1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Woensdag deed ik al mijn
boodschappen voor de komende kerstdagen. Voor mij min of meer een tentamen van
aankopen en verwerken. Want, ik vind het nog al wat, vooral omdat ik
zelf koken combineer met kant-en-klaar-maaltijden van Albert
Heijn. In de winkel tel ik op één hand de dagen waarvoor ik eten moet inkopen.
Thuis moet ik dan een overzicht maken van datgene ik aan eten heb gekocht, welke
groente ik met wat ga eten, maar vooral met vermelding van de houdbaarheidsdata.
Hoe doen die vrouwen dat toch uit de losse
pols?
Trouwens die houdbaarheidsdata
vind ik echt een vorm van consumptietirannie. Het ene product kan vele dagen
nadien nog worden gegeten, terwijl het andere product op uiterste datum
al niet meer te vreten is. Kennelijk appelleert het fenomeen uiterste datum
heel erg op de vrouwelijke intuïtie. Iets wat mij niet is gegeven.
Vandaar mijn theoretische
benadering van m'n consumptieagenda.
Wat was het leven vroeger toch lekker
simpel. Neem nou de hersftperiode. We wisten toen met zn allen dat sommigen
onder ons een beetje zouden doordraaien. Dat komt door het vallen van de
blaadjes ., was de algemene verklaring en lekendiagnose. Tegenwoordig gaat
het er veel gekker aan toe. Want, zodra de blaadjes van de bomen vallen, komen
volwassens kerels met hun speeltje naar buiten; de bladblazer.
De herfst wordt niet meer bij elkaar
geveegd, maar weggeblazen. In het gunstigste geval op een hoop, waarna
de verkleurde blaadjes alsnog in de vuilniszak verdwijnen. Maar het is ook geen
uitzondering dat het pluisje blazen voor volwassenen eindigt aan de
rand van de stoep. Naar eigen waarneming is dit op de Gooise Matras, daar waar
hooghartigheid met poenerig gedrag hand in hand gaat, eerder regel dan
uitzondering. Aan de gemeentereiniging de eer om dit tuinafval te
verwijderen. Daardoor kan ik mij levendig voorstellen dat gemeenten als
Blaricum, Laren, Bussum en Naarden jaarlijks een extra herfsttoeslag in rekening
brengen. Wordt dit nog niet gedaan, staat het elke inwoner van de betreffende
gemeenten vrij om deze blog uitgeprint, met eigen naam ondertekend, in de
ideeënbus te deponeren. Op voorhand doe ik al afstand van de
goed-idee-beloning.
Door de storm van de afgelopen dagen hebben
de bomen hun laatste blaadjes laten dwarrelen, zijn ze door de hobbyisten
weggeblazen en kan de bladblazer weer worden opgeborgen. Ik houd mijn bezem als
multifunctioneel gereedschap gewoon binnen handbereik.
Moeder Natuur had echter nog een verrassing voor mij in petto ( Why Me?). Met de kracht van een peloton bladblazers werd de klimop van de buren mijn voortuin ingeblazen, waarbij mijn entree volledig werd geblokkeerd. Dit keer moest er weer ouderwetse mankracht aan te pas komen.
De originele striptease-foto is door censuur verwijderd.
Vanavond kwam het wereldschokkende nieuws
uit Woudrichem, tenminste volgens de meneer van de lokale SGP die de landelijke
media had opgezocht. In de Herrys Bar heeft er een striptease plaatsgevonden,
waarover schande werd gesproken. Zal dit die kroeg zijn waar ik mij als lid van
de mediamaffia mij heb kunnen bewapenen?!
Eén van onze mediamaffialeden werd 50 jaar,
wat hij slechts in familiekring wenste te vieren. Maffieus als wij waren kwamen
wij natuurlijk vroegtijdig achter de locatie waar die happening zou
plaatsvinden, in de Gevangenpoort van Woudrichem. Nog een reden om dát feestje
niet aan ons voorbij te laten gaan.
Met zn zessen togen wij die dag naar
Woudrichem. Voor deze gelegenheid waren wij opzichtig, herkenbaar als Maffia,
gekleed. Onze overval zou tijdens het diner van de jarige plaatsvinden. Omdat
wij uit alle windstreken moesten komen, hadden wij voor de lokale kroeg als
uitvalsbasis gekozen. Geheel naar ons traditionele gedrag verzamelden wij ons
aan de bar. Onder het genot van een biertje namen we nog even ons rollenspel
door, wat de nodige hilariteit veroorzaakte. Iets wat de kastelein ook niet was
ontgaan. Nieuwsgierig naar datgene zich in Woudrichem zou afspelen, vroeg hij
naar de details. De sleutelwoorden MediaMaffia, overval en Gevangenpoort bracht
hem spontaan in actie. Na even de bar te hebben verlaten, kwam hij van
achteren terug, recht op mij af en legde een pistool voor mij op de bar.
Neem deze mee naar de Gevangenpoort, dan maak je de overval wat echter.
Uhh.. Pak mee, ik krijg m na jullie overval wel weer terug. Stoer als
wij deden, namen we het pistool mee, om m later weer netjes terug te brengen.
Voor ons was dát toen wereldschokkend
nieuws: Kastelein levert pistool voor de grap. Ik denk dat die meneer
van de SGP ook niet blij met díe actie zou zijn geweest. Maar, zou het diezelfde
kroeg zijn geweest?! In dat geval had ik dan toch liever die striptease gehad.
Bijna provocerend heb ik vanavond mijn rug
naar de TV gekeerd. Het groot dictee der Nederlandse taal 2011 is er op. En daar
heb ik nou helemaal niets mee. Teruggetrokken in mijn werkkamer, o nee mijn
hobbykamer sinds ik in de vrolijke vut zit, heb ik op mijn PC Word maar weer
eens geopend. Want, het wordt de hoogste tijd om weer eens te bloggen.
De wil om daarop te schrijven is nooit weg
geweest, alleen laat mijn gezondheid mij weer eens in de steek. Misschien moet
ik het geen gezondheid noemen, maar een blessure, waar ik last
van heb. Uiteindelijk is een voetballer ook niet ziek als hij last
heeft van zijn knie. Dan ben ik dat ook niet, als ik last heb van mijn kop, mijn
lichaamsdeel waaruit mijn (schrijf)prestatie moet voortkomen. Het klinkt ook
veel aardiger: Door mijn hoofdblessure kan ik momenteel niet met mijn pen
acteren.
Zij die mij kennen en/of mij bloggiaal
langer volgen, weten dat ik na zeven mislukte operaties in mijn voorhoofdholten
ben uitbehandeld. Ik heb het maar met die permanente koppijn te doen. En dat
lukt ook wonderwel uhhh, meestal. Het is geen onlogische gedachte dat mijn
huidige kopzorgen behoorlijk opspelen, als reactie op de zware tijd die ik met
mijn Truus heb moeten doormaken. Naar het schijnt moet ik ook dit mij maar laten
overkomen. Wachtend op beter.
Trouwens, in bepaalde opzichten is het al
ietsje beter. Het verdriet over het verlies van mijn meissie manifesteert zich
nog bijna elke dag. Maar slaat nu ook wel eens een dagje over. Dat komt ook
omdat mijn tweede leven zich duidelijk heeft ingezet.
In dat Second Life is er zelfs een tweede
Geertruida opgestaan. Ik schreef (met foto) al over haar, Alleen de naam
al, in mijn blog van 25 november. Met die Truus, nee Trudy, heb ik
ontzettend veel plezierige momenten. Zij heeft veel gevoel voor humor, wat voor
mij bijna een eerste levensbehoefte is. Ook hebben we ontdekt dat steeds meer
interesses van ons parallel lopen. Ik ben blij dat ik met haar loop.
Want ja, zij is voor mij meer dan een maatje. Hoe dat zich verder
ontwikkeld zal de tijd leren en die tijd nemen we.
Trudy is gisteren naar Canada vertrokken
waar zij tot 1 januari bij haar zoon, schoondochter en twee kleinkinderen is.
Direct na de oliebollen sta ik op Schiphol om mijn meissie van mijn tweede
leven weer op te halen. Samen plannen we dan ons tournee langs familie en
vrienden, voor een nadere kennismaking.
In alle opzichten heb ik alle reden om naar
2012 uit te kijken.
Heel voorzichtig werd er al
naar gevraagd, naar die vriendin die inmiddels twee keer anoniem in mijn blog is
voorgekomen. Het zal toch niet zo zijn dat . Nou ja, eigenlijk wel.
Hallo, nou al, Truus is nog maar krap drie maanden dood. Ja?!. Dan ben
je toch heel erg aan het rouwen. Ja, inderdaad heel erg.Maar ik
ben ook vreselijk alleen.
Daar waar ik een
proefballonnetje opliet, werd er meestal positief op gereageerd. Soms ook met
wat minder begrip. Gelukkig heb ik de voors en tegens niet als adviezen
beschouwd. Ik moest het daarover met mijzelf eens worden. En dat ben ik nog
niet. Tenminste, ik heb er nog een dubbel gevoel over en ben nog lang niet klaar
met het uitverdrieten.
Zij die mij kennen weten dat ik
geen meneer ben die alleen kan zijn. Zoals die bewuste zondag het weer heeft
bevestigd. Ik had de behoefte om helemaal niets te doen. Lekker effe lezen,
opgenomen tv-programmas bekijken en natuurlijk Studio Sport. Zon dag kom ik
dan redelijk zwijgzaam door. Maar ondanks dat, vond ik het heerlijk dat Truus er
dan gewoon was. Las ik, las zij. Keek ik tv, keek zij tv. Het waren heerlijke
zwijgzame momenten samen. Ook dat is een ultiem moment van
intimiteit.
Nu, bijna vier weken
geleden, had ik een uitgesproken tering weekend. Natuurlijk, ik had die
zaterdag een pracht wandeltocht in Overveen gelopen, waarna een zondag effe
niets mij altijd heel erg welkom is. Maar niet die zondag. Dat kwam al
doordat ik nu de gemaakte fotos mijn meissie niet kon laten zien. Somber vroeg
ik mij af waarom ik die fotos nog maakte. Het werd een dag van ontzettend veel
verdriet met de vraag hoe ik in hemelsnaam verder moest.
Zó wilde ik niet verder. In een
hevig emotionele bui, jazeker met een glas whisky, kroop ik later op de avond
achter mijn PC, op zoek naar een datingsite. Het werd 50PlusMatch, waar ik
gelijk maar een (proef)maand lid van werd. Een investering van
19,95.
Het zou zo maar kunnen zijn dat
het achteraf een hele goeie investering blijkt te zijn. Niet doordat de reacties
op mijn profiel binnenstroomden. Welnee, het initiatief moest volledig
van mijn kant komen. Met wat rondgescharrel op die site zag ik dat er ook viel
te chatten, zelfs met een mevrouw in Alkmaar. Alvorens haar digitaal aan te
spreken bekeek ik even haar profiel. Leek me leuk. En hoewel ik zowel mondeling
als schriftelijk niet op mijn mondje ben gevallen, had ik weinig tekst paraat.
Uiteindelijk ging het om mijn leven een geheel andere wending te
geven.
Misschien emotioneel gestuurd,
gooide ik het heel snel over een andere boeg: Zullen we morgen aan de kust
een wijntje gaan drinken? Met waarom niet?! als
antwoord.
Wow, ik had een date?! Die
werkelijkheid riep een bepaalde spanning op, maar gaf ook een warboel in mijn
kop. Hoe kon ik, nauwelijks twee maanden na de dood van mijn lieve Truus?! Die
gedachte maakte mij erg onrustig. Als mijn eigen Perry Mason verdedigde ik in
mn hoofd mijn plannen. Vergeet niet dat ik nu al 100.000 seconden alleen
ben, terwijl ik helemaal niet lang alleen kan zijn. Vergeet niet dat mijn Truus
al veel langer, minstens een jaar, ziek was. En vergeet alsjeblieft niet dat
Truus met haar vreselijke lijdensweg ook een behoorlijke aanslag op mij heeft
gedaan. Ik weet echt niet waarom ik deze verdediging heb neergeschreven.
Maar in ieder geval graag gedaan, voor degene die het even niet kon
vatten.
Hoe dan ook. Door het prachtige
weer konden wij elkaar op het terras ontmoeten. Heel gek, het was direct al
vertrouwd. Onze eerste ontmoeting was ontzettend leuk, duurde maar liefst 4 ½
uur, waarin we over en weer veel vertelden, maar ook veel lachten. Die
mevrouw vond ik direct al erg leuk. In diezelfde week trokken we al een
hele dag samen op en treinden we naar het gevangenisdorp Veenhuizen. Ik had
zelfs het lef om haar, na de biefstuk van Loetje, naar mijn neef en nicht op
kraamvisite mee te nemen. Nadien hadden we samen de beschreven happening in
Hoppe en in de Jordaan.
Afgelopen woensdag heb ik
haar de leukste plekjes van Den Haag laten zien. Ondanks dat ik nu nog geen
lovende tekst aan haar CV wil toevoegen, kan ik niet anders zeggen dat zij
een vrouw naar mijn hart lijkt te zijn. Ze heeft een
bovengemiddeld gevoel voor humor, liet mij zelfs al een paar keer schateren.
Lijkt emotioneel mijn gelijke, getuige de momenten dat wij beiden met tranen in
onze ogen zaten. En geeft bovenal mij de gelegenheid om over Truus te praten.
Betrekt haar zelf vaak in ons gesprek. We hebben lol, vreselijk veel lol.
Jemig!
De laatste dagen betrapte ik
mijzelf erop dat k liep te fluiten. Als dat geen teken is . Maar ja, het is
mijn Truus niet. Na fluiten komt twijfel en in die episode zit ik nog
volop. Bijna als de blaadjes aan een bloemetje vind ik haar erg leuk, iets
minder, erg lief, nog al druk, erg grappig, nogal bijdehand, ontzettend
lief . Ik geloof dat mijn twijfels erg worden aangestuurd door mijn 47 jaar
lange leven met mijn lieve Truus. Die tijd moet ik proberen te archiveren om
uitsluitend nog met veel genoegen eraan terug te kunnen denken. Mijn eventuele
nieuwe relatie moet ik zeker niet gaan vergelijken. Niet als God zelf
volledig naar eigen wensen virtueel willen Photoshoppen. Ik moet haar nemen
zoals ze is. En ze is vreselijk leuk, lief en veel meer.
Samen hebben we al bedacht dat we
het gewoon een kans moeten geven. Voor mijzelf, en dan hoop ik niet dat
dit onbewust mijn verdedigingsmechanisme is, staat het bijna vast dat mijn Truus
hier als regisseuse een rol in heeft gespeeld. Want, het is toch absurd, dat je
hooguit tien minuten contact hebt op een datingsite, je direct daarna ruim vier
uur genoeglijk een wijntje drinkt en nog een aantal keren samen heerlijk op stap
bent geweest. Zal dat toeval zijn? O ja ., over toeval gesproken, mijn lieve
vriendin heet Trudy?!
Ooit lag ik in een deuk over een cartoon. Jammer, ik kan niet tekenen. Maar oké, ik zal het proberen te verwoorden, waarbij ik een aanslag doe op de fantasie van de lezer.
Een Belg (tuurlijk) loopt over straat en ziet een bananenschil liggen, waarop hij reageert: Ohhh, daar gaan we weer.
Laat ik de afgelopen, windstille zaterdag nou een variant op deze mop zelf hebben meegemaakt. Tijdens een wandeltocht in het Gooi zag ik in Huizen de pet van een fietser afwaaien. Natuurlijk ging hij achter zijn petje aan. Pakte m op en wilde onverstoord verder fietsen. Ik kon het niet nalaten:Er staat toch helemaal geen wind meneer?! Nee, maar elke keer als ik hier voorbij rijd waait mn petje af, kreeg ik uitleg over het ongemak van deze Huizenaar. Het ging mij te ver om deze goede man er op te wijzen dathet petje pleiten moment makkelijk is te voorkomen.
Kennelijk zijn ze toch niet goed uitgeslapen op die Gooise matras.
Na mijn bezoek aan het Amsterdamse Loetje (
tuurlijk die biefstuk ) en toen Hoppe, kon ik de verleiding niet
weerstaan om nog effe door te gaan, waarvoor we een kroeg in de Jordaan
uitkozen. Dit keer niet de slokjeswinkel waar ik ooit eerder een genoeglijke
avond had beleefd. Hier was het een besloten happening, dus dan maar een paar
passen verderop de harde Jordaanmuziek trotseren.
Juist op de plek waar ik dan graag aanwezig
wil zijn, aan de bar, stonden er nog twee krukken uitnodigend onbemand. Om niet
direct te amicaal over te willen komen, bestelde ik niet een
Amsterdammertje, maar heel Haags een vaasje. En vrij snel
natuurlijk nog een.
De muziek was, voor
zo op zn tijd, heerlijk Amsterdams, maar vooral knoert hard. Daardoor viel er
moeilijk met mijn vriendin een conversatie op gang te brengen. De omgeving moest
het m doen. Snakkend naar het waarnemingsvermogen van wijlen Simon Carmiggelt
volgde ik alles wat bewoog. En zowaar, er ging mij iets opvallen.
Bij mijn eerste biertje, nou oké ook bij het
tweede biertje, want zo snel kon zij niet weglopen, tapte een leuk ogende vrouw,
die minder leuk deed. Doe mij er ook maar een vriendelijk gezicht
bij , sprak ik (wat later bleek) onaardig, wat door de harde Hazes
kennelijk niet werd gehoord. Kort daarna was zij achter de bar verdwenen,
opgevolgd door een stevige mevrouw die ook niet bepaald alle lol naar zich
toetrok. In de buurt van de muziekzuil stond een kastelein hevig zijn best te
doen de leuke Jordaantjes auditief aan elkaar te rijgen.
Hij had duidelijk plezier in zijn
werk, deed heel vriendelijk naar zijn gasten, maar toch , toch was er iets.
Vooral zijn contact met de biertapster leek niet bepaald op rolletjes te lopen.
Zodra zij dichterbij elkaar stonden sprak hij, voor ons nog wel onverstaanbaar,
met stemverheffing, terwijl zij (zal het zijn vrouw zijn?) het zich gelaten liet
welgevallen. Bij mij kwam de situatie enigszins grimmig over. So what! Ik
verkeerde in goed gezelschap, er werd Amstel getapt en de muziek werd steeds
gezelliger. Doe mij nog maar een vaasje!
Mijn waarneming bleek faliekant fout te zijn.
Hier kwam ik achter, nadat mij een foto opviel waarbij een biertje was
neergezet. De DJ-kastelein kwam op mijn wenken naar mij toe en gaf uitleg:
Dat is mijn vader die in juli overleed. Toen brood en brood mager, terwijl
hij enkele maanden daarvoor nog een stevige vent was. Wacht maar even
Terug uit de keuken kwam hij met fotos aan die de aftakeling van zijn vader
zichtbaar maakte. Met een snik in zijn stem gaf hij er uitleg aan. Het was
zijn kroeg, was altijd gezellig en wilde graag zijn mensen om zich heen hebben.
Kijk, hij wees naar de gezette mevrouw waar hij ogenschijnlijk onmin mee
had, dat is mijn zuster. Hij daar is mijn zwager en die mevrouw, dat
was degene die ik snerend om een vriendelijk gezicht verzocht, is mijn
vrouw. Het is hier echt een familiebedrijf en nu, nu ook, nu mijn vader er niet
meer is, blijven wij het saampjes doen. En zetten we elke avond een biertje bij
papa neer. Dankbaar dat wij zijn verhaal wilde aanhoren streelde hij heel
even onze handen en ging terug naar zijn muziek.
Als ongewenste ervaringsdeskundige hield ik
mijn ogen natuurlijk ook niet droog. En ik maar denken dat er bonje viel
waar te nemen. Over de hele kroeg hing er een deken van verdriet. Met die
wetenschap keek ik ineens heel anders naar de bazen van dit café.The Show Must Go ON. Het was er gezellig genoeg om lekker te blijven
zitten.
Bij ons vertrek bleek de sympathie over en
weer te zijn (geworden). Zowel broer als zus kusten ons allerhartelijkst een tot
ziens. Je komt toch nog wel een keertje terug, goser, heeft lang bij
mij nageklonken.
Niet dat ik
wil zeggen dat ons lot is voorbestemd, hoewel dat voor mij met het
voortschrijdend inzicht in het genenproces steeds meer bevestigd lijkt te
worden, geloof ik wel in gave (Rembrandt bijvoorbeeld) en in
roeping (Florence Nightingale).
Nooit heb ik een mooiere opening van
een blog neergeschreven als intro voor mijn kroegbezoek. (Is hier ook sprake van
een gave?!) Ik was weer eens in de beroemde Amsterdamse kroeg Hoppe (
2,50 een biertje, dat wel). De keren dat ik daar was, kwam er altijd wel een
leuk gesprek op gang. Dit keer moest ik daarvoor mijn zitplaats prijsgeven.
Nee joh, ga lekker zitten. Ik heb toch een zitfobie. Altijd lastig met
eten
Gelukkig werd
het niet serieus genomen, werd er om mn grap gelachen. Nou dat zeg
je, respondeerde mijn gesprekspartner, ik ben bedrijfsarts en pas had
ik nog een dwaas die niet kon werken omdat ze heel erg met Libië bezig
was.Met Libië?!Ja en zij was net zo Hollands als jij en
ik. De situatie in Libië en de dood van Khafaffi heeft zoveel met haar gedaan,
dat ze niet in staat is te werken. Nou ja, eigenlijk moet ik haar geen dwaas
noemen, maar het is wel raar. Dan heb je haar toch zeker wel gewoon aan het
werk gestuurd?! hoopte ik op een kostenneutraal besluit van de arts.
Wel nee jôh, laat haar dan maar even een paar weekjes gaan, sprak zij
voor mij de teleurstellende woorden, terwijl ik toch een hele sociale manier van
denken heb. Maar dit keer wist dit geen post te vatten. Rot op, die mevrouw moet
gewoon aan het werk.
Dit
verschil van inzicht, oké van haar kant van professionele aard, deed ons gesprek
niet stokken. We keuvelden rustig verder. Maar er zat iets bij mij dwars. Die
mevrouw was arts en deed niets anders dan mensen controleren. Dat beviel mij
niet en daar wilde ik het over hebben. Omwille van de ontspannen sfeer liet ik
voor haar een drankje inschenken. Weet je , begon ik heel
voorzichtig. Als arts heb je toch een roeping. Wil je mensen beter maken.
Als leek vind ik het dan heel raar dat een arts ook genoegen neemt met alleen
maar mensen controleren. Er verscheen een bijna wulpse glimlach om haar
mond. Dokter zijn heb ik nooit als roeping gezien. Heel simpel, zowel mijn
moeder als mijn vader zijn arts, dan kies je bijna als vanzelfsprekend ook voor
medicijnen als studierichting. Eenmaal afgestudeerd zocht ik naar een baan die
ook tijdens mijn huwelijksjaren en mijn rol als moeder was in te vullen. Nou,
dat werd een baan als controlerend geneesheer bij het GAK. Niet bepaald een
uitdaging, maar leuk genoeg om het meestal met plezier te doen. En het betaalt
zo ongelooflijk goed .
Ik humde wat om te bevestigen dat
ik haar betoog had gevolgd. Begrepen heb ik haar niet. Hoppe had wel weer een
educatief karakter. De biertjes waren een prettige bijkomstigheid.
Al eerder heb ik
mij lovend uitgelaten over de meiden van de Thuiszorg. Sinds gisteren
wil ik daar toch nog een schepje bovenop doen. Toen werd ik, precies acht weken
na het overlijden van mijn Truus, nog een keer door de teamleidster bezocht. Het
voelde aan als een familiebezoek. Dat komt natuurlijk doordat zij zes weken lang
heel intensief de meest emotionele periode van mijn leven hebben meegemaakt. Ons
onderwerp van gesprek was daardoor ook heel intiem. Ging over dingen die ik nog
vaak herbeleef maar waar ik het, buiten mijn zus, met niemand over heb. Ik kan
niet verwoorden hoe waardevol de nazorg van de Thuiszorg is.
Wel wil ik hier kwijt dat de meiden
mijn Truus als een heel plezierige patiënte hebben ervaren. Graag naar haar
toekwamen. Erg verdrietig vonden ze het, dat zij niet méér voor Truus konden
doen. Mijn mevrouw Kroon hield de regie compleet zelf in handen. Zo wilde zij
niet dat haar medicatie werd verhoogd. Zij verkoos pijn boven suf worden van de
medicijnen. Enkele uren voor haar dood kreeg zij van de pijn het kippenvel dik
op haar armen. Met wapperende handen wees zij toen nog elke vorm van hulp af.
Laat me nou maar, laat me nou maar, het gaat zo wel weer over. Ook
voor de Thuiszorg een onvergetelijk moment.
Het deed mij goed dat de laatste zes
weken van Truus haar leven verbaal nog even langskwamen. Ik kon de bevestiging,
dat het onmenselijk was zo nog langer te moeten lijden, weer even goed
gebruiken. Ik weet zeker dat Truus ondanks alles tevreden is geweest.
Apentrots mag je op haar zijn en dr afscheidsviering was helemaal zoals wij
Truus die weken hebben ervaren. Vanavond gaan wij met ons gehele team gezellig
uit eten, dan komt zeker Truus weer ter sprake en zullen wij op haar proosten.
Niet dat mijn roots er iets mee te maken
hebben, maar ik wilde al heel lang graag naar het gevangenismuseum van
Veenhuizen. Vroeger had ik natuurlijk veel van dit boevendorpje gehoord. Een
gratis NS-reis en de toezegging van een vriendin dat zij meewilde, deed mij
besluiten naar Drenthe te gaan. Door drie uur te treinen, maar dan heb je
natuurlijk wel het meeste profijt van een gratis reis, en een halfuurtje met de
bus werden wij in Veenhuizen opgebracht. Nou ja, de laatste vijfhonderd meter
moest je te voet afleggen. Helemaal geen straf, want een diversiteit aan huizen,
met stichtelijke spreuken aan de gevel, brachten ons al enigszins in de
stemming.
Op internet had ik al gelezen dat de
originele boevenbus alleen maar zondags een verkenningsrit van een
halfuur door het gevangenisdorp Veenhuizen rijdt. Bij die teleurstelling had ik
mij al neergelegd. Alleen, toen wij aan kwamen lopen stond de boevenbus toch bij
de bajeshalte klaar. Met een echtpaar in de wacht en de chauffeur buiten beeld.
Bij de kassa kwamen wij deze
delinquentenchauffeur toch tegen. Verheugd stapte ik op hem af: Gôh, wat
fijn. U rijdt toch? Met hoeveel mensen bent u? omzeilde hij mijn vraag.
Nou, wij met zn tweetjes. Maar wij willen ook graag mee, was het
wachtende echtpaar onze kant uitgekomen. Dan bent u met zn viertjes,
hoofdrekende de busbestuurder ons voor. Ja?. Das te weinig. Met
hoeveel moeten wij dan zijn chauffeur?, rook ik mijn kansen. Nou, met
minimaal acht personen. En wat kost de busrit? bereidde ik mijn deal
zorgvuldig voor. Twee euro per persoon, kreeg ik als repliek, zonder
dat de bedoeling van mijn vraag was doorgedrongen. Nou dan betalen wij toch
4 euro, in plaats van twee euro per persoon. Bij de chauffeur rezen de
vraagtekens zichtbaar tot boven zijn wenkbrauwen.
Of u nu van acht personen 2 euro
krijgt, of u krijgt van 4 personen 4 euro, dan is de opbrengst toch
hetzelfde?!. Uhh, ja dat wel, maar onze oude bus is erg duur in onderhoud,
poogde hij mijn deal af te ketsen.
Daarbij leek het alsof het echtpaar met
snobistische uitstraling het mij kwalijk nam dat ik trachtte een deal te
sluiten, zonder dat met hen vooraf te hebben overlegd. De 2x vier euro joeg ze
volledig buiten beeld. Gelukkig kwam er toen nog een stelletje binnenlopen en
voordat ik hen 2x vier euro in onze trip wilde laten investeren, was er ook een
gids bij ons komen staan, die duidelijk wel een rondje Veenhuizen wilde maken.
Laten we dat nou maar doen Bartje, moedigde hij de chauffeur aan,
waarbij wij duidelijk profiteerden van de hiërarchie die nog steeds in dit
criminele dorpje voortleeft.
De gids woonde in een veel grotere woning op
het terrein en ook daarin was hij de chauffeur de baas. Wij konden instappen en,
zoals bazen nou eenmaal kostenverhogende deals sluiten, werd het tarief
weer tot 2 euro per persoon teruggebracht.Het werd een onvergetelijke
rit.
Later op de middag kwamen we het kakstel
nog tegen en natuurlijk konden wij het niet nalaten bij hen zout in de
wonden te strooien. Ja maar, vier euro per persoon is toch te gek? Wij
hadden het er graag voor over, want het was fantastisch. En de grap is dat we
toch maar 2 euro per persoon hoefden af te rekenen. De grimas die zij toen
trokken sprak boekdelen.
Nou wij zijn naar het glasmuseum
geweest en dat was ook heel mooi". Wij gingen niet verder in op deze
teleurstellingverwerkende tekst. Want, welke verjaardag valt nou op te leuken
met een verhaal over het bezoek aan een glasmuseum in Veenhuizen?!
Treurig nieuws in De Telegraaf
van vandaag. Natuurlijk is een pisstop naar elk gewenst moment prachtig.
Alleen had het nooit anders mogen zijn. Waar kleuters in het Hofnarretje op
grote schaal werden misbruikt, worden de bejaarden in veel te veel
verzorgingshuizen evenzogoed misbruikt. Ze mogen niet plassen wanneer ze willen.
Lees: wanneer het nodig is. Een grote schande!
Daarom vind ik dat alle
Hofnarretjes voor senioren, waar niet naar hartenlust kan worden
geplast, gewoon gesloten moet worden. Want daar is echt sprake van
bejaardenmisbruik.
Het is heel
aannemelijk dat binnen onze vriendenkring aan Truus de belofte is gedaan een
beetje op hem te passen. Dat merk ik aan den lijve. Ondermeer met als
gevolg dat ik al een bakkie heb gedaan in de coffeecorner van de Hema.
Dat ik word geadviseerd over een scherp inkoopbeleid voor de dagelijkse
boodschappen. Ik lijkt te verkeren in het netwerk van een soort Vereniging van
Geëmancipeerde Huisvrouwen (VVGH). En dat bevalt mij prima. Niet eens alleen in
educatieve zin.
Inmiddels heb ik wel ervaren dat de
inkoopadviezen niet altijd aansluiten op de persoonlijke omstandigheden. Op
jacht naar het hoogste rendement van inkoopvoordeel, weet ik nu dat de darmen
van mijn twee katten daarin een verstorende rol kunnen vervullen. Mijn diertjes
kregen de diaree van het kattenvoer van Kruidvat en/of van Lidl. Om verdere
ongenoegens van een vervuilde kattenbak te voorkomen, heb ik beide leveranciers
voor die producten uit mijn lijstje geschrapt.
Deze minder goede ervaring weerhoudt mij er
echter niet van om op koopjes te blijven jagen. In dat verbad werd ik, binnen de
VVGH-kring, gewezen op de Euroknallers van Albert Heijn, waarvoor je door de
knieën langs de supermarktschappen moet banen. Een exercitie die vele euros
voordeel moet opleveren. Het leek mij verstandig om ook nu weer via mijn katten
deze test te doen.
Dit keer via Morro, een brokkenpiloot bij
uitstek. Voor hem kocht ik 2 kilo Brokjesmix van het Albert Heijn discountmerk
Euroshopper. Werkelijk een uitzinnig koopje, dacht ik. Want, zonder dat mijn
kater de verpakking, laat staan de prijs, van de brokken had gezien, was hij na
twee happen uitgegeten. Door geen ander eten voor hem neer te zetten wilde ik
forceren dat zijn bakje leeg zou komen. Mooi niet.
Door een inkoopfout kon ik maar even de pé
om mijn hartstikke vriend (Morros Nickname) in hebben. Omwille van het
gemak neem ik zo nu en dan nog een kant en klaar maaltijd van Albert Heijn. Dit
keer had ik trek in hutspot met rookworst. Met alleen oog op de
houdbaarheidsdatum nam ik de 500 gram uit de koeling. Eenmaal thuis bleek het
een Euroshopper te zijn. Zonder enige argwaan, wat vooroordeel zou betekenen,
ging het de magnetron in en stond mijn rode wijntje al klaar. Mmmm, heerlijk
hutspot ., dacht ik. Het was werkelijk niet te eten. ( Nie binne te hâhwe
op zn Haags) De hutspot had evenzogoed bordkarton en de worst een
opgedroogde spons kunnen zijn.
Als vanouds zit Morro nu weer heerlijk aan
de brokken van een gerenommeerd merk.
Zou ik dan toch aanleg tot koken hebben, of is het gewoon simpel? Een kipfile tje marineren, daarna met aardappelblokjes en wokgroenten de wokpan in, nadat de olijfolie op temperatuur is gekomen. Even goed opletten hoeveel minuten wat gewokt moet worden. Albert Hein heeft daarvoor de instructies goed op de verpakking gezet. Eerst de aardappelblokjes, vervolgens de kip en zes minuten voor moment suprême de wokgroenten. Mn tafeltje stond al gedekt.
De wokgroenten bleek een week over datum te zijn. Maar ach, dat gezever over die houdbaarheidsdatum is toch alleen maar een commerciële truc, de groenten leek mij totaal niet verlept, dus nog zes minuutjes en dan .. aan tafel!
Met nog een eventjes te gaan, toch maar even de groenten op temperatuur geproefd, want ja het moet wel lekker beetgaar blijven. Jak!, die groenten is zuur. Zuur?, hoe kan dat nou? Groente verlept toch alleen maar?! Zoals water niet kan schiften, kan groente toch niet zuur zijn ., dacht ik. Navraag bij kenners, van vrouwelijke kunne, en dan ben je toch écht bij de bron, leerde mij dat groente niet alleen kan verleppen, maar zeker ook zuur kan zijn.
Mn eten ging rechtstreeks de vuilnisbak in. Uit mn noodvoorraad putte ik gestampte andijvie met twee gehaktballetjes. Nee, niet uit eigen keuken, maar van Lidl, à 2,49. Ik heb alsnog heerlijk gegeten en door de Duitse noodhulp maar een paar centen aan leergeld betaald.
Dat mag wel in de krant,
Meneer Van Dale wiens naam verbonden is aan het onleesbare boek waar heel
veel moeilijke woorden in staan, had ook die uitdrukking in zijn levenswerk
laten opnemen, met als definitie dat is iets ongewoons.
Nooit
eerder heb ik die uitdrukking zo aangenaam gevonden. En dat toch, terwijl ik 35
jaar lang voor Dagblad Nederland heb gewerkt. Nee, het heeft alles te
maken met de voldoening die ik put uit het krantenartikel, in het Noordhollands
Dagblad van zaterdag 22 oktober.
Gijsje Teunissen, de stuwende kracht achter
Uitvaartbegeleiding Charon, verhaalt in haar column over de perikelen rond de
afscheidsviering van mijn Truus. Het staat in de krant, dus was het
ongewoon. En dat was het! Maar het blijft een eer dat vanuit de
professionele hoek daar dan nog eens over wordt geschreven.
Nou daar in de hemel geen
kapsones krijgen, hoor Truus. Ach nee, daar was zij veel te bescheiden
voor. Ik denk zelfs dat haar wangetjes zelfs daar nu een beetje
kleuren.
Nu ik inmiddels al weer vijf weken op eigen benen moet staan, prijs ik mij gelukkig dat je als weduwnaar niet verplicht ben een soort inburgeringcursus te volgen. Wat in mijn geval absoluut noodzakelijk zou zijn. Truus was voor mij een fantastische leermeester, alleen was het haar niet gegund om in mijn tempo op zn minst het eerste schooljaar af te maken. Oké, belangrijke basisklusjes in het huishouden had ik inmiddels wel onder de knie. Alleen, weet ik nu, valt er nog heel wat bij te leren. Wat ik trouwens ook aan mijn Truus verplicht ben. Maar ja
Nadat ik mij dat had gerealiseerd, wist ik niets beters te bedenken dan op Marktplaats naar hulp in de huishouding op zoek te gaan. Dan niet naar iemand die alleen maar komt poetsen, maar vooral de cursus huishouden voor onbenullenvan Truus weet voort te zetten. Het moest dus een soorthuishoudencoach worden. Drie pogingen deed ik bij Marktplaatskandidaten. Kandidaat één leek mij een vrij jong meisje want, ze had momenteel een te druk lesrooster om er iets naast te kunnen doen. Zonder dat rooster was zij sowieso niet door de selectie gekomen. Ik was immers op zoek naar ervaring. Kandidaat twee: U meneer alleen, geen vrouw?Uh nee. Oh, nee dank u meneer, en voordat ik de reden van die reactie kon raden, was de verbinding al verbroken. Kandidaat drie, voor mijn gehoor met dezelfde tongval als die van kandidaat twee, sprak niet over meneer alleen, maar waar over ze het wel had, begreep ik eigenlijk niets van. Het leek mij dat ze onze taal onvoldoende beheerste om mij een lesje te kunnen leren. Ik was niet op de goede weg.
Tja, dan komt de hulp uit onverwachtse hoek. Maar je moet helemaal niet op Marktplaats zoeken, je kan mij toch gewoon vragen. Deze vriendin is geenszins van plan bij mij te komen poetsen, wat ik ook helemaal niet nodig vindt, maar wil met alle plezier mij zo lang dit nodig is een middagje per week komen coachen. En zo heb ik nu een Personal Coach in Housekeeping.
Twee cessies zijn er inmiddels geweest en nu maak ik al zichtbaar vorderingen. Weet dat afstoffen ook nat moet gebeuren en heb zelf al aardappelen en andijvie gekookt. Een niet geringe prestatie als je bedenkt dat ik totaal van niets wist.
O ja, nu ik ook weet hoe je de vaatwasser moet inruimen en moet aanzetten, verdoe ik ook geen tijd meer met een aantal vaatwasjes per dag. Maar niet je kristallen glazen in de vaatwasser zetten hoor, werd mij nog wel op mijn hart gedrukt. Door mijn afkomst vertrouwd met de Haagse bluf,zette mij die opmerking toch wel aan het denken.
Kristal mag dus niet in de vaatwasser. Wat moeten ze in Wassenaar, Aerdenhout en op de Gooise matras dan nog met een vaatwasser? Hebben zij geen kristal, of hebben ze wel een vaatwasser? Ik verdenk hen er van dat, op de plaats waar de vaatwasser in de keuken zit, zij een fop-vaatwasser hebben. Zon dummy waarvan je bij Ikea door de hele showroom TVs , computers en vaatwassers tegenkomt. De echte vaatwasser is echt alleen maar voorJan met de pet.
Knetter circuleert nu ook in het criminele circuit. Dan ga ik er maar niet van uit dat het spreekwoord soort zoekt soort hier opgeld doet. Want dan maken die Internetboeven toch echt een grote inschattingsfout.
Het wordt dan ook helemaal niet op prijs gesteld, dat zij zich mengen in het geschil dat ik met de ABN-AMRO heb, waarover ik in mijn blog De slachtbank van 10 oktober schreef. Nee, ik dop mijn eigen boontjes wel.
Of is dat boeventuig er alleen maar op uit om mijn bankrekening leeg te plunderen?! Juist dat valt te vrezen. Want, op het moment dat ik in afwachting ben hoe ABN-AMRO hun gemaakte fout herstellen, zodat ik weer normaal kan internetbankieren, krijg ik onderstaand mailtje:
(Lay out omwille van de leesbaarheid aangepast)
Natuurlijk viel mij direct het onbeholpen taalgebruik op, waarbij bij mij toch de prettige gedachte bovenkomt dat ik niet bij ze op school heb gezeten. Ik vertrouwde de afzender niet. Oké, banken kunnen evenzogoed crimineel gedrag vertonen, de huidige crisis is er zelfs door ontstaan, maar weten dat dan wel in onberispelijk Nederlands te verwoorden. Het leek mij verstandig om bij dekrijtstreeppakken te informeren of zij mij dat stumperige mailtje hadden gestuurd.
Die vraag namen zij sportief op, niet: hoe kan je denken dat ., en mailden mij direct terug dat er hier sprake was van een phishing-mail, wat ik weer hoogdravend taalgebruik vond, maar wel begreep. Ik had een aanslag op mijn bankrekening weten te voorkomen.
Door mijn werk heb ik in het verleden erg
veel buiten de deur gegeten. Een ouderwetse manier van netwerken met je klanten.
Om optimaal te kunnen verwennen liet ik meneer of mevrouw altijd het restaurant
uitkiezen, zodat een eventuele misser mij niet aangerekend kon worden.
Ook hield ik mij niet bezig met de menukeuze. Ik wilde gewoon het risico
vermijden dat mijn keuze er op zn minst lekkerder uitzag. Vandaar dat
ik altijd meeging in de keuze van mijn tafelgenoot.
Dat heeft mijn zelfstandigheid in
kiezen behoorlijk aangetast. Ik ben een menu-twijfelaar geworden.
Daarbij komt dat ik ook vaak achteraf spijtgevoelens krijg als ik andere
bestellingen door zie komen. Afgelopen vrijdag had ik dat ook op het
zonovergoten terras. De kaart leek beperkt, waardoor ik een echt heerlijke
uitsmijter speciaal nam. Maar toch, wat ik allemaal voor lekkers
voorbij zag komen .. Jemig, wat had ik moeten bestellen om dàt op mn bord
te kunnen hebben?
Met nog even een blik werpen op de menukaart
kon ik dat lekkers nog steeds geen naam geven. Een menukaart zou
eigenlijk voorzien moeten zijn van fotos, zodat de verleidingsdans al bij je
ogen wordt ingezet. Of nee, toch maar niet. Die plaatjes zullen veel te veel
doen denken aan de menukaart van zon hamburgertent. Die werkelijkheid valt
altijd tegen.
Nee, ik weet iets beters. Elke keer als er een
gerecht wordt uitgeserveerd, zegt de serveerster luidt en duidelijk wat het is,
bijvoorbeeld: gegrilde biefstukpuntjes met avocado en ananas. Of
misschien heet het wel: Lunch du Chef. Zij die hun keuze nog niet
hebben bepaald, krijgen zo mooi aanschouwelijke voorlichting.
Nou lijkt mij zon luide opsomming ook weer niet
ideaal. Alle kans dat zelfs de Arbowet deze extra dienst niet goed vindt. Het
risico dat de tong op te ingewikkelde gerechten wordt gebroken, lijkt te groot.
Het moet anders. Naar Chinees voorbeeld zullen de dames en heren van de
bediening alleen nog maar het nummer van het gerecht hoeven te noemen. Het
nummer wat je terugvindt op de menukaart. Hardop dus: Alstublieft, nummer
40.
Het wordt daardoor nog leuker op het terras van
bekijken en bekeken worden. Bij elk getal zal je iemand de menukaart in
zien duiken, waarbij je met je tafelgenoot zelfs een weddenschap, voor een
drankje, kunt afsluiten. Wedden dat die mevrouw in die blauwe jas ook no.
40 gaat bestellen
Nog leuker op
het terras of in het restaurant en het zal mij makkelijker worden gemaakt met
het kiezen van mijn menu.
Het was gisteren weer verrekte rot
thuiskomen, Ik had namelijk zon jofel verhaal te vertellen, nadat ik op
controle was geweest bij mijn longarts. Tot twee jaar terug liep mijn longinhoud
alleen maar terug, waarna er een ommekeer kwam. Ontegenzeggelijk een gevolg van
mijn fanatieke bezoek aan de sportschool. Mijn arts was toen meer dan tevreden.
Terloops zei ik hem nog te hopen dat mijn KNO-arts volgende week ook een
positief bericht had te melden. Serieuzer dan bedoeld ging de
longspecialist hier op in, las even snel mijn medische status op zijn scherm
door en begreep dat ik, na zeven voorhoofdholten operaties en consulten in
evenveel ziekenhuizen, niet veel meer mocht verwachten.
Ik zou u een antibioticum voor
kunnen schrijven, die min of meer als bijwerking soms ook
voorhoofdsholteontstekingen kan bestrijden. Uhhh, ik zou dat medicijn graag
proberen, maar wil het volgende week toch maar eerst de kno-arts voorleggen.
Deze loyaliteit werd op prijs gesteld. Ik zal de suggestie voor mijn
collega in het systeem zetten, toonde de dokter nog eens zijn grote
betrokkenheid.
Nu, een jaar later, waren mijn longen
nog een stukje vooruit gegaan. Opnieuw was de arts uiterst tevreden. En
heeft dat antibioticum nog op uw voorhoofdsholteontsteking effect gehad? U
bent mij net voor. Ik wou dat ook ter sprake brengen, omdat mijn kno-arts vorig
jaar dit middel niet wilde voorschrijven, om dat het neveneffect voor de
voorhoofdsholte niet bewezen was. Zou u het mij alsnog willen voorschrijven?
Ook nu las de
arts nog even mijn status door en schreef het recept uit. Alstublieft, u
heeft uiteindelijk niets te verliezen, alleen maar te winnen. Weet u wat, laat
nu ook even bloed prikken, dan hebben we een zogenaamde beginwaarde en bekijken
we het over een halfjaartje opnieuw. Geinig, mijn longarts neemt de
handschoen op die de kno-arts liet liggen. Stel je nou eens voor dokter,
dat het medicijn aanslaat. Dat ik na decennia van mijn hoofdpijn wordt
verlost . De welwillende arts, bereid om naar meer dan alleen mijn longen
te kijken, liet mij handenwrijvend uit. Ja, stel je voor, dan is dat reden
voor een feestje.
En dat jofele
verhaal kon ik bij het thuiskomen nu niet meer kwijt.