevestigd, terwijl ik bijna
niet door heb waar het eigenlijk om gaat. Hoewel, eerlijk gezegd merkte ik, na
eenmaal op te zijn, toch lijfelijk waarom ik dat warme medeleven mag ervaren,
want ik voelde mij toch een beetje ziek.
Ziek?!, Ja, heel gek. Ik
voelde heel nadrukkelijk mijn darmen en had het gevoel alsof er bij de
kijkoperatie door de arts het knopje kanker op On was gezet. Het
proces moest gaan beginnen*.
Gelukkig hoefde ik dit
emotionele moment maar kort alleen beleven, want hartstikkevriendin had beloofd
te komen, om samen een lekkere wandeling te maken, waarbij wij als vanouds veel
zouden praten, zouden lachen en soms een traantje zouden pinken.
Ik had maar een paar
kilometer wandelen nodig om mij (écht) blij te voelen. Wist zelfs met ijzeren
wil het kankerknopje weer op Off te krijgen. Het ziek zijn was niet
meer aan het gebeuren. Met grote voldoening, veel gepraat, veel gelachen en een
traantje weg gepinkt, hebben wij onze 12 kilometers als een cadeautje
uitgelopen.
In ons balboekje is er
wederom een fantastisch moment bijgeschreven. In de wetenschap dat er nog heel
veel lege paginas zijn in te vullen.
-o-o-o-
* Stom genoeg, of
was het gemakshalve, ging ik er aan voorbij dat er met een camera mijn darmen
was ingegaan (Nee, niet bij uitzending gemist terug te zien), wat een dag
later zeker nog voelbaar was
Dokter, oud worden vind ik eigenlijk helemaal niet zo leuk.Vol begrip keek de man mij aan: Dan heb ik goed nieuws voor u. Misschien doordat ik direct zijn antwoord begreep, wachtte ik zijn verklaring niet af en werd wakker.
Deze bijzondere droom was min of meer mijn bewustzijn binnen gedrongen. Als een soort macaber voorspel van datgene mij vandaag stond te wachten. Ik had een darmonderzoek te ondergaan. Macaber, nou ja op zn minst emotioneel, was het direct al. Ik kwam op de ziekenhuisafdeling waar mijn Truus nog maar net ander halfjaar geleden haar laatste onderzoeken en behandelingen had gekregen.
Nu was ik het die een roesje kreeg, die later op de uitslaapkamer kwam in afwachting van de arts.Ik heb uw huisarts al ingelicht was zijn openingszin weinig hoopvol.Ho, ho, dokter, schoot er direct door mijn hoofd, ik kom hier echt niet voor een twee halen één betalen, verdrongen mijn gedachten zijn openingszin. Een zin die hij vriendelijk, geduldig herhaalde: Voor u is het helemaal vreselijk, want ook u heeft kanker, endeldarmkanker.
Nee, ik had geen vragen. Dinsdag aanstaande ga ik de molen in en zal moge blijken of het operabel is en/of er uitzaaiingen zijn. Gelatenheid overviel mij. Alsof ik, zonder gouden handdruk, was ontslagen. Gelukkig werd ik door een goede vriendin begeleid, die alle praktische zaken naar verlangen afrondde en mij nadien op haar kookkunst bij mij thuis trakteerde.
Natuurlijk heb ik tussentijds moeten janken, want ik ben ten dode opgeschreven. Maar dan toch .., ik overzag in split second ook mijn leven en concludeerde dat ik, mede door mijn beroep, wel ontzettend veel leuke dingen, vaak met mijn Truus, heb mogen beleven. Wat hebben we vreselijk veel lol gehad, wat hebben we ontzettend gelachen.
Zonder mijn Truus ben ik nu nog maar 14 maanden bezig met het opbouwen van mijn tweede leven en concludeer dat ik een ontzettend fijne groep van intimi heb, met natuurlijk mijn wandelmaatje, na 35 jaar gewone vriendschap, inmiddels mijn hartstikkevriendin. In ons beider balboekje staan de aller mooiste happeningen die wij samen hebben meegemaakt.
Kortom, mijn hersencellen tollen rond, als op een bord met rauwe erwten. Geen cel staat nog op zn plaats. Gelatenheid (So what) maakt plaats voor strijdlust (Mooi niet). Ik ben dronken aan het worden. Voorlopig gaat mijn Beertender Marktplaats nog niet op. Stijf van emoties en rationele gedachten beroer ik momenteel mijn toetsenbord. En dan krijg je toch weer die schrijversmentaliteit, de regenjas moet gewoon open
Vanaf het eerste moment wil ik over mijn kanker schrijven. Niet educatief, maar ook niet zoals ik over de vreselijke ziekte van mijn Truusmet een rose bril op heb moeten schrijven . Mijn meissie heb ik zo in bescherming moeten nemen. Mijzelf kan ik, zonder mijzelf in de maling te nemen, natuurlijk niet in bescherming nemen.
Daarom ga ik voor de feiten. Oh, wacht even ., ook nu zonder zeikverhalen waar niemand op zit te wachten. Maar wel recht voor zn raap, wie weet zelfs met een beetje humor. Ik heb kanker, hoop nog steeds dat het de Haagse kankâh is, want dat schrijf je anders, dus is het anders.
Gisteren
liep ik zon 17 kilometer in het Kampina natuurgebied, waar ik totaal slechts
vijf mensen tegen kwam. Eerder tijdens wandeltochten opgekomen gedachten, dat ik
het raar vind dat Nederland vol is, kwamen als vanzelfsprekend weer bij mij
boven. Daardoor vroeg ik mij af: Als Nederland één grote stad zou zijn, met de
bevolkingsdichtheid van Amsterdam (mag ook Den Haag zijn), hoeveel inwoners zal
ons land dan tellen?