1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Gisteravond keek ik naar SOS Verbouwing op RTL4, waar
ondermeer in de Bollenstreek twee dakkapellen in levensgevaarlijke situatie
verkeerden. Nota bene ondanks dat een bouwkundige van Vereniging Eigen Huis het
betreffende huis, bij aankoop van de huidige eigenaren, visueel had
geïnspecteerd. Om kort te gaan, de medewerker van Eigen Huis had, door over
alle gebreken heen te kijken, gigantisch geblunderd.
Vanzelfsprekend werd Eigen Huis ter verantwoording geroepen.
Twee dames van die club. zonder
camera wilden eerst het dossier grondig doornemen en de betreffende
bouwkundige aanhoren. Volgens mij een truc om de tv makers de deur uit te
werken. Heel voorspelbaar kwamen zij nadien met een schriftelijke verklaring.
Ennatuurlijk, de Vereniging Eigen Huis
trof geen enkele blaam. Schandalig!
Het deed
mij terugdenken aan een vergelijkbare ervaring die ik, toen als voorzitter van
een Vereniging van Eigenaren van 55 woningen, met deze consumentenclub had
opgedaan. Bij ons ging het toen om kozijnen. Hun advies was niet vervangen, maar
repareren. Na veel geld daar aan te hebben besteed, bleek dat het toch beter was
geweest als toen direct zou zijn vervangen. Ook toen gaf Vereniging Eigen Huis
de gemaakte fouten niet ruiterlijk toe.
Ondanks dat er veel geld over de balk was gegooid, werd
ons dit als bestuur door de mede-eigenaren niet kwalijk genomen.Maar toch is mij mijn gelatenheid van toen
altijd bij gebleven. Het bestuur dacht geen enkel risico te nemen door het
inschakelen van de professionals van Vereniging Eigen Huis. Het werd echter
niets meer dan er door gedekt zijn.
Noodzakelijk, maar nooit onze bedoeling geweest.
Zonder dat nu te willen, snak ik naar een volgende episode in mijn leven. En dat geeft een onaangenaam, dubbel gevoel. Ik probeer het er maar op te houden, dat zon zwak gedachtemoment mij door vermoeidheid overkomt.
Van kinds af aan heeft brood bij ons thuis
altijd een betekenisvolle rol gehad. Bij ons kwam absoluut het voorverpakte
brood van Hus niet op tafel. De keren dat ik TipTop, want zo heette het, bij
mijn vriendje at, hoopte ik maar dat het niet vers uit de verpakking kwam. Want
dan was het, sorry Chris, nog enigszins te eten. In huize Kroon werd TipTop als
klapkauwgom bestempeld. Ons brood, dubbelhardgebakken melkplaat, kwam van de
warme bakker.
Omdat de warme bakker de laatste jaren niet
meer in onze directe omgeving te vinden is, zijn wij veroordeeld tot het
(afbak)brood van de supermarkt. Het enige wat wij dan bij onze super (C 1000) op
30 meter afstand van ons huis kochten, omdat het van Albert Heijn absoluut niet
was te pruimen.
Tot voor kort. Albert Heijn introduceerde
een stevig donker meergranen brood. Werkelijk om van te smullen. Geen moment
mijmerde ik nog naar die goeie ouwe tijd van de warme bakker. Waarna opnieuw het noodlot toe sloeg. Nou ja,
relatief gesproken natuurlijk. Het stevig donker meegranen brood lag niet meer
in de broodmanden. Oké, dan maar één keertje die pech, om de volgende
supershop weer het lekkerste brood te scoren.
Opnieuw helaas. De afbakjuffrouw zag dat ik
zoekende was, dus heel klantgericht sprak zij mij aan. Kan ik u helpen
meneer? Uhh, ik zoek dat lekker donkere bruin. De vorige keer kon ik het ook
al niet vinden. Klopt meneer, er is iets met het deeg aan de hand, waardoor
het brood niet lekker afbakt. Dat is inmiddels ruim een week zo. Dat vind ik
knap vervelend, want eigenlijk vind ik de rest van jullie brood niet te eten.
Tja, sorry meneer, we hebben veel mensen die erg teleurgesteld zijn. Wij hopen
ook dat het probleem nu snel is opgelost. Dit brood, het was lichter bruin,
is ook lekker hoor meneer. Als u wilt zal ik het even voor u snijden. Oké,
doe er dan maar twee, respondeerde ik licht gelaten.
De afbakjuf wist met haar napraatje
( After Sale noemen ze dat marketing technisch) mijn teleurstelling
goed weg te poetsen. Té goed misschien, want achteraf bleek dat ik die twee
broden ter waarde van 4,18 niet had ingescand, wat tijdens de
steekproefcontrole op het afrekenplein bleek. Apart van een ieder die
klaarblijkelijk geen fouten hadden gemaakt, werd nu mijn gehele boodschappenkar
opnieuw gescand. Met extra aandacht, ook van mijn collega-inkopers mocht ik
de verschuldigde 39,96 van bon 99269404 bij de controlepost afrekenen. Met de
wetenschap dat, door deze lullige fout, ik de eerst aankomende keer weer een
algehele controle mag verwachten.
Het onaangename shoppinggevoel, voor een
tweede keer mijn favoriete brood niet aan te treffen, wist de afbakjuffrouw
handig bij mij weg te halen, maar kreeg ik op het afrekenplein dubbel en dwars
terug. Oké, ik was iets vergeten, maar werd afgeleid. Albert Heijn bleef een
week lang in gebreken. Desalniettemin mocht ik op het strafbankje plaatsnemen.
Weet je wat familie grootgrutter, als jullie
niet bij machte zijn om leveringproblemen snel op te lossen, zoals dit keer met
het stevig donker meegranen brood, schrijf dat dan duidelijk neer op een
mededelingenbord. Voorkom daarmee dat ik door een allervriendelijkste
afbakjuffrouw wordt afgeleid. (Komt waarschijnlijk ook doordat ik thuis heel wat
zorgen heb, wat u niet kunt weten natuurlijk. Maar ik zal daar binnen uw
klantenkring de enige niet in zijn.)
Om mij volledig op het werk, wat
eigenlijk de caissière had moeten doen, te kunnen concentreren, is het misschien
beter dat uw personeel mij niet meer ongevraagd aanspreekt. Wat mij betreft mag
dat best kenbaar worden gemaakt op de AH-boodschappenkar. Niet
met:
Maar met: Niet spreken met de
inkoper.
O ja, door een vergissing zat ik op het
strafbankje. Wat mij betreft mag Albert Heijn nu er op plaatsnemen. Want,
ondanks dat de filiaalhouder (winkelnr. 1315641) heeft toegezegd dat er ook weer
Amstelvaatjes voor de Beertender komen (Ik heb die vraag al meer
gekregen), is dit er nooit van gekomen; Is de stuifvrije kattenbakvulling
meestal uitverkocht; Heb ik meerdere malen een rotte sinaasappel in het netje
aangetroffen en heb ik 2x een liter Boerenland melk geschift weg kunnen gooien,
terwijl de uiterste datum nog niet was verstreken.
Nee, coulant als ik ben, heb ik
daar nooit een punt van gemaakt. Nu Albert Heijn nog.
Tuurlijk, de humor ligt
op straat. Maar daarvan zit er toch ook heel wat in het koppie van Truus. Het is
heel knap hoe zij onze verdrietige momenten weet weg te
grappen.
Zonder dat wij het wisten of het ons
realiseerden, was Truus al erg ziek toen Jan, Tiny en Elly, onze neef en nichten
uit Zuid-Afrika, na 35 jaar half maart bij ons op de stoep stonden. Bikkel als
ze is, heeft zij de overzeese familie heel gastvrij ontvangen, waarmee ze
verbloemde hoe beroerd zij zich toen al voelde. Ook deed ze heel normaal aan de
leuke uitstapjes mee. Hoewel ., dat kon zij nou niet helemaal beheersen. Juist
in die periode ging het ziek zijn zich echt manifesteren. Want, alles wat ze die
dagen dronk of at, hoopte zich als een brok op, om er even later spontaan weer
uit te komen. Truus had het eerste doktersbezoek hiervoor al achter de rug en
wij dachten dat het iets met een ontsteking had te maken, zoals ze dat twee
maanden daarvoor aan haar polsen heeft gehad.
Bizar toch eigenlijk dat Zuid
Afrika de eerste ellende van Truus heeft meegemaakt. Met een beetje
inlevingsvermogen kan je begrijpen hoe machteloos zij zich voelen, doordat ze
niet effe gauw op ziekenbezoek kunnen komen. Iets waar mijn zus, met
slechts 200 kilometer afstand ook al mee heeft te kampen.
Dat gevoel is bij ons nu ook sterk
opgekomen. Want, wat zouden wij graag Elly vandaag met een bezoekje op haar
verjaardag willen verrassen. Was het maar de Bloemfonteinstraat in Den Haag
(90,3 km), dan stonden we al op de stoep. Helaas, het is 14.575 kilometer
verderop.
Ik hoor het mijn moeder nog zeggen, als ze
een bakkie deed met haar vriendinnen: Dan werk ik het hele huis door.
Nooit kunnen denken dat ik ook nog eens het hele huis door zou
werken. Dat doe ik nu elke maandag. Stofzuigen vind ik het leukst in de
keuken, waar het gemorste kattenvoer de buis doorratelt en in de badkamer, nog
leuker, geeft het een geweldige rikketikketikketik van grind, wat de katten de
bak uit hebben gezwiept. De, te weinig tegenkomende plukjes stof, zuigen ook
altijd zo dankbaar op.
Om meer plezier van het stoffen te hebben
ben ik geneigd om maar eens een weekje over te slaan. Om dan een lekker grijs
geworden dressoir met een soort plumeau te lijf te gaan. Dat is mij door Truus
echter ten strengste verboden. Zeker een keer per week dien ik het huis door te
werken, waarbij ik de geringe vrijheid heb om eens te switchen naar de dinsdag.
Omwille van de discipline maak ik maar geen gebruik van deze
vrijheid.
Voor ik
de stofzuiger de banken en bedden onder jaag, heb ik dat al met de plumeau
voorgewerkt. Met het uitslaan van die stofvreter, waarbij het stof om je oren
vliegt, heb ik enigszins eer van mijn werk. Maar, ik vind het zo jammer dat het
stof ter plekke niet goed valt te aanschouwen.
Wist te aanschouwen,
want ik heb er wat op gevonden. Alvorens de plumeau zijn weg onder bank of bed
vindt, schijn ik met de oplaadbare zaklamp richting het werkgebied. Door zo over
de vloer te schijnen worden de stofdeeltjes in de lichtbundel zichtbaar,
waardoor ik met veel meer plezier het stof de plumeau in strijk. Wat een
uitvinding! Dit is toch een doorbraak in de wereld van het stof?! Dat de dames
die, historisch gesproken, veel langer door het stof zijn gegaan, hier nooit op
zijn gekomen. Zal ik dan maar patent vragen op mijn
lichtstoffen?!
De aanblik s ochtends van een lichtbundel
door ons huis, zal voor onze omgeving even wennen zijn. Voor de zekerheid heb ik
de buren over mijn lichtstoffen geïnformeerd, zodat ik niet het risico loop dat
er politie voor mijn deur staat, in de veronderstelling dat er duistere figuren
achter het licht te vinden zijn.
Maar alsjeblieft buurtjes, zie je ´s avonds
lichtstralen door ons huis gaan, geloof dan niet dat ik aan het stoffen ben en
bel dan wel zo spoedig mogelijk
112.
Vrolijk, misschien zelfs wat overdreven, stapte ik op het
HEMA verkoopstertje af. Hallo!,
hoe is het er mee?Goed hoor,respondeerde zij enigszins
gereserveerd. Een wat te lauwe reactie voor mijn gevoel. Je kent mij toch nog wel?, probeerde
ik mijn enthousiasme over te brengen. Linda, zoals haar naamplaatje aangaf,
kreeg een blosje. Bij nou, niet
direct meneer, leek ik twijfel te ontwaren. Voor mij reden om
haar een handje te helpen.
Vorige week woensdag ?! Met een
dieper kleurend blosje bleef zij mij vragend aankijken en schudde van
nee. Denk eens goed na? Uhh?!
Ik zal je helpen Het was voor in de winkel. Nu moest er toch
wel iets bij haar dagen. Maar daar gaf zij toch geen blijk van. Loop nou eens met mij mee, Linda. Bewust
noemde ik haar bij dr naam, zodat ze zich meer op haar gemak zou voelen. Ik
liep richting de eerste rekken van de winkel, waarbij Linda mij, een beetje
schoorvoetend, volgde.
Ik knikte richting het netje gekleurde zakjesafsluiters. Weet je het weer? Hoe bedoelt u meneer?, bleef zij beleefd, het gaat uiteindelijk om een klant, maar iets in haar houding was aan het veranderen. Alleen, ik had dat niet door. Ik knikte nog eens, drie keer achter elkaar. Kijk dan. Uhh, ja?! Nu wijzend: die zakjesafsluiters, weet je nog. Ikbegrijp u echt niet meneer, leek zij in de irritatiefase te komen, wat niet door mij werd opgemerkt. Echt niet?, hield ik vol. Ik zei nog dat ik maar twee afsluitertjes nodig had. Lachend zei je toen dat je zeker wist dat ik er steeds meer zou gaan gebruiken. En dat klopt, ik gebruik er nu al vijf. Ik wou er verder over door gaan. Dat ik nog zeker wel tien afsluitertjes in het netje heb, maar dat ik die zeker ook nog wel zou gaan gebruiken. Door haar het spijt me meneer, en haar eerste stappen van mij vandaan, viel ik een beetje verbaasd stil. Misschien herinner je het later nog wel. riep ik haar nog na, wat door haar met wat wuiven werd afgedaan.
Jammer nou toch, dacht je een leuk contact met een verkoopstertje van de HEMA te hebben gehad, blijkt zij dat anderhalve week later al te zijn vergeten. Teleurgesteld verliet ik de winkel.
Die zakjesafsluiters getuigen van mijn eerste persoonlijke inbreng in het huishouden, wat mij door Truus de laatste maanden als precisiewerk is aangeleerd. Veel van die activiteiten heb ik nu aardig onder de knie en weet ik zo minutieus als Truus dat graag wil uit te voeren. Gelaten en regelmatig verontschuldigend dat zij het steeds meer aan mij over moet laten, verliest zij zo langzamerhand hierover de regie. Dat moet wel, want zij heeft haar rust nodig.
Truus is de laatste dagen nog al beroerd, hoest erg en is haar stem kwijt. Alle reden voor onze huisarts om langs te komen. Zwetend als een otter werd de dokter aan bed ontvangen. Haar luchtwegen blijken ontstoken te zijn, waarvoor antibiotica werd voorgeschreven. De kortademigheid zal met een paar pufjes per dag worden bestreden. De antibiotica moet met een paar dagen zijn aangeslagen, waarover wij vrijdag verslag moeten doen.
De dokter vond dit ook een goed moment om ons door thuiszorg te laten bijstaan, waarvoor wij morgen een intakegesprek hebben. Opnieuw gaf het doktersbezoek ons opluchting, want de laatste dagen hebben emotioneel toch aardig wat van ons gevraagd. Iets wat in de toekomende tijd door thuiszorg een beetje voorkomen kan worden.
O ja dokter, nog één dingetje. Kunt u voor mijzelf een droge ogenpilletje voorschrijven? De arts zat al te schrijven. Dat worden dan wel druppeltjes. Ook goed dokter, als het maar helpt.
Dan is het maar gelukkig dat ik daarover nog een verdere toelichting gaf. Oh, wacht even , nu begrijp ik wat u bedoelt, nee daarvoor krijgt u geen oogdruppels. Ik zal u Oxazepan voorschrijven.
Ik moet er toch niet aan denken dat ik, door mijn plastisch taalgebruik wat ik mij beroepshalve om boeiende presentaties te kunnen geven ooit had aangeleerd, veertien dagen lang oogdruppels zou hebben gebruikt, om daarna de arts te moeten melden dat het niets heeft geholpen en ik nog even nerveus ben als daarvoor.
Het is vreselijk aandoenlijk hoe onze
diertjes de verdrietige situatie aanvoelen. Morro, ook wel
Hartstikkevriend genoemd, heeft de meeste tijd zijn tuin verruild voor
een stoel op de patio, grenzend aan de slaapkamer, alsof hij dicht bij zijn
vrouwtje wil zijn.
Lotta, die Truus het liefst de hele dag als
zitzak gebruikt, ligt de hele dag in de slaapkamer, direct bij de
schoenen van haar vrouwtje. Zodra Truus uit bed is en op de bank heeft plaats
genomen, is haar schootpoesje natuurlijk ook weer direct bij haar.
Het valt niet altijd mee om origineel te
zijn. Dat hoeft ook niet. De bedenker van gevleugelde woorden is er
meestal trots op zijn tekst elders terug te horen. Dat overkwam mij
ooit in Amsterdam.
Die woorden, ik onthul ze zo, waren ontstaan
tijdens de conversatie met mijn vrouw, uitgesproken tijdens het eten. Dat komt
omdat ik op dat moment behept was met twee dichtgeslagen oren. Een kwaal die
mij, het ene moment erger dan het andere, nooit meer heeft verlaten. Zelfs niet
na zeven voorhoofd- en bijholteoperaties en mijn tournee langs zes ziekenhuizen
door het land.
Maar goed, terug naar dat eerste, lastige
moment tijdens het eten. Door mijn dichtgeslagen oren klonk mijn kauwen van
binnen als onsmakelijk gesop. Met als gevolg dat ik tijdens het eten mijn vrouw
niet meer verstond. Hè; wat zeg je; sorry; je spatbord rammelt;
watte Elke variant op Ik versta je niet heeft de revue toen
wel gepasseerd.
Gewend aan levendig taalgebruik verzon ik
eigen varianten, waarbij er één heel goed beklijfde. Wat zeg je, werd
bij ons thuis: Ga je praten? Lang nadat wij dit aan ons vocabulaire
hadden toegevoegd, hoorde ik dit terug in een uitverkocht Olympisch Stadion, in
de juiste context gebruikt: Ga je praten. Ik heb er slechts in
stilte van kunnen genieten.
Veel meer eer behaalde ik met mijn spreukje
die, onder vermelding van mijn naam, in de Succes Agenda werd gepubliceerd. In
2005 heb ik, weliswaar via een agenda, met Je beste maat is de middelmaat
naam weten te maken.
Misschien dat door die kleinschalige
ervaringen ik het belangrijk vind dat ere wie ere toekomt en het zelfs
ongepast vind dat er met andermans geesteskind goeie sier wordt
gemaakt. Zoals Ivo Niehe dat deed in zijn tv-nacht over 30 jaar TV Show. Aan
zijn geschuivel, tijdens het interview met Tina Turner, zag je zijn
haantjesgedrag groeien. Hij moest dan wel van goeie huize komen, wilde hij Tina
nog kunnen verrassen. Veel meer dan een glimlach leek er voor hem niet in te
zitten.
Tot het moment dat,
doelend op haar minirokje en hoge hakken, Ivo grapte: Mijn buurjonge zei
vanochtend: Had mn vriendin maar één been zoals zij. De Queen of Rock
klapte dubbel van het lachen. Die grap zou zij niet snel vergeten, zo ook
de grappenmaker niet. En dat vind ik te veel eer. Want, het was de Hagenaar
(nee, Haarlem pas nadat hij een paar maanden oud was) en woordkunstenaar Godfried
Bomans (1913-1971) die in 1963, tijdens de uitreiking van een Edison aan Marlene
Dietrich speechte: Een heel oud mannetje, naast mij in de bioscoop zei: Had
mijn vrouw maar één zon been.
Zulke prachtige uitspraken mag je alleen
citeren en natuurlijk dit keer niet zonder Godfried hierbij te
noemen.
Ingegeven door het aangename, digitale
contact met een lief laag vrouwtje, kwam een eigenaardige directeur van
weleer terug in mijn herinnering. Zonder het visueel te kunnen verhullen, was
hij zelfs op latere leeftijd nog niet uit de kast gekomen. Met zelf een
bovengemiddelde lengte, was hij getrouwd met een kleine vrouw.
Door hen tijdens een bedrijfsuitje twee
dagen te hebben meegemaakt, werd ik tot het volgende aforisme
geïnspireerd:
Hij huwde een klein
vrouwtje, om haar makkelijk
over het hoofd te zien.
Er valt momenteel weinig, eigenlijk niets,
te bloggen. Voorvallen en anekdotes willen mij niet te binnen schieten. De
actualiteit, zoals die vreselijke ramp in Noorwegen, weet mij er niet toe te
bewegen om mijn toetsenbord te beroeren. Hoewel ., ik heb daar wel een gedachte
over.
De laatste jaren komt het steeds meer voor
dat een of andere idioot, vaak tot de tanden toe gewapend, onschuldige mensen
overhoop schiet. De gruwelijkheden van Alphen aan de Rijn zijn nog niet verteerd
of de ramp van Oslo en eilandje Utoya diende zich al aan. Bijna altijd wordt de
dader achteraf door de officiële instanties, ondiplomatisch gesproken, voor gek
verklaard. Kennelijk heb ik een uitzonderlijke gave, want ik heb steeds direct
door dat die moordenaars volledig gestoord zijn. Veel erger is het dat zij vaak
eigen wapens hebben, in het bezit zijn van een wapenvergunning en lid zijn van
een schietvereniging. En dat moet gewoon ophouden. Niks wapen, niks
wapenvergunning, niks schietvereniging, tenzij .
Wereldwijd moeten alle burgers hun wapens
gewoon inleveren en zal hun wapenvergunning moeten worden verscheurd. Vuur,-
uhhh moordwapens moeten worden verboden. Schieten mag dan hooguit nog uit je
slof. O ja, en die schietvereniging dan? Nou, hun leden kunnen evenzogoed,
evenzo spannend virtueel schieten, met een soort Wii speeltje. Ja maar, zon Wii
kan de werkelijkheid onvoldoende nabootsen. Schieten met een Wii mist de
terugslag, voor schietlustigen kennelijk een fysiek genoegen.
Misschien zelfs wel de kick. Nou oké, zet naast elke schutter een
hulp-schutter, die bij elk schot just in time de schutter een
geweldige soejang geeft. Voor de schutter een lekker nagloeiende terugslag en
voor de hulp-schutter een prima training voor een goeie timing.
Maar, zoals ik begon heb ik eigenlijk niets
(dagelijks) te bloggen. Ik heb effe wat anders aan mijn hoofd. Hoewel,
waar ik kan, blijf ik zoveel mogelijk Knetteren. Zij die mijn Knetter
bezoeken om te weten hoe het nu met Truus is, moet ik ook teleurstellen. Er valt
gewoon niets te melden. Niets meer dan dat zij vreselijk haar best doet om zich
dagelijks zo goed mogelijk te voelen. s Middags zitten we samen vaak een
spannende TV-serie, op DVD gehuurd, te kijken. Momenteel The Shield. Daarnaast
moet ze zich vaak de rest van de dag erg in acht nemen, het liefst dan zoveel
mogelijk op bed rusten, met een kussensteun in haar rug. Een soort niet
storen-bordje hangen wij dan aan de buitendeur. s Avonds hebben wij dan
weer onze genoeglijke uurtjes samen.
Natuurlijk geniet Truus nog steeds van
persoonlijke contacten. Alleen moeten we dat erg doseren. Vandaar dat wij
inmiddels intimi hebben gevraagd eerst, niet eerder dan na de lunch, te bellen,
of veel liever nog, Truus eerst te mailen, truuskroon.jas@gmail.com Tja, het zijn niet de leukste spelregels,
maar wel erg noodzakelijk. Blijf alsjeblieft wel contact houden, want het
contact met jullie laten wij zeker niet graag
schieten.
Gisteren was het voor ons een spannende dag,
terwijl er geen enkele reden voor spanning kon zijn. Tenminste, niet meer
spanning dan die dag in dag uit door ons lijf giert, sinds wij weten dat Truus
ongeneeslijk ziek is. Die onverklaarbaar extra spanning had alles te maken met
onze afspraak bij de internist. In het ziekenhuis op consult, bij de specialist
die niets meer voor je kan doen. Wat een raar rottig gevoel roept dat
op.
U ziet er goed uit, mevrouw Kroon. Zelfs uw gewicht valt me niet
tegen, leek een aansporing tot vooral zo door te gaan. Pak
elke calorie die je pakken kan, gaf dearts nog enigszins inhoud
aan ons bezoek. Veel meer dan dat was het niet. Toch hielden wij er een
gevoel van opluchting aan over. Over drie maanden komen wij er
terug.
Behept met een historisch vooroordeel stond
ik op een ongepijld moment voor een dilemma. Moest ik mijn wandeling
naar links of juist naar rechts voortzetten. Ik twijfelde. Lang genoeg om
ingehaald te worden door de wandelaarster die ik even daarvoor in stevige pas
passeerde. Je moet hier naar rechts Ik bleef twijfelen, omdat ik
nou eenmaal van die generatie ben die kaartlezen niet graag aan een vrouw
overlaat. Echt, je moet naar rechts, werd ik opnieuw aangespoord. Dit
keer kwam het zo overtuigend over, dat ik toch maar een aantal passen naar
rechts maakte. Mijn gids van één moment volgde mijn tred. Weet je
het zeker?, zocht ik naar meer bevestiging. Ja, heel zeker, ik heb in
deze omgeving gewoond. Gek genoeg kwamen de twijfels weer bij mij boven.
Het is uiteindelijk het advies van een vrouw. Ik had er echt een second
opinion voor nodig. Een mannelijke fietser bracht mij uitkomst. Meneer, is
dit de Schaapjesdijk? De man hield in. Jazeker. En lopen
wij nu richting de Kalfjesbocht?, zocht ik nog steeds naar de
vergissing is vrouwelijk. Ja, gewoon vijf minuten doorlopen, dan kom je
vanzelf op de Kalfjesbocht. Een onnodig luid gegniffel viel mij ten deel.
Deze boer had zichtbaar kiespijn.
Ik versnelde mijn pas, stilletjes met de
gedachte dat ik zo mijn blunder verder kon ontlopen. En ondanks dat mijn tempo
terug was op inhaalniveau van daarvoor, had mijn gids ook haar pas
versneld, waardoor wij naast elkaar kwamen te lopen. Nu liep ik deze tocht van
15 kilometer omdat ik na een blessure niet te grote afstanden moest afleggen.
Voor mij was het maar de vraag of zelfs die 15 kilometer mij niet zouden
opbreken. Dan is het toch maar goed dat je niet alleen loopt, waar normaal toch
echt mijn voorkeur naar uit gaat. Ik ging mij netjes aan de tred van mijn
medeloopster houden. Dan blijft een praatje natuurlijk niet uit.
Het werd eigenlijk verder een heel gezellige
wandeling, waarbij wij elkaar iets over ons zelf vertelden. Die mevrouw, Wilma
vanaf dat moment, bleek in het recente verleden een kilometervreetster te zijn.
Had meerdere malen de 4daagse van Nijmegen gelopen. Nu wel met gepaste
bescheidenheid hoorde ik haar wandelbelevenissen aan, zoekende naar het moment
dat ik het over een andere boeg kon gooien. Mijn wandelervaring zou verder niet
kunnen imponeren.
Via professie kwam ik toch daar waar
ik de kilometervreetster meende te kunnen overtreffen. Tja, mannen tegen de
vrouwen blijft toch een belangrijke missie in het leven. Stap voor stap
bracht ik het gesprek richting mijn schrijven en mijn eigen Kroondomein.com. Ook
nu wist Wilma weer opvallend goed aan te haken, want zij schreef ook.
Ppfff.
Dan toch maar toegegeven, het was een
ontzettend leuke en boeiende wandeling geworden. Enthousiast door haar verhalen
bood ik haar spontaan aan, om haar leuke stukjes via mijn site te publiceren. En
dat imponeerde wel. Kortom, Wilma schrijft inmiddels onder Wilmas Woordenspel,
onder de rubriek publiek domein leuke anekdotes op mijn kroondomein.
Ik heb haar er zelfs toe weten te verleiden om haar boeiende beroepservaring
onder Warboel in bloggertje te publiceren.
Vandaag was het weer een goed moment om
samen Wilmas Woordenspel en Warboel bij te praten.
Natuurlijk al wandelend, dit keer door de duinen van Schoorl. Daar waar ik
meende mijn tempo op haar af te moeten stemmen, werd dit andersom. Het werd puur
aanklampen. Maar ja, het zand was mul en nu wist ik goed de weg.
Het heeft een naam, dat kaartleggen.
In Multiple choice zou bij mij zo maar de Aha-erlebnis kunnen ontstaan. Spontaan
ken ik de naam niet en weet alleen maar ongeveer wat het inhoud. Die ingetogen
interesse kan zomaar te maken hebben met een heel groot alternatief circuit, tot
aan het occulte aan toe, wat ik voor mijn gezondheid heb afgelegd. Want, ondanks
dat het ten opzichte van Truus haar ziekte helemaal niets voorstelt, ben ik ook
ongeneeslijk ziek. Zeven operaties in mijn kop (voor- en bijholten) hebben mijn
duizeligheid en permanente koppijn niet weg kunnen nemen. Van mijn KNO arts hoef
ik dan ook niet meer terug te komen. Wij kunnen niets meer voor u
doen. Anders dan bij Truus heb ik, na zoveel jaren dokteren, het aan zien
komen en kan er vrede mee hebben. (Hoewel )
Dat Truus, mede na overleg met onze
huisarts, niet voor een alternatief circuit heeft gekozen, kan ik mij levendig
voorstellen. Sta ik dus helemaal achter. Baat het niet, dan schaadt het
niet, zoals het bij mij ook niet heeft gebaat, gaat alleen maar
op als je voldoende energie voor alternatieven kunt opbrengen. Truus koos er
voor om al haar energie voor thuis te gebruiken. Huisje, boompje, beestje.
Zij geniet van haar (pracht) huis(je), waar ik onlosmakelijk aan
ben verbonden. Van haar boompje, waar de vogels prachtig voor haar
zingen en beestje, waar onze kanjerkater Morro en poeslieve Lotta mee
worden bedoeld.
Door haar teruglopende energie heeft Truus,
naast gedoseerd persoonlijk contact, niets meer dan haar intimi nodig.
Neemt niet weg dat zij geniet van al het
medeleven. Vorige week woensdag, haar verjaardag, was voor haar een topdag.
Zonder daarvoor in de spotlight te hoeven staan, kreeg zij langs de digitale
snelweg ontzettend veel felicitaties. Ook werd er op de deurmat vreselijk veel
kaarten gelegd. Niet door een occulte kaartlegster, maar simpel door PTT Post.
Geen wazige voorspellingen, maar hartverwarmende teksten vanuit het hele land,
van vrienden, kennissen, mijn sportmaatjes en vrienden uit de virtuele wereld.
Geloof mij, Truus gloeit hiervan nog steeds na.
Al die lieve mailtjes, telefoontjes uit
Zuid-Afrika, reacties op Facebook, kaarten en bloemen maakte Truus haar
62e verjaardag onvergetelijk. Om ook hier zuinig met Truus haar
energie om te gaan, verwoord ik met de meest grote plezier haar enthousiasme en
dankbaarheid. Alleen ben ik minder verbaasd over haar populariteit.
Lieve mensen, jullie waren groots!
Ontzettend bedankt!
Niet ten onrechte krijgt de wandelsport steeds meer aanhangers. Het leuke van deze vorm van sportieve ontspanning is, dat bijna iedereen het kan doen, het weinig geld kost, er georganiseerde afstanden variërend van 5 tot 45 kilometer (en meer) gelopen kunnen worden, waarbij iedereen ook nog eens zn eigen wandeltempo bepaald. Er zijn ook weinig bewegingsvormen die zo vreselijk goed voorlichaam en geest zijn, zeker als daar de vrije natuur voor is opgezocht.
En dat deed ik vandaag dan ook. Met het vooruitzicht dat in het weekend er opnieuw regen op komst is, er door de 4daagse van Nijmegen het weekend geen georganiseerde tochten zijn, reed ik naar het bezoekerscentrum van de Schoorlse Duinen. Daar vandaan is er een keuze uit zon zestal gepijlde afstanden. Ik koos voor de langste afstand van 20 kilometer, met drie trappen met totaal bijna 500 treden, veel kuitenbijters van meer dan vals plat, een kleinere versie van de beroemde klimduin, mul zand en een mooi stuk strand. Weliswaar heel zwaar, maar wel een van de allermooiste tochten die ik heb gelopen. Hulde aan Staatsbosbeheer.
Maar ja, wat de ene overheidsinstelling erg goed doet, vergriept de andere. In dit geval waarschijnlijk de lagere overheid, Gemeente Schoorl. Geheel tegen alle aangename aspecten van het lekker wandelen in, hebben zij een parkeermeter geplaatst op de parkeerplaats voor de wandelaars. Niks lekker op je gemak een mooie wandeling maken, niks even van de wandelroute afwijken en zeker niet te lang op een terrasje blijven zitten. Niks zo maar ontspannen in de natuur. De Gemeente Schoorl wenst je, tijdens ontspannen wandelen in de natuur, op te jagen:Snel. snel, snel, anders staat er je zomaar een parkeerbon te wachten.
Dan moet je maar een extra paar euros de meter laten slikken, zal het belerende tegenargument op parkeerwachterniveau zijn. Waar, recht toe recht aan en wars van alle maatschappelijke betrokkenheid, geen speld valt tussen te krijgen. Blijft toch dat de Gemeente Schoorl wandelaars probeert op te jagen. Volgens mij moet hier Den Haag ingrijpen.
In het verleden mocht een apotheek geen reclame maken. Dan zou je zeggen dat deze branche door gemis aan ervaring niet weet hoe ze met reclame maken om moeten gaan. Nou, doe het dan niet!
Want, je moet toch wel het verkeerde pilletje hebben gesliktom toe te staan dat een reclamebureau, ongetwijfeld voor veel geld, een commercial maakt zoals die vandaag op de tv verscheen.
Op zon commercial, maar eigenlijk ook zon apotheek, zit niemand te wachten.
De uitdrukking Ik ben er stil van neem ik dit keer, samen met Truus, heel erg letterlijk. Wij moeten echt nog een beetje bijkomen van de sensationeel veel reacties die Truus gisteren op haar verjaardag kreeg. Lukt het mij om deze bijzondere ervaring neer te schrijven, kom ik er binnenkort in mijn blog op terug.