1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Door Truus haar huidige situatie, ben ik zo
langzamerhand toch voorstander van democratisering van de hemel. Tenminste, als
daar het domicilie van God zich bevind. Om het zo niet allemaal nog alleen aan
onze Schepper over te laten. Daarvoor lijkt mij het aardse van deze tijd te
ingewikkeld geworden.
Dan denk ik niet dat er, als een soort
hulpsinterklazen, Bijgoden moeten komen. Nee, gewoon een Godencollectief, die
gezamenlijk in een Godenraad over ons mensen zal beschikken. Eigenlijk
terug in de tijd. Heel ver terug in de tijd, tot aan de Germaanse tijd aan toe.
Wodan, Oppergod en baas van het Walhalla, zal dan samen met onze God ons lot
moeten bestieren. Samen hebben zij dan de macht om Donar, de donderaar, van
bovenaf mijn Truus met zijn bliksemschicht alsnog, maar dan hemels, te laten
bestralen.
Want dat is nodig, echt heel hard
nodig. Truus redt het niet met alleen de hulp van ons Opperwezen. Laten alle
Goden zich alsjeblieft verzamelen. Onmachtig als we zijn, zullen wij kaarsjes,
veel kaarsjes blijven branden. Langs de moderne, digitale weg zullen wij Truus
per mail of Facebook blijven steunen. Ook al weten we dat haar wereldje steeds
kleiner wordt en haar i-Pad niet of nauwelijks meer opengaat. Laten we desnoods
teruggrijpen naar het bijna ouderwetse middel van een kaart per post.
Geen mogelijkheid tot support zal ons te veel zijn.
Mijn
meissie knokt voor haar leven. Zij geeft letterlijk alles! Houdt zich aan elke
strohalm vast. Is nog steeds, ondanks dat ze vreselijk veel heeft te verduren,
tijdens haar heldere momenten (versus het dutten) erg opgewekt. Zijn
verdient de steun van àlle Goden aller tijden en zeker van ons allemaal.
In geen enkel opzicht wil ik kritiek hebben op
de zorg, waar wij door de ziekte van Truus mee zijn geconfronteerd. Het is
werkelijk fantastisch. Feit is wel dat, door alle medicinale zoektochten om het
voor haar zo comfortabel mogelijk te maken, er heel wat try-outs plaats vinden.
Als de medicatie niet aanslaat of moet worden aangepast, blijft er vaak redelijk
wat medicijnen ongebruikt over. Standaard wordt daarover het advies gegeven dit
terug te geven aan de apotheek.
Maar ja, dan komt toch dat Hollandse
gevoel boven van Ja dag, en de apotheker aan die medicijnen een tweede keer
laten verdienen zeker?! Met als gevolg dat de overdosis aan medicijnen
eerder aan de WC-pot wordt toevertrouwd. Nog los van de milieu beschermende
gedachten, is het natuurlijk een gigantische verspilling van goedwerkende
medicijnen.
Met vergelijkbare problemen, waarbij de
uiterste houdbaarheid(fop)datum ook nog eens een rol speelt, had men in de Food
sector te maken, waardoor uiteindelijk de voedselbanken zijn ontstaan. Een
doorslaand succes.
Dan wordt het toch de hoogste tijd dat er
ook een medicijnbank ontstaat! Niks weggooien van (vaak dure)
medicijnen, maar inzamelen bij de medicijnbank. Langs die weg zullen de zalfjes,
poedertjes en pilletjes een nieuwe bestemming moeten krijgen. Bijvoorbeeld,
langs gecontroleerde weg, in zieken- en/of verzorgingshuizen. Of misschien wel
richting de derde wereld.
Misschien pijnlijk voor de farmaceutische industrie, maar
ja, wij hebben van die multinationals al genoeg moeten slikken.
Er was ooit een tijd dat over het algemeen
werd aangenomen dat chauffeurs die met een hoed op in de auto zaten, een heel
slechte rijstijl hadden. In ieder geval ben ik de bevestiging in de praktijk
heel wat keren tegengekomen. De hoedjesrijders reden nog slechter dan
de chauffeurs van zon Daffodil. Waar ik overigens via Dagblad Het Vrije Volk
ook in heb gereden. (Lees: heb moeten rijden) Twee maanden zelfs zon gemeen
kanariegele, waar Freek de Jonge in zijn conferences de draak mee stak. Gevolgd
door een beige Daf 66, inmiddels door het Zweedse autoconcern geadopteerd, zodat
ie Volvo 66 mocht heten. Maar was toch eigenlijk niet meer dan een Daf met Volvo
bumpers.
Ik beschouwde mijzelf dan ook als de
uitzondering op de regel. Maar over het algemeen werd er in een Daf erg
slecht auto gereden. In overtreffende trap was het de hoed dragende
Daf-rijder. Die combinatie was fnuikend in het verkeer. En nog, nu de Daf
uit het straatbeeld is verdwenen, is het voor de hoed dragende autorijder
altijd uitkijken geblazen.
Maar heden ten dage kan het nog veel erger.
Nu is de hoed met zijn truttig autorijden niet de
belangrijkste risicofactor meer in het verkeer. Het is nu petje. Veel
jonger dan hoedje, maar ook veel gevaarlijker in het verkeer. Geen
truttig maar met asociaal rijgedrag. Petje, vaak rijdend in een VW Golf, liefst
zwart, trapt het gaspedaal zo ver mogelijk in, kleeft bumper, haalt rechts in,
heeft lak aan vele verkeersregels en heeft zijn middelvinger regelmatig tegen de
voorruit aan. Natuurlijk wil ik niet generaliseren, daarom: petje af
voor de uitzonderingen op deze regel.
Omdat ik mij gisteren voor Truus verzekerd wist van goede zorg van onze lieve buurvrouw, kon ik weer even genieten van de mooie natuur in de Noord-Hollandse polders en de eeuwen oude dorpjes. Om mijn genot nog verder te optimaliseren, nam ik na afloop van die wandeltocht een heerlijke biefstuk met champignons. Een lekkernij die thuis niet valt te consumeren, doordat Truus niet meer tegen de baklucht kan.
Mijn dankbaarheid van dat moment maakte mij echter niet minder kritisch en kon ik het niet nalaten corrigerend op te treden. Ik zat aan de bar van het fraai ingerichte Café Restaurant, waar een viertal aardige serveersters af en aan liepen om het volle terras te bedienen. Hun onderlinge grappen en grollen was voor mij een extra vermaak. Op een gegeven moment kwam er een kelner van rond de 35 jaar achter de bar staan en dolde even hard met de dames mee. Mij, normaal toch de gerespecteerde gast, zag hij niet staan, uhh zitten.
Op het moment dat hij recht tegenover mij iets moest pakken, mij nog steeds voor lucht hield, stelde ik hem de vraag: Jij bent hier zeker de baas? Nee hoor. Oh , dat dacht ik zo, van een kelner mag je namelijk verwachten dat hij zijn gasten aan de bar netjes groet.Uhh, sorry meneer, ik was zeker even in gedachten. Alleen al omwille van zijn carrièreverloop, hoop ik van harte dat die gedachten de rest van de dag met mijn kritische opmerking waren vervuld.
Het
lichtpuntje boven Maria brandt voor mijn Truus.
Het is zeker niet onder het motto niet
goedschiks dan kwaadschiks, maar meer mijn schreeuw om aandacht voor mijn vrouw.
Want, in het bedevaartsoord Onze Lieve Vrouw ter Nood brandde ik
eenspeciale kaars op een speciale plek voor Truus. (blog 9.5.) Samen
met haar herhaalden we het in een ander bedevaartsplaatsje boven Schagen, in de
Mariakapel de Keins (blog 23.6.) Tijdens een kakdorpenwandeltocht liet ik het
uitnodigende gebaar van een openstaande deur van een kerk in Aerdenhout niet aan
mij voorbij gaan. Mijn kaarsje liet ik niet in de massa verdwijnen (blog 10.7),
maar eiste alle aandacht op, direct binnen het gezichtsveld van de Heilige
Maria.
Geen enkele actie heeft maar enigszins
geholpen of heeft maar iets aan verlichting gebracht. Het gaat inmiddels zo
verdomde slecht met Truus, dat ik dan toch maar een stapje verder ga. Dit keer
in een kerk in het dorpje Graft de Rijp. Niks kaarsje in de massa. Ook geen
plekje binnen het gezichtsveld van Maria. Nee, een kaarsje boven het hoofd van
de Heilige Maagd. Symbolisch gesproken zet ik zo een prijs op het hoofd van
Maria. Een hoofdprijs ., mijn eigen Truus. Wat zou ik die prijs graag
willen incasseren.
Eerder heb ik het al eens onthuld, ik had
een echte Archie Bunkermentaliteit. Voor mij lag het rollenpatroon van
man en vrouw zo vast als een huis. Truus heeft mij ooit een Beertender cadeau
gedaan, die diende als ANWB wegwijzer naar de keuken. Toen nòg gingen alle
arbeidsintensieve taken die zich in de keuken afspeelden aan mij voorbij. Laat
staan de verdere huishoudelijke taken, zoals het huis doorwerken, waar
ik eerder over schreef. Maar, er zijn verzachtende omstandigheden. Die
Archie Bunkermentaliteit heeft heel erg met mijn generatie te maken. De
periode van voor de emancipatie. Conservatief als ik was, hield ik die traditie
graag in stand. Ooit geholpen door mijn moeder, wat bijna naadloos na mijn
huwelijk door Truus werd overgenomen. Haar zorgzaamheid hield het oude
volledig in stand. Tja, dan zit vernieuwingen van je doen, laten en denken
er niet in.
Dat is nu anders. Daar moest verd Truus wel
ziek voor worden. Van lieverlee nam ik haar huishoudelijke taken over en werk ik
nu ook maandags het hele huis door. Natuurlijk nog steeds onder haar
supervisie. In die zin is meneer Bunker volledig onder mijn hersenpan
verdwenen. Ik vind het zelfs stom dat ik nooit op het spoor van samen het
huishouden doen ben gekomen. Maar ja, de zorgzame Truus was daarin geen
inspirator.
Dat brengt mij natuurlijk op de huidige
situatie van Truus. Over haar ben ik minder in mijn blog gaan schrijven, simpel
omdat er niets bijzonders valt te melden. Tenminste, niets wat wij
zinvol vinden om digitaal te delen. Truus heeft het al moeilijk genoeg
om steeds meer uit handen te moeten geven. Steeds minder zelf te kunnen. Het was
voor haar een hele stap om onze slaapkamer te verlaten, ondanks dat ze nu riant
en comfortabel in een elektrisch bed op de patio ligt, waar zij bij warm(er)
weer het dak open kan doen.
Zij ligt dan wel in het meest centrale
punt van ons huis, maar door haar teruglopende mobiliteit is ze daarover soms
heel verdrietig. De pijnstillende medicatie doet haar tegen dr zin in
regelmatig indutten. Haar belangrijkste afleiding is de TV aan haar voeteneinde.
Bezoek is veelal te vermoeiend, vraagt (te) veel energie. Daardoor is ze toch
maar het liefste onder ons.
Nog steeds geniet ze van de kaarten die
regelmatig de brievenbus in glijden. Haar geliefde i-Pad opent zij inmiddels
veel minder frequent, is nog wel blij met de digitale reacties, maar heeft nu
helemaal de puf niet meer om er op te reageren.
Ondanks dat zij huizen hoog opzag tegen de
thuiszorg, is ze nu erg blij dat zij haar dagelijks komen verzorgen. Van:
ik heb niet graag vreemden over de vloer, kijkt ze nu met plezier uit
naar de aangename momenten van die zorg. Vanaf aankomende week krijgt ze
regelmatig een fysiotherapeut aan bed, die haar pijnlijke stijve nek komt
masseren. Heel dankbaar is ze dat er zoveel zorg aan haar wordt besteed en zou
het bestaan, had ze zonder enige twijfel voorzitter van de fanclub van onze
huisarts willen worden.
Truus is nog steeds heel erg
strijdvaardig. Geeft de moed geen enkel moment op en blijft onverminderd
opgewekt. Wat is ze toch ijzersterk. Daar kan ik echt niet aan tippen. Om haar
maar enigszins bij te kunnen houden, moet ik zo af en toe eennou effe niet
janken-pilletje slikken. Dan is het toch eigenlijk beschamend dat, vanuit
mijn Bunkertijdperk, nog steeds alleen mijn naam op de voordeur
staat.
Gisteravond keek ik naar SOS Verbouwing op RTL4, waar
ondermeer in de Bollenstreek twee dakkapellen in levensgevaarlijke situatie
verkeerden. Nota bene ondanks dat een bouwkundige van Vereniging Eigen Huis het
betreffende huis, bij aankoop van de huidige eigenaren, visueel had
geïnspecteerd. Om kort te gaan, de medewerker van Eigen Huis had, door over
alle gebreken heen te kijken, gigantisch geblunderd.
Vanzelfsprekend werd Eigen Huis ter verantwoording geroepen.
Twee dames van die club. zonder
camera wilden eerst het dossier grondig doornemen en de betreffende
bouwkundige aanhoren. Volgens mij een truc om de tv makers de deur uit te
werken. Heel voorspelbaar kwamen zij nadien met een schriftelijke verklaring.
Ennatuurlijk, de Vereniging Eigen Huis
trof geen enkele blaam. Schandalig!
Het deed
mij terugdenken aan een vergelijkbare ervaring die ik, toen als voorzitter van
een Vereniging van Eigenaren van 55 woningen, met deze consumentenclub had
opgedaan. Bij ons ging het toen om kozijnen. Hun advies was niet vervangen, maar
repareren. Na veel geld daar aan te hebben besteed, bleek dat het toch beter was
geweest als toen direct zou zijn vervangen. Ook toen gaf Vereniging Eigen Huis
de gemaakte fouten niet ruiterlijk toe.
Ondanks dat er veel geld over de balk was gegooid, werd
ons dit als bestuur door de mede-eigenaren niet kwalijk genomen.Maar toch is mij mijn gelatenheid van toen
altijd bij gebleven. Het bestuur dacht geen enkel risico te nemen door het
inschakelen van de professionals van Vereniging Eigen Huis. Het werd echter
niets meer dan er door gedekt zijn.
Noodzakelijk, maar nooit onze bedoeling geweest.
Zonder dat nu te willen, snak ik naar een volgende episode in mijn leven. En dat geeft een onaangenaam, dubbel gevoel. Ik probeer het er maar op te houden, dat zon zwak gedachtemoment mij door vermoeidheid overkomt.