1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Knetter circuleert nu ook in het criminele circuit. Dan ga ik er maar niet van uit dat het spreekwoord soort zoekt soort hier opgeld doet. Want dan maken die Internetboeven toch echt een grote inschattingsfout.
Het wordt dan ook helemaal niet op prijs gesteld, dat zij zich mengen in het geschil dat ik met de ABN-AMRO heb, waarover ik in mijn blog De slachtbank van 10 oktober schreef. Nee, ik dop mijn eigen boontjes wel.
Of is dat boeventuig er alleen maar op uit om mijn bankrekening leeg te plunderen?! Juist dat valt te vrezen. Want, op het moment dat ik in afwachting ben hoe ABN-AMRO hun gemaakte fout herstellen, zodat ik weer normaal kan internetbankieren, krijg ik onderstaand mailtje:
(Lay out omwille van de leesbaarheid aangepast)
Natuurlijk viel mij direct het onbeholpen taalgebruik op, waarbij bij mij toch de prettige gedachte bovenkomt dat ik niet bij ze op school heb gezeten. Ik vertrouwde de afzender niet. Oké, banken kunnen evenzogoed crimineel gedrag vertonen, de huidige crisis is er zelfs door ontstaan, maar weten dat dan wel in onberispelijk Nederlands te verwoorden. Het leek mij verstandig om bij dekrijtstreeppakken te informeren of zij mij dat stumperige mailtje hadden gestuurd.
Die vraag namen zij sportief op, niet: hoe kan je denken dat ., en mailden mij direct terug dat er hier sprake was van een phishing-mail, wat ik weer hoogdravend taalgebruik vond, maar wel begreep. Ik had een aanslag op mijn bankrekening weten te voorkomen.
Door mijn werk heb ik in het verleden erg
veel buiten de deur gegeten. Een ouderwetse manier van netwerken met je klanten.
Om optimaal te kunnen verwennen liet ik meneer of mevrouw altijd het restaurant
uitkiezen, zodat een eventuele misser mij niet aangerekend kon worden.
Ook hield ik mij niet bezig met de menukeuze. Ik wilde gewoon het risico
vermijden dat mijn keuze er op zn minst lekkerder uitzag. Vandaar dat
ik altijd meeging in de keuze van mijn tafelgenoot.
Dat heeft mijn zelfstandigheid in
kiezen behoorlijk aangetast. Ik ben een menu-twijfelaar geworden.
Daarbij komt dat ik ook vaak achteraf spijtgevoelens krijg als ik andere
bestellingen door zie komen. Afgelopen vrijdag had ik dat ook op het
zonovergoten terras. De kaart leek beperkt, waardoor ik een echt heerlijke
uitsmijter speciaal nam. Maar toch, wat ik allemaal voor lekkers
voorbij zag komen .. Jemig, wat had ik moeten bestellen om dàt op mn bord
te kunnen hebben?
Met nog even een blik werpen op de menukaart
kon ik dat lekkers nog steeds geen naam geven. Een menukaart zou
eigenlijk voorzien moeten zijn van fotos, zodat de verleidingsdans al bij je
ogen wordt ingezet. Of nee, toch maar niet. Die plaatjes zullen veel te veel
doen denken aan de menukaart van zon hamburgertent. Die werkelijkheid valt
altijd tegen.
Nee, ik weet iets beters. Elke keer als er een
gerecht wordt uitgeserveerd, zegt de serveerster luidt en duidelijk wat het is,
bijvoorbeeld: gegrilde biefstukpuntjes met avocado en ananas. Of
misschien heet het wel: Lunch du Chef. Zij die hun keuze nog niet
hebben bepaald, krijgen zo mooi aanschouwelijke voorlichting.
Nou lijkt mij zon luide opsomming ook weer niet
ideaal. Alle kans dat zelfs de Arbowet deze extra dienst niet goed vindt. Het
risico dat de tong op te ingewikkelde gerechten wordt gebroken, lijkt te groot.
Het moet anders. Naar Chinees voorbeeld zullen de dames en heren van de
bediening alleen nog maar het nummer van het gerecht hoeven te noemen. Het
nummer wat je terugvindt op de menukaart. Hardop dus: Alstublieft, nummer
40.
Het wordt daardoor nog leuker op het terras van
bekijken en bekeken worden. Bij elk getal zal je iemand de menukaart in
zien duiken, waarbij je met je tafelgenoot zelfs een weddenschap, voor een
drankje, kunt afsluiten. Wedden dat die mevrouw in die blauwe jas ook no.
40 gaat bestellen
Nog leuker op
het terras of in het restaurant en het zal mij makkelijker worden gemaakt met
het kiezen van mijn menu.
Het was gisteren weer verrekte rot
thuiskomen, Ik had namelijk zon jofel verhaal te vertellen, nadat ik op
controle was geweest bij mijn longarts. Tot twee jaar terug liep mijn longinhoud
alleen maar terug, waarna er een ommekeer kwam. Ontegenzeggelijk een gevolg van
mijn fanatieke bezoek aan de sportschool. Mijn arts was toen meer dan tevreden.
Terloops zei ik hem nog te hopen dat mijn KNO-arts volgende week ook een
positief bericht had te melden. Serieuzer dan bedoeld ging de
longspecialist hier op in, las even snel mijn medische status op zijn scherm
door en begreep dat ik, na zeven voorhoofdholten operaties en consulten in
evenveel ziekenhuizen, niet veel meer mocht verwachten.
Ik zou u een antibioticum voor
kunnen schrijven, die min of meer als bijwerking soms ook
voorhoofdsholteontstekingen kan bestrijden. Uhhh, ik zou dat medicijn graag
proberen, maar wil het volgende week toch maar eerst de kno-arts voorleggen.
Deze loyaliteit werd op prijs gesteld. Ik zal de suggestie voor mijn
collega in het systeem zetten, toonde de dokter nog eens zijn grote
betrokkenheid.
Nu, een jaar later, waren mijn longen
nog een stukje vooruit gegaan. Opnieuw was de arts uiterst tevreden. En
heeft dat antibioticum nog op uw voorhoofdsholteontsteking effect gehad? U
bent mij net voor. Ik wou dat ook ter sprake brengen, omdat mijn kno-arts vorig
jaar dit middel niet wilde voorschrijven, om dat het neveneffect voor de
voorhoofdsholte niet bewezen was. Zou u het mij alsnog willen voorschrijven?
Ook nu las de
arts nog even mijn status door en schreef het recept uit. Alstublieft, u
heeft uiteindelijk niets te verliezen, alleen maar te winnen. Weet u wat, laat
nu ook even bloed prikken, dan hebben we een zogenaamde beginwaarde en bekijken
we het over een halfjaartje opnieuw. Geinig, mijn longarts neemt de
handschoen op die de kno-arts liet liggen. Stel je nou eens voor dokter,
dat het medicijn aanslaat. Dat ik na decennia van mijn hoofdpijn wordt
verlost . De welwillende arts, bereid om naar meer dan alleen mijn longen
te kijken, liet mij handenwrijvend uit. Ja, stel je voor, dan is dat reden
voor een feestje.
En dat jofele
verhaal kon ik bij het thuiskomen nu niet meer kwijt.
Mijn slachtbank, ABN-AMRO, heeft op mijn
klacht (zie mijn blog van 10.10) tot op heden niet anders gereageerd, dan dat ze
zouden reageren. Zij zitten er niet mee dat ik al twee weken niet meer via
Internet transacties kan doen. Zelfs mijn rekening niet kan inkijken. Nadat ik
liet weten het hatelijke de erven van uit de tenaamstelling van mijn
rekening te willen hebben, heb ik het kennelijk bij ze gedaan. Ze vinden mij
misschien hardvochtig?!
Ik zie het nog even aan, maar de Rabo Bank,
op zich al een bank met een veel sympathiekere uitstraling, zit bij mij al op de
reservebank. Mijn kruik, of eigenlijk mijn Kroon, gaat net zo lang te water
tot hij barst.
Waarom begrijpen die hufters nou
niet dat je, juist na het overlijden van je partner, het internetaccount hard
nodig hebt om transacties te doen en betalingen te bekijken. Hoe gevoelloos is
het dan dat ze hun fout niet direct herstellen. Kan dat niet, reageer dan op zn
minst. Wat mij betreft hebben zij volledig recht op hun negatieve
imago.
Dan is het toch wel sympathiek van Bea Pols,
die in eigen beheer boeken uitgeeft, dat zij mij toch haar i-book Zonder
strijd geen waarheid heeft gestuurd, terwijl de betalingstransactie is
mislukt. Zij laat daarbij weten dat de betaling wel goed komt, zodra
ABN/AMRO weer meewerkt.
In haar laatste boek vertelt Bea over het
onrecht wat haar door Sonja Bakker is aangedaan. Hoe Sonjas plagiaat door haar,
juist Bea werd verweten. Een beschuldiging die Sonja uiteindelijk introk, maar
daarbij geen reden zag hiervoor haar excuses aan te bieden. Sonja maakte via de
pers van Bea zelfs de kwaaie pier. Iets waartoe Popie Jopie Sonja
de gelegenheid kreeg, wat dan weer de media valt aan te rekenen.
Mijn mondjesmaatmevrouw, want Bea is een tijdje mijn afslankcoach
geweest, heeft daar veel schade van ondervonden, wat zij in haar boek van zich
af heeft geschreven.
Omdat ik respect heb voor haar geknok tegen
de bierkaai, die wat mij betreft de ABN-AMRO-kaai zou kunnen heten, hoewel ik
denk dat Bea die kaai liever de Sonjas Steel Steeg zou willen
noemen, krijgt Beas boek van mij hier het podium. Boeiend genoeg om te kopen,
wat je hier kunt doen: http://www.beas-webwinkel.nl/
Met een en/of bankrekening heb je niet de
ellende dat, na overlijden van je partner, de rekening tijdelijk wordt
geblokkeerd, om via allerlei heisa weer over je geld te kunnen beschikken. Sof
Far So Good. Maar ik ging mij er toch vrij snel aan irriteren dat en/of werd
veranderd in de erven van Op die manier wilde ik mijn Truus niet in de
tenaamstelling van mijn correspondentie hebben. Dus dan toch maar op naar het
bankfiliaal van ABN/AMRO.
Ja, ik moest er heen, want ondanks dat je de
meest uiteenlopende transacties via Internet kan doen vindt deze, door ons geld
overeind gehouden staatsbank, dat je met de originele overlijdensakte naar ze
toe moet komen, zodat zij zelf een kopie kunnen maken. Ik was overigens niet
alleen in mijn mening dat dat onzin is, want ook van de bankmevrouw haar gezicht
viel af te lezen dat zij niet graag voor zon onbenullig klusje werd gestoord.
Haar houding maakte mij zelfs vijandig naar haar toe, wat zij door haar
arrogantie klaarblijkelijk niet in de gaten had.
Ze deed wat ze moest doen. Door de
Nabestaandendesk van ABN AMRO Bank N.V. te Rotterdam, overigens met een
telefoonnummer (040) uit Eindhoven?!, op 4 oktober met referentie
ST/177336315/GvdZ bevestigd. De bankrekening staat alleen nog op mijn naam,
dacht ik.
Want toen ik wilde Internet bankieren, iets
wat ik zonder maar één moment de tussenkomst van de bank al jaren doe, zag ik
tot mijn teleurstelling dat de tenaamstelling van mijn bankrekening nog steeds
de toevoeging `de ervan van ´ heeft. Reden om de pest in te hebben. Maar, het
werd erger. Toen ik mijn rekening wilde inkijken kreeg ik de melding dat ik niet
was geautoriseerd.
Hè?, na overlijden van mijn vrouw
kon ik gewoon Internet bankieren, totdat ik door een chagrijnige bankmevrouw de
tenaamstelling van mijn rekening heb laten aanpassen. En dat terwijl de
Nabestaandendesk mij nog had bevestigd dat alles weer in orde is. Zelfs was,
want ik kon gewoon bankieren. Oké, mij er maar niet over opwinden (er zijn
ergere dingen, nietwaar). Gewoon effe 0900-0024 bellen, wat
voorgeprogrammeerde menus doorworstelen, om dan geholpen te gaan worden. Nou
ja, niet direct, want kennelijk was het diepte-interview niet diep genoeg, want
ik moest -bedankt voor het wachten- nog een keertje worden
doorverbonden.
"Oh, ik kijk het even voor u na
meneer. Bedankt voor het wachten. Het klopt meneer Kroon, u kunt momenteel niet
Internet bankieren` `Nee!, dat klopt juist niet en dat moet u even aanpassen`.
`Nou nee meneer Van Kroon` `Zonder van graag` `Uhh, sorry, meneer Kroon, maar u
moet even naar de bankshop bij u in de buurt om dat even te regelen`. `Bankshop,
even regelen, ik móet helemaal niets. Bij die bankshop, of hoe u dat ook noemt,
ben ik al geweest. Dus, ú moet dat regelen`. `Nou nee meneer Kroon, dat kan ik
niet, daarvoor moet u echt even naar de bank toe.` `Dus ik moet naar úw bank om
úw fout te herstellen? Nou ja , uhhh.. Ik onderbrak zijn gestuntel.
Ik wil die fout van u best komen herstellen, maar dan reken ik wel 45,=
voorrijkosten.´ ´Voorrijkosten, hoe bedoelt u? Toch heel normaal dat er
voorrijkosten in rekening worden gebracht, als ter plaatse jullie fout moet
worden hersteld. Ik denk niet dat dat kan meneer. Ook goed bankmeneer, dan
regelt u het maar voor mij en belt u mij er over terug. Ik mag u niet
terugbellen, meneer, was mijn helpdesker hoorbaar opgelucht dat ons
gesprek weer binnen zijn telefoonscript viel. Wat zeg je nou?,
om mij als klant in de gerechtvaardigde positie te brengen tutoyeerde ik
hem vanaf nu bewust, ik als rekeninghouder ben bij ABN/AMRO niet
geautoriseerd om mijn bankhandelingen te verrichten en de helpdeskmeneer van
ABN/AMRO is niet geautoriseerd om servicegericht zijn klant terug te bellen.
Zijn ze écht gek bij jullie geworden? Door de telefoon heen voelde ik de
helpdesker kleiner worden, wat nou ook weer niet mijn bedoeling was. Zijn
superieuren zouden door dat stof moeten. Timide stelde hij het laatste voor wat
binnen zijn mogelijkheden lag. Ik zal voor u het betreffende bankfiliaal
bellen. Blijft u aan de lijn. Dat is goed, maar het heeft mij nu al genoeg
tijd gekost, als het te lang duurt, verbreek ik de verbinding. En
natuurlijk duurde het te lang.
Dan is er via de website van
ABN/AMRO de mogelijkheid om op zelf aangegeven tijden je terug te laten bellen.
Daar heb ik dan maar gebruik van gemaakt. Heel netjes kreeg ik per e-mail de
bevestiging terug te worden gebeld. Maar niet meer dan dat, want deze toezegging
kwamen zij niet na. Het betreffende filiaal, waar het kennelijk fout is gegaan,
heeft ook niets meer van zich laten horen.
Hun wanprestatie op wanprestatie geeft mij
reden hen hier aan de schandpaal te nagelen, wat ik ze via een link natuurlijk
zal laten weten. Zal mij benieuwen of zij nu wel de kans, om hun fout(en) te
herstellen, met beide handen zullen aanpakken. Wie weet, wordt dit
vervolgd.
Al is het doortrekken (nou ja, eerder: doordrukken) van onze WC een heel normale handeling, ooit bestond er geen riool en moest de ton met ontlasting regelmatig worden geleegd. De WC was toen niet meer dan een poepdoos.
Bij de NS lijkt de geschiedenis zich volledig om te keren. Een WC in de trein is niet meer vanzelfsprekend. Anno 2011 rijden er NS-sprinters zonder het kamertje honderd rond. Dehoge nood m/v kan op zon traject alleen nog maar een plasje zijn. De moderne poepdoos wordt vervangen door de plaszak. Iets wat taaltechnisch wel klopt.
Het was vandaag de tweede keer dat ik het
probeerde, effe lunchen buiten de deur. Dat deed ik eerst vorige week zondag op
een zonovergoten terras aan de kust. Vandaag deed ik dat tijdens een drukte van
belang ter ere van Alkmaar ontzet, in een van de betere tenten van de
stad.
Zowel vandaag
als vorige week stond ongewenst mijn genieten op een heel laag pitje. Best gek,
want als Truus destijds liever thuis bleef, kwam het regelmatig voor dat ik mij
alleen vermaakte. Toen wel, nu niet. De omstandigheden waren niets anders, nou
ja met dit verschil dat Truus nu dood is. Mijn eigen weg gaan heeft daardoor een
heel andere dimensie gekregen. Heel ondefinieerbaar.
Ook raar, bij aanschaf van een papiervernietiger krijg je papier cadeau. Waarvoor??? Je koopt toch geen papiervernietiger om zomaar papier te vernietigen?! Is de bedenker van deze actie aan zijn ontbijttafel geïnspireerd geraakt, toen ie zn hardgekookte eitje door de eiersnijder haalde. eiersnijder voor een eitje ., waarom dan niet de papiervernietiger voor een pak papier. Het idee om zo van de te grote voorraad papiervernietigers af te komen is daarmee geboren , denk ik zo.
Gedurende het tijden dragen van
mijn Lee spijkerbroek, is het me gelukt om nu aan een maatje minder toe te zijn.
Inmiddels had de slijtage voldoende huisgehouden, zodat ik aan een nieuwe Jeans
toe was. Het zou weer een Lee moeten worden, desnoods een Wrangler. Niet zozeer
omdat ik zo merkvast ben, maar meer door mijn lichaamsbouw gedicteerd. "Breed op
de heupen", zal wel een dikke kont mee worden bedoeld, maakt het voor mij
onmogelijk om voor de meest hippe merken te kiezen. Iets waar het verkopend
personeel van hippe Jeanszaken zich ook niet aan wilde wagen. "Tja, Lee en
Wrangler zijn zo hip niet meer. Er zijn nog maar weinig Jeanszaken die ze
verkopen. U kunt het beste naar De Bijenkorf gaan, ja dan moet u wel naar
Amsterdam. Maar weet u wat, Man at Work heeft ook Levi 501, alle kans dat daar
uw maat ook bij zit. Veel succes meneer", kreeg ik nog met het advies
mee, waarin 'het medeleven om te kunnen slagen' doorklonk. Nou niet bepaald
bemoedigend. Bij mij kwam het toch een beetje over alsof ik er niet meer bij
mocht horen en daardoor de zaak werd uitgezet.
Om toch te knokken voor mijn recht op een
Jeans outfit, kwam ik dubbel gemotiveerd bij Man at Work binnen. Maar goed ook,
want dit keer ging het om de lange adem. De eerste niet passende broek
moest wel een inschattingsfout van de verkoper zijn. Ik geef u twee maten
groter, dan moet het lukken meneer. Ook niet bepaald een opmerking waar ik
blij van werd, twee maten groter?! Alleen al mijn kuiten protesteerden
tegen die nauwe Jeanspijpengangen. Het past van geen kant. Heeft u ook
Levis 501?, die schijnt veel royaler te vallen. De verkoper was
bereidwillig genoeg, alleen leek hij niet zon Levis fan te zijn. Het is
te proberen meneer.
Ook nu was ik vrij snel klaar met passen.
Vanaf onderkant gulp vertoonde de broek een soort V naar boven, zodat de
knoop zon 20 centimeter van het gat verwijderd bleef. Deze
V-hals broek past helemaal niet, meldde ikop de dorpel van het
kleedhokje. Mijn plastische uitleg werd niet begrepen en misschien omdat de
verkoper vol ongeloof was, zei hij wat onhandig dat de passpiegel om het
hoekje was. Natuurlijk nam ik niet de moeite om mn V- halsbroek in
spiegelbeeld te bekijken. Ik pak nog wel even een maatje groter meneer,
trachtte de verkoper zich toch uit de situatie te redden. Pfff, weer een
maatje meer. Al gauw zag ik dat de knoop ook nugeen hechte
relatie met het knoopsgat aan zou gaan. Mijn lichaam stond die
toenadering te nadrukkelijk in de weg.
Na tevergeefs toch weer op de passpiegel te
hebben gewezen kreeg nu ook de verkoper de moraal om nu tot het gaatje te
gaan. Tot het knoopsgaatje in dit geval. Probeert u, als u
wilt, toch maar even een Hilfiger, het is wel een 34/34, maar ja ik heb m
altijd nog wat groter. Nou, ik wilde wel. Zeker omdat mn te vervangen
jeans een Lee 38/34 is. De spiegel is hier om de hoek, toch?, had ik
halverwege het aantrekken al de nodige gein om wat stond te gebeuren.
Oké, het model is wat meer op de heupen,
maar hij past. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wat is er met deze
Hilfiger aan de hand? Een warm, donkerbruine stem gaf hierop het
antwoord: Hij past goed meneer. Het bleek de verkoper te zijn. Down
to Earth, maar ik was in de zevende hemel.
Het is mij nu al twee keer overkomen, dat ik mijn betaalpas na het pinnen
in het automaatje liet zitten. Neem ik hiervoor geen maatregelen, zal het op
zeker gebeuren dat ik een keertje niet door de winkelier wordt gered,
daardoor mijn pasje kwijt ben met alle ellende van dien. Tijd voor
actie.
Nou ja actie, het kan niet verder gaan
dan een goed voornemen. Want, het mijden van het nieuwe pinpaskastje is geen
optie. Per januari 2012 is die manier van pinnen namelijk de standaard.
Ik geloof dat
het een kwestie is van jezelf 'een kunstje' aanleren. Dat ga ik doen en
tip hierover de lezer van mijn blog. Natuurlijk met de oproep om een beter idee
via Knetter te laten weten. Het simpele kunstje wat ik mijzelf
zal aanleren, is het pasje na inbrengen nooit los te laten. Dan maar niet bij
het intoetsen van je pincode het resultaat met je andere hand afschermen. In
plaats daarvan zal je gewoon bij het intoetsen van je pincode meerde vingers
moeten gebruiken, om ongewenste 'meekijkers' te misleiden. Voor de
pincode in toetsen moet je als het ware 'blind leren typen'.
Zal mij benieuwen of dit idee jou en mij heeft
geholpen.
Gezien mijn
afkomst is Haagse bluf mij niet vreemd. Neemt niet weg dat ik, door
levenservaring gestuurd, niet meer de behoefte heb om daarover de grenzen van
het waarschijnlijke op te zoeken. Ik draai er dan ook niet om heen. Mijn katten
hebben geen inbreng gehad met het vervaardigen van hun afscheidskaart aan hun
vrouwtje. Hoewel zij beiden wel model hebben gestaan voor het ontwerp. Die poses
en daardoor het resultaat van hun afscheidskaart vind ik leuk genoeg om ze in
mijn blog op te nemen.
Misschien komt het omdat ik mij onbewust een
beetje van Truus probeer los te weken. Dat zou verklaren waarom ik, zonder
ruimtegebrek, ben begonnen met het wegdoen van Truus haar spulletjes. Dingen die
haar (kennelijk) dierbaar waren, maar waar ik totaal niets mee heb. Zoals
stapels schriften en werkboekjes vanuit haar schooltijd, heel wat jaargangen
ansichtkaarten, bergen uitgeknipte recepten, volledig uit de mode geraakte
handtassen en schoenen met lichtversleten hakjes.
Dit alles is nog maar het begin. Binnen
eigen kring krijgt haar mooiste kleding nog een tweede leven, komt er een paar
dingen op Marktplaats (spiksplinternieuw jack en laarsjes) en vindt veel de weg
naar goeie bestemmingen. Het zal wel raar zijn, maar eerlijk gezegd doet het me
niet veel.
Anders is het met een stomme pop. Nou ja
stom, met neerleggen komt er een mamma uit. Het gaat om Truus haar lievelingspop, waarvan ik niet eens
de naam weet. Heel veel jaren voorzichtig opgeborgen in een plastic tasje. Wat
moet ik daar nou mee? Weggooien? Binnen eigen kring doorgeven? Of te koop
aanbieden aan verzamelaars. Wie het weet mag het zeggen.
Het zal nog wel even aanduren, dat ik mijn
blog vaak aan Truus wijd. Tijdens haar ziekteperiode had ik één werkende
hersencel die daar alleen maar aan kon denken. Nu Truus er niet meer is, lijkt
het er op dat er bij mij weer enigszins aanwas van hersencellen is, hoewel die
ene nog steeds dominant aanwezig is. Ik laat het maar gewoon gebeuren.
Dat Truus toch niet een paar weekjes met
vakantie is, ga ik mij steeds beter realiseren, wat heel erg verdrietversterkend
werkt. Gisteren nog, met vrienden in de kroeg, vreselijk gelachen, maar ook
momenten gehad dat het nou-effe-niet-janken-pilletje niet werkte.
Gelukkig was ik binnen mijn aangename gezelschap niet de enige. Al met al was
het lekker om weer effe ouderwets gezellig mn hakken te kunnen
vullen. En natuurlijk kwam Truus haar afscheidsviering weer uitvoerig ter
sprake. Het doet mij ontzettend veel deugd dat, zoals ik dit inmiddels al vaak
heb gehoord, het uniek was en dat ik dat ook wel zo zou willen. Veel
van die iks heb ik al gehoord. Het lijkt er op dat Truus een trend heeft
neergezet. Geinig, komt ze misschien ooit nog eens in Wikepedia.
In praktische zin ben ik haar eeuwig
dankbaar, dat ze mij in korte tijd heeft weten om te scholen van
huishoudelijk onbenul tot een man van deze tijd die ook in het
huishouden weet aan te pakken. Heel gedisciplineerd werk ik wekelijks het
programma af. In ons huis mag het nooit zichtbaar worden dat Truus er niet
meer is. Tenminste, als er niet te veel op details wordt ingezoomd.
Koken is
echter een heel ander verhaal. Zon beetje zes maanden lang heb ik geleefd op
de kant-en-klaarmaaltijden van Albert Heijn. Dit, omdat Truus geen kookluchtjes
meer kon velen. Op zich was het allemaal goed te eten, maar dan is een half
jaar toch wel heel erg lang. Zo kon het gebeuren dat ik bijvoorbeeld op de
zomerzuurkoool maar een fikse lik mosterd streek om smaakverveling enigszins te
bestrijden.
In het na-Truus-tijdperk moest het er eens van komen dat ik
de AlbertHeijntjes zou afbouwen, om zelf maaltijden te bereiden. Zij
die mij écht kennen, weten dat ik daarbij langs de rand van het onmogelijke
balanceer. Geïnspireerd door de power van Truus liet ik mij niet kennen. Ik
sloeg in de supermarkt de kant-en-klaarmaaltijden over en ging rechtstreeks naar
de wok-produkten. Een Italiaanse groentenmix en Italiaanse aardappelpartjes in
combinatie met biefstukpuntjes werd mijn eerste gerecht aller tijden.
Door effe goed te kijken hoe de onderlinge woktijden zich verhielden, wist ik
precies op welk moment wat de wok in moest. Het uitgeperste teentje knoflook was
mijn eerste eigen inbreng bij een gerecht. O ja, met ook nog een paar extra
scheutjes olijfolie meende ik mijn eten te perfectioneren. Geloof me, ik heb
gesmuld.
De echte moraal binnen een bedrijf leer je
pas echt kennen als je een beroep wilt of moet doen op hun service. Recent had
ik daarover nog een erg goede ervaring met de HEMA. Bij hen kocht ik in juli
cartridges voor mijn printer. Na ze te hebben geïnstalleerd, de verpakking te
hebben weggegooid, kwam ik er twee maanden later pas achter dat de cartridges
niet werkten. Met alleen nog de bon en de inkthoudertjes in een plastic zakje,
kreeg ik heel coulant gewoon mijn geld terug. Een onverwachte, extra service van
de HEMA.
Bij OHRA was het niet anders. Langs een
centrale weg hadden zij vernomen dat mijn vrouw was overleden. Zonder daar zelf
actie voor te moeten ondernemen, kreeg ik bericht dat zij per overlijdensdatum
haar zorgverzekering hadden stopgezet en dat zij het te veel betaalde, van de
jaarpremie, direct zouden terugstorten.
Maar dan de Libelle. Jazeker, dat blad
voor de moderne vrouw, waarin men lief en leed met elkaar deelt. Truus is daar
vele jaren op geabonneerd geweest. Toen door haar ziekte de interesse in dat
damesblad was verdwenen, schreef ik op 14 augustus aan de klantenservice:
Nadat mijn ongeneeslijk zieke
vrouw zich niet meer op een boek kon concentreren, had zij alleen nog maar
plezier in tv kijken, haar i-Pad en de Libelle. Haar toestand is inmiddels
echter zodanig verslechterd dat er niets meer dan plaatjes kijken op tv is
overgebleven. De
Libelle is de laatste weken niet meer uit de verpakking gekomen. Omdat haar
toestand alleen nog maar verslechterd, haar einde nadert, is het niet zinvol het
abonnement van de Libelle langer aan te houden. Ik verzoek u dan ook haar
abonnement per direct te stoppen.
Libelle toonde geen enkele compassie. Door
het uitblijven van een antwoord schreef ik 12 september opnieuw, nu met de
melding dat het abonnement, in verband met overlijden direct gestopt moest
worden. De Libelle bleef echter op de deurmat vallen.
Toen bijna 6 weken na het opzeggen de
afgelopen week Libelle opnieuw werd bezorgd, mijn oog viel op het Libelle-logo
elke week weer een feestje, werd ik woest. Kalkte er
overleden op het stuurde het retour afzender. Het zal mij benieuwen
of zij nu wel reageren. En natuurlijk ook, wat zij van het betaalde
abonnementsgeld voor het 2e halfjaar ( 70,85) zullen
restitueren.
Gedurende de ziekteperiode van Truus
konden we beiden nog al eens de cynische opmerking maken, er zijn ergere
dingen, als er even iets simpels niet goed ging of tegen zat. Dat heeft
mij overigens niet minder alert gemaakt. Zo kwam mij veel te laat een brief van
de NS, ja zij weer, onder ogen met als onderwerp, het op 12 juni opzeggen van
het voordeelabonnement van mijn vrouw. Met die brief werd dit bevestigd, maar of
ik nog wel even voor 4 augustus langs de NS-kaartautomaat wilde gaan .
Oeps, niet gedaan, dus dan maar als den
donder de NS gebeld. Nou Liesbeth, want zo heette die stem, was me ontzettend
ter wille. Na haar ogenblikje, dan kijk ik het even voor u na, kwam
het verlossende woord Nee hoor meneer Kroon, u hoeft helemaal niets te
doen. Het abonnement is per vervaldatum stopgezet. Oh, gelukkig juffrouw, enne
is het saldo van die kaart overgeboekt naar mijn abonnement? Dat lijkt mij
niet meneer, maar ik kijk ook dat nog even voor u na, nog een ogenblikje
alstublieft. Vrij snel was Liesbeth terug aan de lijn. Bedankt voor
het wachten meneer Kroon, er staat geen saldo meer op die kaart. Mooi, dus ik
kan m weggooien? Ja hoor, kan ik u verder nog van dienst zijn? Liesbeth
had mij naar tevredenheid geholpen, waarvoor ik haar natuurlijk van harte
dankte.
Niets ten nadele van Liesbeth, maar door
mijn gezond wantrouwen jegens de NS, liet ik toch het laatste woord aan de
NS-kaartautomaat, waar ik toch moest zijn voor een onnodige transactie ten
behoeve van mijn eigen abonnement. Ik hield de kaart voor de kaartlezer en
zonder ogenblikje alstublieft tegen 0,10 per minuut en bedankt voor het
wachten, kreeg ik onmiddellijk het echte saldo op het scherm. Saldo:
31,82 (!) En Liesbeth zij dat het saldo nul was, mompelde ik grimmig
richting de automaat, die nu niet het lef had mij te vragen of tie mij nog
verder van dienst kon zijn . Mijn ongewenste gang naar het Centraal
Station was onvermijdelijk.
Een van de twee dames achter het glas
was mij direct ter wille. Zal ik die 31,82 op uw saldo bijschrijven?
Graag mevrouw, antwoordde ik verbaasd. Raar dat zij dit zo maar kon doen,
zonder dat ik mij moest legitimeren?!, maar ik genoot van haar kordate optreden.
Eventjes maar, want één vraag verder zat de NS-pet weer strak op haar hoofd.
Nee meneer, ik kan het automatisch opladen hier niet stopzetten. Dat moet u
via Internet doen. Voor dat ik daar hoogst verontwaardigd, vooral
venijnig op kon reageren werd sissend van de andere zijde achter het glas
corrigerend opgetreden. Oh, dat wist ik niet, dat kon toch nooit, nou
meneer u heeft mazzel, hier vandaan kan ik het toch voor u regelen. Mazzel
zegt u, terwijl Liesbeth Ennes mij bijna 31,82 liet weggooien?! Wat
is het is toch een zooitje bij de NS?! Besmuiktkreeg ik daarin
verrassend genoeg gelijk. Een halfuur en achter mij een ellen lange rij minder
vrolijke gezichten later, had ik de door de NS gemaakte fouten recht laten
zetten. Maar natuurlijk, er zijn ergere dingen.
Mij overkomt het vreemde
gevoel dat ik Truus haar afscheidsviering als generale repetitie wil beschouwen,
om het vanavond nog eens over te kunnen doen. Het zo bewust(er) mee te kunnen
maken. Deze gedachte overvalt mij, terwijl ik haar afscheids-cd afspeel,
met:
- Unchained Melody The Righteous
Brothers - No Sad Songs For Me The Walker
Brothers - Dream a Little Dream OfMe Michael
Bublé - Tes Tendres des Annees Johnny
Halliday - Thank you for Loving Me Bon
Jovi - Waarom nou jij Marco Borsato - Unforgettable Natalie Cole - I Believe The Righteous
Brothers - Voor altijd Marco Borsato - Avé Maria no Morro De
Maskers - Twilight Time The Jumping
Jewels - Tonight The Shadows - My Happiness René and his
Alligators - Nivram The Shadows - Midnight The Shadows - Dear Hunter The Shadows - Peace Pipe The Shadows - Song for Guy Elton John - Ave Maria Inessa Galante, London Musici &
Stephenson
Gisteren was ik zo ver om over Truus te verhalen. Hoe ziek zij was, hoe zij heeft geleden en vooral hoe zij dat alles heel dapper heeft doorstaan. Hevige pijnen zelfs acceptabel vond, als ze maar bij ons mocht blijven. Het verhaal heb ik af en geeft meer van de gepasseerde werkelijkheid weer dan de roze-bril-teksten op mijn blog, toen bedoeld om Truus geen enkele illusie tot (iets) verbeteren te ontnemen. Toch zegt iets in mij, zou zomaar Truus kunnen zijn, dat ik dit niet in mijn blog moet plaatsen. Over haar lijdensweg wilde ze het gewoon niet hebben, bleef optimistisch en bovenal opgewekt en gezellig. We moesten lol blijven maken. Aan die, door haar bedachte spelregel, heeft zij zich tot het laatste moment, de ochtend voor haar overlijden, gehouden.
Omdat haar gang naar het onvermijdelijke voor mij voorspelbaar was, mag het effe na 47 jaar, wist ik al snel dat haar uitvaart heel bijzonder moest zijn. Niks zwarte kraaien met uitgestreken gezichten, niks graftakken eninnige deelname kaarten, niks traditionele plechtigheid.Truus moest helemaal gaan zoals ze was, vrolijk, bijna feestelijk. De ideeën borrelden bij mij boven. De moeilijkheid was wel dat er tijd voor nodig was om het te kunnen realiseren. Met lood in mijn schoenen maakte ik voor 25 augustus een afspraak met Gijsje Teunissen van Charon Uitvaartbegeleiding. Het voelde als hoogverraad. Mijn meissie knokte nog voor haar leven, terwijl ik over haar dood ging praten. Gijsje wist heel snel dat nare gevoel bij mij weg te halen en ging enthousiast met mijn ideeën mee. Ik had de mazzel dat ook zij een creatieve achtergrond heeft. Voor mij was zij de witte raaf tussen de zwarte kraaien. Bijna huppelend verliet ik Charon en had zo maar, vanuit mijn enthousiasme, Truus willen vertellen wat voor prachtige dingen er stonden te gebeuren. Zo stom ben ik natuurlijk niet geweest.
Nu ik eenmaal de eerste stap had gezet, kon ik mijn ideeën verder uitwerken. Die gedachte werd met de dag minder bizar, omdat Truus zienderogen achteruit ging. Haar dankbaarheid voor alles wat er voor haar werd gedaan (en ik lig hier maar); haar grappen en grollen en haar zichtbare liefde voor mij en voor onze katten inspireerde mij alleen maar. Truus haar afscheid zal onvergetelijk zijn.
Allereerst moesten mijn bloemen voor haar, die ik eigenlijk (bijna) nooit voor haar kocht, niets treurigs uitstralen. Niks krans. De herfst moest er in doorklinken. Omdat het bijna herfst is, Truus in de herfst van haar leven zat en de herfst heel kleurrijk is. Truus hield van kleurrijk; had een kleurrijk karakter. Die bloemen moesten dan wel om een prachtige foto van Lotta en Morro heen worden geschikt. Op dat bedoelde plaatje staan de diertjes naar een muisje omhoog de boom in te kijken. Voor mij symboliseerde dat beeld echter dat ze Truus staan na te kijken, terwijl zij naar de hemel vaart.
Die stichtelijke gedachte bracht mij bij de zes katten die wij gedurende ons 41 jaar huwelijk hebben gehad. Hen wilde ik op een kaars hebben afgebeeld, links en rechts naast Truus gesitueerd als engeltjes die haar begeleiden. Meer tranentrekkers vond ik niet nodig. Truus haar vrolijke karakter moest ook worden gesymboliseerd. Omdat zij gedurende haar ziekbed genoot van de vele vrolijkeaanmoedigingskaarten, moest dát het worden. Al die kaarten moest zij meenemen naar het hiernamaals. Zelfs meer dan dat, omdat Truus thuis zou worden opgebaard, was dat een goeie gelegenheid voor iedereen om op haar thuisadres, wat zij zo lief had, nog één keertje een vrolijke, aandoenlijke kaart te sturen. Ook die kaarten zou zij dan meenemen.
Gijsje voelde precies aan in welke sfeer ik van Truus afscheid wilde (laten) nemen. Dat moest niet zomaar een crematie van een uurtje zijn. Nee, dat moet een avondviering worden, waarin we drie uur de tijd kunnen nemen. Tja, maar dan ook met drankjes en hapjes. In dat geval, niks aula. Maar in een gezellige ruimte waar een drankje kan worden gedronken. Oké, maar dan Truus, die ook graag een gezellig glaasje dronk, hier centraal opgesteld. Met al haar kaarten langs waslijnen boven haar hoofd, om ze haar op het laatst mee te kunnen geven. Gijsje lanceerde toen heel onconventioneel dat iedereen zijn/haar eigen kaart, als echt afscheid, zelf maar op de kist moest plakken. Wauw!
Gelukkig hadden we alle tijd om dit bijzondere afscheid goed voor te bereiden. Dachten we. Veertien dagen later was Truus uitgeknokt. Tot drie dagen voor haar sterven had zij nog goede hoop, maar dan ineens kon ze niet meer. Alsof ze in de gaten had dat haar afscheid van vrolijke aard zou zijn, waar zij zelf zondermeer ook voor zou hebben gekozen, heeft ze mij (en mijn zus) een langdurige wake bespaard. Na al in coma te zijn, nog één keer met een duidelijke glimlach op mijn opmerking te hebben gereageerd, sliep zij heel rustig in.
Truus sloot daarmee een heel intensieve tijd af van dokteren, zorg, spanning, hoop, lachen en janken. Ik prijs mij gelukkig dat ik, met de hulp van onze geweldige huisarts en de meiden van de Thuiszorg, Truus tot het allerlaatste moment thuis heb kunnen/mogen houden. Zij thuis was opgebaard en ik haar zelf, in de Nissan Quasqai van Charon, naar het crematorium mocht rijden. Samen met mijn zus heb ik toen, onder applaus en de kist vol kaarten geplakt, haar naar het crematoriumgedeelte mogen brengen. Het was fantastisch hè Truus!