1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Vandaag verliet ik Holland om in Friesland (vanuit Sneek) een wandeltocht te lopen. Een pracht tocht in een beetje buitenland, waarbij heel toeristvriendelijk de openbare teksten, onder meer van straat- en gemeentenamen, eerst in de Nederlandse taal staan, om in het Fries te worden ondertiteld.
Mijn buitenlandgevoel werd verder aangewakkerd in
de mooie kroeg van start en finish. Conform mijn bestelling kreeg ik een heel
mooie biertje uitgeserveerd. Het viel mij direct op dat het niet zon
twee-slokken-biertje uit de Randstad was. Nee, een mooi vol glas, prima
getapt, waarop ook nog eens de inhoud in centiliters stond aangegeven, 0.3
cl. Wat een verademing.
Zal in vooral de
Randstad het toch de Heineken-terreur zijn, waardoor op het vaak slecht
getapte biertje geen inhoudsmaat wordt aangegeven?! Ook dan blijft het vreemd
dat er van overheidswegen hierop niet wordt ingegrepen. Het wordt tijd dat de
bierboeren hierop worden aangepakt.
Maar goed, in Friesland weten ze,
zoals in elk buitenland, wel hoe het hoort. Na mn eerste teug draaide ik het
bierglas een kwartslag, om te zien welk Fries biertje voor mij was ingetapt.
Jammer, geen Fries biertje. Wel een Duits biertje, waar ze al vele jaren weten
hoe het hoort.
Het spreekwoord
Het gras van de buren lijkt altijd groener kan ook meer zijn dan dat
het lijkt. Als je het over een petje hebt tenminste. Het afgelopen weekend,
tijdens de wandelmarathon van Egmond, werd ik met mijn neus weer eens op die
feiten gedrukt. Vooral zondag regende het niet alleen, maar stond er ook een
fikse storm van minstens windkracht 6.
Ondanks dat ik elk weekend zon 20 kilometer
mijn kuiten laat passeren, ben ik niet echt het prototype wandelaar. Nooit draag
ik een rugzak, heb ik wat mondvoorraad eten in de zakken van mijn shirt en zijn
mijn twee halve liters water óf in mijn broekzakken (in de zomer) óf in mijn
wandeljack (in de winter) weggestopt. Regenkleding heb ik niet aan boord. De
Halfords poncho heb ik inmiddels 10 jaar in mijn bezit, heb ik af en toe voor
een tocht bij mij gestoken, om later weer in de kast ongebruikt terug te leggen.
Het komt ook niet veel voor dat ik in regen loop en de weinige keren dat het wel
gebeurd wacht ik te lang, ben ik al zeik nat, waardoor de poncho niets meer voor
mij kan betekenen.
De enige bescherming tegen de regen, enigszins dan, is mijn
petje. Niet dat natte haren voor mijn ogen komen te hangen, mijn wenkbrauwen
worden nog niet gehaald, maar dat ietsje aan bescherming doet toch altijd
prettig aan. Alleen dat petje staat niet bepaald geborgd op mijn hoofd en lijkt,
voor mijn gevoel, de wind vrij spel te geven. Nou ja lijkt, ik zag een petje
door de lucht vliegen. Maar ik zag ook veel petjes ongestoord op wandelhoofden
zitten, terwijl die koppen met alle gemak alle kanten opkeken. En daar begrijp
ik nou helemaal niets van.
Met mijn petje op, bij windkracht zes,
laveer ik mijn hoofd 'al zeilend' alle kanten op, zoals een zeiler zijn zeilen
bol zal houden. Al lopend staat mijn hoofd meestal schuin tegen de wind in om de
storm er geen vat op te laten krijgen. Mijn zicht is hiermee beperkt, waardoor
de kans op herkenning van wandelbekenden bijna een onmogelijkheid is. De wind
heeft mij zo ogenschijnlijk arrogant gemaakt.
Terug naar dat groene gras, naar dat
petje van de buren. Hoe krijgen ze het voor
elkaar?!
Het valt mij niet moeilijk een ander
te plezieren, sprak ik verre van bescheiden. Zo edelmoedig is dat niet, omdat ik
daarbij wordt gedreven door de dingen die ik leuk vind om te doen. Een voorbeeld
daarvan is de persoonlijke cd's, die ik vaak voor een verjaardag maak. Ooit
bedacht toen een vriend 50 jaar werd. Voor hem maakte ik toen een dubbel cd,
waarop alle nummero één hits staan, vanaf zijn geboortedag tot aan z'n
vijftigste verjaardag. Leuk om te maken, om te geven en soms (de kopie) te
beluisteren.
In eigen kring zijn die cd's 'beroemd'. En
omdat er nog steeds 'gegadigden' zijn die ik er blij mee kan maken, houd ik
voorlopig nog het plezier van het vervaardigen. Voor de eerstvolgende kandidaat
ben ik al de muziek aan het verzamelen. Om het persoonlijk tintje van die cd te
versterken, wil ik tussen de nummers door ook wat andersoortige fragmenten
opnemen.
Voor een heel
specifiek fragment ben ik hard op zoek, waarvoor ik zelfs vragen stelde op de
site van de auteur. Het is een heel klein stukje uit een conference van Paul van
Vliet. Ik heb echter geen idee uit welke show. Zover ik mij kan herinneren zat
er in die show ook een conferance over de familie Jansen, die in Frankrijk op
vakantie gingen. "Bonjour monsieur, je suis Jensen de Hollande, je réserve
une chambre...". Een hilarisch verhaal.
Maar het fragment wat ik zoek gaat
over een gladiool. Paul van Vliet zegt daar over (ongeveer): Met het maken
van de Gladiool was Onze Lieve Heer in gedachte al bij het maken van de
zuurstok.
Dus, hierbij de oproep: Wie
kan mij helpen aan een digitale versie van die uitspraak. Of, wie kan mij zeggen
uit welke show het komt?
Vanavond was ondermeer Tom Sauer, de zoon van, bij Pauw en Witteman te gast om te vertellen over zijn mislukte roeiavontuur over de Atlantische Oceaan. Een onderwerp wat nou niet direct mijn interesse had. Toch werd mijn aandacht getrokken, maar dan door de grappige opmerkingen die er over werden gemaakt. Niet om het avontuur van Sauer belachelijk te maken, maar meer om het onderkoelde verhaal te ontzenuwen. Er werd dan ook regelmatig gelachen, alleen niet door Tom Sauer.
Door dit waar te nemen, moest ik terugdenken aan onze achtdaagse trip naar Moskou en Sint Petersburg. Gedurende al die dagen hebben wij werkelijk niet één Rus zien lachen. Gevoel van medelijden borrelde bij mij op. Tom is of in Rusland geboren, of samen met zijn ouders als baby naar Rusland geëmigreerd. Oud hoofdredacteur van de Nieuwe Revue wilde namelijk in de voormalige Sovjet Unie een Russische versie uitgeven van ondermeer Playboy en Cosmopolitan. En met heel veel succes. Hij werd niet alleen multimiljonair maar is inmiddels ook een van de grootste uitgevers van Rusland, met drie dagbladen en een veertigtal tijdschriften. Meneer Derek heeft het in Rusland helemaal gemaakt.
Maar ja, zoon Tom lijkt in die tijd wel een echte Rus te zijn geworden. Zal zeker vloeiend Russisch praten. Spreekt evenzo vloeiend Nederlands, zonder echt een Hollandse jongen te zijn. Mist, zoals ik waarnam, wel elk gevoel voor (Hollandse) humor. Leuker kunnen ze het daar kennelijk niet maken. En dat maakt ons hier in Nederland dan weer heel erg rijk.
De ontmaskering van Derek Ogilvy kwam mij
wel heel erg ongelegen. Ik had dan ook danig op Linda Hakeboom de pest in, omdat
zij de Schotse telepathist contact met haar overleden grootvader liet leggen.
Om achteraf te melden dat opa nog springlevend is. De kans dat ik David on Tour zal bezoeken is daardoor compleet
verkeken. Gelukkig maar, want zo kan mij niet zomaar iets op de mouw worden
gespeld. Maar tegelijk ook heel jammer, want ik had mijn overleden Truus graag
nog wat willen vragen. Niets intiems, want daar zou Derek en zijn publiek niets
mee te maken hebben, maar iets praktisch, iets over onze katten.
Sowieso had ik haar willen laten weten dat
Lotta haar ook nog steeds ontzettend mist. Zij na een paar weken toch wat
toenadering bij mij zocht. Wat een paar weken nadien weer helemaal over was.
Voor Lotta bleek ik onvoldoende de remplaçant voor Truus te kunnen zijn. Mijn
schoot lijkt niet te deugen, maar ook heb ik onvoldoende geduld om Lottas
zitzak te zijn. Tot mijn verdriet heeft dit het contact met ons schuchtere
poesje absoluut geen goed gedaan. Alleen rond etenstijd worden mijn benen door
haar verwachtingsvol gestreeld. Het lijkt er op dat het tussen ons niet veel
beter zal worden. Mijn goede zorg voor ons Stichting Zwerfdier poesje
zal er niet minder op worden. Telepatisch zou ik het daar ook niet met Truus
over hebben gehad. Nee, het zou alleen maar gaan over de eetgewoonten van Lotta
en Morro.
Van Truus zou ik geweten willen hebben of ik
iets verkeerd heb gedaan. Want het zijn ontzettend lastige vreters (geworden).
Zoals hun vrouwtje heel afwisselend eten aan de diertjes voorschotelde, zo
afwisselend probeer ik ook hun menukaart samen te stellen. Ik heb ten minste
drie merken brokjes in gelei in voorraad, waarvan ik s ochtends twee
verschillende smaken op de bordjes presenteer. Zoals Truus dat ook deed, volgens
mij. En dat had ik haar graag willen vragen.
s Avonds gaat de poezenkeuken rond half zes
open. Dan rouleert het avondeten tussen soepvlees (van rund), diversiteit aan
het duurdere Gourmet, runderhart en tartaar, terwijl er altijd wel brokjes te
knabbelen zijn. Ook hier geloof ik in de geest van Truus te werken.
Desalniettemin ..
Kennelijk heb ik het niet
helemaal goed aangepakt, heb ik hen verpest. Zijn we op het moment uitgekomen
dat mijn diertjes alleen nog willen eten, als zij vooraf de menukaart in hebben
kunnen zien. Vanmorgen lieten zij visueel nog eens luid en duidelijk zien dat ze
zelf wel bepalen wat ze willen eten. Eén van de gerechten (links) werd
niet aangeraakt, zoals op de foto zichtbaar is.
En daarover had ik het graag nog even met
Truus gehad.
Er is (bijna) geen grotere ergernis te bedenken, dan s ochtends tegen een lege deurmat aan te kijken. Zon ruige versie van de voetveegplek pal voor je deur, waar een krant op behoort te liggen. De dagbladbezorger heeft het weer eens af laten weten. De krant maar weer bellen, let wel voor tienen, anders wordt ie dezelfde dag niet eens meer nabezorgd. Om woest van te worden.
Naar het schijnt is het die kaartjesmevrouw gisterochtend ook overkomen. Kennelijk niet de eerste keer. Veel te vaak ging ze twee trappen naar beneden om niets aan te treffen. Beginnen ze bij De Telegraaf nou ook al met dat gezever van niet bezorgen?! Nog geen kwartaal geleden heeft zij daarvoor juist Het Parool opgezegd. Oké, ze woont aan de rand van een industriewijk, boven de garage waar haar overleden man jaren heeft gewerkt, maar dan nog kan ook daar toch makkelijk haar krantje worden bezorgd.
Voor de zoveelste keer moest zij naar haar werk zonder de krant, zodat zij de stille momenten is aangewezen op dat gratis blaadje De Pers. Ze had daar vreselijk de pest over in, iets wat zij moeilijk verborgen wist te houden. Tegen de bioscoopbezoekers, ook die alleen maar hun bestelde kaarten kwamen afhalen, kon er geen vriendelijk woord van af.
In die setting kwamen wij gistermiddag Theater Tuschinski binnen. Trudy had mij voor mijn Sinterklaas getrakteerd op de film over de Heineken ontvoering, waarvoor zij via De Telegraaf twee kaartjes had besteld. Zogenaamde vouchertjes, bij de bioscoop voor de entreebewijzen in te ruilen. En dat kwamen we doen, net op zon dag dat zij van de kaarterette weer eens De Telegraaf niet had ontvangen.Kaartjes van De Telegraaf?! Ze zou ons leren, moet zij rancuneus hebben gedacht.
Zaal 5, rij 1, stoel 14 en 15. Wat, rij 1, 'plaatsje nekkramp'?! Maar ach, die film over de populaire meneer Heineken zal wel uitverkocht zijn. Nog een mazzel dat we kaartjes hadden. Tien minuten voor aanvang gingen we naar binnen. En hé?, de zaalwas nagenoeg leeg. Dan ga ik mooi niet op rij 1 zitten. Er bleek niemand te zijn om je kaartje nog verder te controleren of je naar je plaats te brengen. Daarom gingen we niet helemaal voorin, maar juist helemaal achterin op de meest riante plaatsen zitten.
Alsof de Telegraafgedupeerde mevrouw ons via een cameraatje in de gaten hield, kwam er plotseling levensgroot een boodschap op het filmdoek: Stoelnummer staat op ticket.
Het leek er op dat we werden gemaand op de juiste plaatsen te gaan zitten. Rij 1?, Rot op! We negeerden het bericht. De zaal was inmiddels met niet meer dan 20 personen gevuld. Mensen die netjes, stuk voor stuk, de plaats opzochten die met hun kaartje overeen kwam. Nou wij niet, die dan als enigen op rij 1 zouden zitten, terwijl de rest vanaf het midden verder naar achteren zaten. Op comfortabele afstand van het filmdoek.
Elk moment kon de film beginnen en nog steeds bleek niet dat wij de plaatsen van andere bezoekers hadden ingenomen. We liepen alleen nog het risico dat wij, bijvoorbeeld door die in De Telegraaf teleurgestelde mevrouw, naar rij 1 zouden worden gestuurd. Hoewel, op het filmscherm stond onze escape: Stoelnummer staat op de ticket en die nummers klopten wél met onze kaartjes. Maar over de eerste of laatste rij werd er niet gesproken. Zo hadden wij voor aanvang van de misdaadfilm ons eigen misdaadje al gepleegd.
Mijn eerste eigen uitgaven aan medicijnen zijn al weer gedaan en dat gaat, als chronisch gebruiker, nog wel even duren, totdat de 220,= eigen risico is afbetaald. Weer vijf tientjes meer dan het vorige jaar, terwijl de premie, ook naIndependent-shoppen, ruim vijf tientjes per jaar hoger is geworden. Daar komt het zelf moeten betalen van de maagzuurremmers ( 32,=) en de 138,= voor de allergiebestrijding nog bij. Effe 270,= meer zorgkosten, of wel 22,50 per maand extra, uit de poeplap, met dank aan deze minder sociale regering.
Onder het motto je moet een aap nooit klimmen willen leren, heb ik voor de oliebollen nog even mn huisapotheek gecheckt en kon, weliswaar een kwartaaltje te vroeg (oi!),mn allergierecept inleveren, waardoor ik mij die jaarkosten van 138,= wist te besparen. Maar, wat mij opviel bij de nieuwe medicijnen is, dat de prijs van die pilletjes nu ineens zijn weggelaten. Het kan toch niet zo zijn dat, onder het rechtse bewind, prijsvermelding omwille van bewustwording van de gebruiker niet belangrijk meer kan worden gevonden. Of dat zij omwille van hun stokpaardje van alles vereenvoudigen hiertoe zijn gekomen?! Mijn gezond gevoel voor wantrouwen borrelt boven . Om nog meer zorgkosten de patiënten te laten slikken, kan het zomaar zijn, dat er heel sluw op een gegeven moment prijsvermelding is weggelaten, om een komende, exorbitante prijsverhoging onzichtbaar te maken. Let op mijn woorden.
Trouwens, voor de zekerheid ben ik ook nog maar voor het eind van het jaar naar de tandarts gegaan, wat op zich ook al genoeg kostte. De tandartstarieven zouden namelijk per 2012 vrij worden gegeven. Omwille van de vrije marktwerking, de concurrentie, zogezegd. En natuurlijk is nu al gebleken dat over het algemeen de tandartskosten aanzienlijk zijn gestegen. Minister Edith Schippers zou, zoals vooraf toegezegd, direct moeten ingrijpen. Welnee, zij lijkt te vinden dat het ook wel een beetje aan de consument ligt. Dat ze er eigenlijk een beetje om vragen?!
Als bij alle grote aankopen, en daar kan je het bezoek aan de tandarts tegenwoordig wel onder rekenen, behoor je te onderhandelen. Niet zomaar akkoord gaan met de kosten van bijvoorbeeld een tweevlakvulling. Echt, zo wordt er in Den Haag over gedacht. Moet je je nou voorstellen: Nou tandarts, voor een beetje minder kan toch zeker ook wel. Niet?, nou laat dat gat dan maar even zitten, de tandarts had de ouden amalgaamvulling er al uitgejekkerd, ik ga toch eerst even verder kijken. Als je dat al gezegd kan hebben, terwijl permanent je mond wagenwijd open wordt gehouden?!
Zal Edith Schippers een kunstgebit hebben, waarmee ze simpel kan kiesshoppen?! Het moét toch te verklaren zijn, waardoor deze bewindsvrouw meent dat de consumentgaatjes kan schieten in de tarieven van de tandarts.
Nog steeds valt het mij niet mee, om mijn
Truus zoals zij was in herinnering terug te brengen. Daarvoor staat haar ziekbed
en heen gaan nog te veel op mijn netvlies. De voorzienigheid gaat mij
nu een handje helpen. Half maart 2011, toen wij nog van niets wisten, waren we
met familie uit Zuid Afrika naar de Zaanse Schans, waar de nichten
samen op de foto gingen, om onze kalender van 2012 op te sieren.
Wat een geluk, want nu heb ik een van de
laatste fijne herinneringen met Truus (rechts) een schrikkeljaar lang op mijn WC
hangen.
Ook mijn eerste oudejaarsavond wil ik
helemaal alleen zijn. Echt niet zielig, want gisteren heb ik samen met een
vriendin van ons, wiens jaar ook heel slecht was verlopen, een alternatieve
oudejaarsdag gevierd. Eerst bij het Matinee van Sjaak Bral in Theater
Diligentia, op een van de allermooiste plekjes van Den Haag.
Daarna zijn we de kroeg ingedoken, waar we
heel gezellig ons onder voornamelijk Haagse Brallenputters hebben
begeven. Als de grootste vrienden verlieten wij dit prachtcafé in Buurtschap
2005. Nog maar net op tijd wisten we toen, drie minuten na elkaar, onze laatste
trein te halen. Mijn feestje is dus al gevierd.
Vanavond overkomt mij een heel
bijzonder oud en nieuw. Het grote verdriet over het verlies van mijn Geertruida
(Truus) overheerst, terwijl ik tegelijk weer uitkijk naar nieuwjaarsochtend,
wanneer ik Geertruida (Trudy) van Schiphol kan afhalen. Hoe heeft het
allemaal zo kunnen lopen?!
Als man van de symboliek, wil ik de ene (Truus)
herdenken en de ander (Trudy) officieel mijn leven binnenlaten. Vandaar dat bij
hun foto op deze oudejaarsavond Truus haar kaarsje brandt. Als mijn Oud en
Nieuw.
Al heel wat jaren heb ik een jaarkaart voor
het Noordhollands Duinreservaat, waar ik dan ook al heel wat kilometers heb
gewandeld. Jaarlijks haalde ik die kaart bij de boekhandel in Egmond aan zee,
waar jm netjes krijgt ingeseald.
Dezer dagen zou ik jaarkaart 2012 weer gaan
halen, ware het niet dat ik door de folder van het PWN Waterleidingbedrijf werd
verleid om de jaarkaart bij hun via Internet te bestellen. Ach waarom niet, dus
mijn kaart bij de baas zelf aangevraagd. Het joetje werd door PWN van
mijn bankrekening afgeschreven en vandaag (31 december) lag mijn nieuwe pas in
de bus.
Lekker interessant. Valt daar
dan wel een blog aan te wijden?! Wis en waarachtig! Het was namelijk of ik water zag
branden. De waterdragers snoepten namelijk 9 dagen van mijn jaarkaart
af, door m op 22 december te dateren, terwijl mijn kaart 2011 dan nog niet is
verlopen. Daar neem ik natuurlijk geen genoegen mee. Gewoon, uit principe.
Vandaag stuur ik ze een mailtje waarin ik voor mijn jaarkaart een vol jaar
claim.
Zal mij benieuwen of het PWN, die kennelijk
als monopolist niet gewend is om commercieel met de consument om te gaan, de
jaarkaart als nog een levensduur van 365 dagen zal geven. Wordt natuurlijk
vervolgd.
Waren het gisteren
mijn voeten, vandaag waren mijn ogen aan de beurt. Tijdens een soort APK-keuring
bij mijn huisarts leek het wel een goed idee om weer eens doorverwezen te worden
naar de oogarts. Uiteindelijk was ik daar ruim negen jaar geleden voor het
laatst, toen mijn linker oog werd gelaserd en rechts een compleet nieuw lensje
werd geplaatst. Een actie waardoor ik tot op heden alleen nog maar een leesbril
hoef te dragen.
Alvorens door te worden verwezen moest er
eerst van mijn opticiën, waar ik precies een jaar geleden nog een nieuwe
leesbril had aangeschaft, een oogmeting gedaan worden. Aldus geschiedde en ben
ik in afwachting van de oproep voor de oogarts.
Dat doet mij wel terugdenken aan mijn leuke
tijd in Rotterdam, waar ik voor Dagblad het Vrije Volk meewerkte aan speciale
uitgaven. De jaarlijkse voetbalkrant van dit socialistisch dagblad, die bij de
start van het nieuwe seizoen verscheen, was beroemd. Natuurlijk met veel
aandacht voor Feyenoord die, net voor het ter perse gaan van die voetbalspecial,
een foto aanleverde van het nieuwe elftal.
Dit was niet onze enige samenwerking met De
Kuip. Want ook voor de popconcerten in dit stadion maakten wij specials, die
niet alleen in de krant verschenen, maar ook in De Kuip werden uitgedeeld. Dat
dit ook daadwerkelijk gebeurde werd in een rechtstreeks radioverslag van het
concert van Rod Stewart (1983) bewezen.
Ik had een fabrikant van surfplanken er voor
geïnteresseerd om de achterpagina te sponsoren, waarbij onder de surffoto de
tekst van I Am Sailing werd afgedrukt. En ver voor het tijdperk van het
elektronische scorebord, waarop tijdens concerten ook de songteksten zijn te
lezen, kwam luidkeels uit 31.000 kelen het I Am Sailing via de radio de
huiskamer binnen. De PR stunt was geslaagd.
Maar ook een Rotterdamse opticien wist
optimaal aandacht te vragen voor zijn exclusieve brillencollectie. Door zijn
opvallende advertentie in Het Vrije Volk was Rod Stewart, met diezelfde bril,
zelfs te gast in het tv-programma Voor de vuist weg van Willem Duys.
Toch leuk dat ik aan die acties destijds een belangrijke bijdrage heb kunnen
leveren. 28 Jaar na dato kwamen die beelden tijdens een oogtest weer op mijn
netvlies terug.
Van horen zeggen weet ik dat
vrouwen hun haar anders gaan dragen als zij een nieuwe relatie hebben. Een
grappig maar onbekend fenomeen in onze mannenwereld. Hoewel .
Ik ben
een fervent blote voetenloper. In huis dan. Zodra ik thuis kom gaat
mijn T-shirt en joggingbroek aan, wel een beetje knappe, dus zonder
zon lubberkont. Meestal gaan mn sokken dan ook uit. Een gewoonte die
genetisch, van moeders kant, is bepaald. Zonder dat ik daar ooit acht op heb
geslagen, blijkt dat bloot lopen een behoorlijke aanslag op mijn voeten
te hebben gedaan. Daar werd ik op gewezen door Trudy, mijn vriendin waarmee ik
mijn tweede leven ben ingegaan. Is het dan zo dat ik, als variant op het
nieuwe coupegedrag van de vrouw, iets aan mijn voeten gaat doen?!
Ja en Nee.Nee, omdat ik daar nooit op zou komen. Ja, omdat Trudy mij
een voetenbon cadeau heeft gedaan.
Zon pedicure zag ik trouwens wel tegen op.
Niet zozeer omdat het mij een verwijfde actie leek, maar meer door het
idee van dat gefriemel aan mijn voeten. Ik kan ook heel slecht tegen kietelen.
Trudy had mij echter al een voorproefje gegeven, door wat eelt weg te schrapen
en mijn maatje 41 met crème te masseren. Verrassend genoeg heb ik dat heel
prettig gevonden. Dus, vol enthousiasme op naar de pedicure.
Toch licht bedremmeld nam ik in de behandelstoel
plaats. Met voorbedachten rade was ik er op mijn slippers naar toe gegaan, zodat
ik ter plaatse niet mijn schoenen hoefde uit te trekken.
Ja heel gek, aan dát uittrekken was
ik absoluut nog niet aan toe. In ieder geval kon er nu direct worden
gerenoveerd.
Alsof de winterbanden onder mijn
enkels door zomerbanden waren vervangen. Wat een zalig gevoel. Ik lijk
op wolken te lopen en nu weet ik al, dat met mijn opgeknapte onderstel mijn 1058
kilometer wandelplezier van 2011 zal worden overtroffen.
Een leuke gebeurtenis, voor
mijzelf dan, is volledig aan mijn aandacht ontsnapt. Op 17 december jongstleden
had ik een lustrum te vieren. Mijn Kroondomein bestond toen precies 10 jaar,
www.kroondomein.com Het was eigenlijk uniek dat ik destijds die naam kon
kopen, want uiteindelijk is het kroondomein in de werkelijke wereld het
landgoed van Het Koninklijk Huis. Met enige fantasie geloof ik zomaar, dat zeker
Prins Willem-Alexander knarsetandend heeft waargenomen, dat een man uit het
volk zich van het digitale Kroondomein heeft meester gemaakt. Tja Alex, zo
zijn wij, nou ja, jij binnen afzienbare tijd, beiden bezitters van een
Kroondomein. Hopelijk doet het jou wel deugd dat die andere bezitter een
Hagenees is.
Het zou toch verschrikkelijk zijn
als het digitale Kroondomein in Chinese handen zou zijn gevallen?! Zoals
het nu is, is het overigens geen garantie voor de toekomst. Ik durf echt
niet te beloven dat ik het digitale Kroondomein, onder druk van het grote geld,
in eigen beheer zal blijven houden. Misschien voor mij wel reden geweest om,
voor de zekerheid, een tweede digitale uitklep, met Knetter te hebben
opgezet. Waarmee ik overigens heb te vieren, ik feest wat af, dat deze maand er
royaal boven de 10.000 bezoekers wordt gescoord.
In ieder geval heb ik er nog steeds veel plezier in, om ook
mijn Kroondomein voor die bezoekers interessant te houden. Lezen zij ook
Knetter, ervaren zij dat de verhalen van de laatste tijd daarin eerder zijn
gepubliceerd. Mijn schrijven kent nou eenmaal een maximaal vermogen. Neemt niet
weg, dat er daarnaast nog heel wat te lezen overblijft. Daartoe blijf ik
iedereen graag uitnodigen.
In de loop der jaren heb ik van
mijn Kroondomein meer een community gemaakt. Als dierenliefhebber wilde ik,
naast mijn geschrijf over mijn katten, ook graag emotionele verhalen verzamelen
van zowel katten- als hondenbezitters, waarvoor de rubriek Poespas en Blaf Zelf!
ontstond. Leeuwendeel kwam er voor andere dierenliefhebbers.
Dan was er een moment dat
door een (amateur) kunstenaar mijn ijdelheid werd gestreeld, die een lovende
tekst had over mijn creativiteit, maar die tegelijk vond dat er ook ruimte moest
zijn voor beeldende creativiteit. Zo ontstond er ook, met de naam
Kroon op het Werk, een digitale expositieruimte. Hare Majesteit,
met plezier ruim ik ook voor u een ruimte in. Natuurlijk beloof ik dan wel dat
dié digitale expositieruimte nooit in andere (lees Chinese) handen zal
vallen.
Een voorbeeld van Kroon op het Werk van
Dana
Treadwell-Huisman
Mijn pen leg ik nu even neer, beter
gezegd mijn toetsenbord laat ik nu even onberoerd, om alsnog stil te
staan bij het vreugdevolle moment van 10 jaar Kroondomein.com Zou ik daar ooit
nog Koninklijk voor worden onderscheiden?!
De knaken, nou ja de twee euromunten, liggen weer klaar voor de aanbellers.De bezorger van bla-bla-bla wenst u een gelukkig Nieuw Jaar. Waarna een kaartje als bewijs onder je neus wordt gedrukt. Ik doe de deur even dicht voor mn katten, wordt vol begrip geaccepteerd, wat natuurlijk ook heeft te maken met de hoop op een leuke tip. En omdat er nooit kritisch of afkeurend naar mijn muntstuk wordt gekeken, neem ik aan dat de twee euro ten minste het gemiddelde van de giften haalt.
Het zou het gemiddelde zelfs kunnen overstijgen, als je bedenkt dat de bezorgers van de vele pakken folders vaak met lege handen blijven staan. Onzin natuurlijk. Oké, de Nieuwjaarstip is ooit voor de krantenbezorger bedoeld. Maar niet ten onrechte volgden de bezorgers van huis-aan-huisbladen, waarna de folderaars ook graag een graantje kwamen meepikken. Ik heb toch niet om die reclamerotzooi gevraagd, verdedigde een buur zich voor het feit dat bij hem niets viel te halen. Een mening die ik niet deel.
Uiteindelijk komen de bezorgers van de folders evenzogoed door weer en wind en stel je dat niet op prijs, plak dan een Nee-Nee-sticker op je brievenbus. Doe je dat niet, kijk je toch kennelijk belangstellend de folders in. Haal je er, net als ik, nog wel eens leuke koopjes uit. Dan mag de tipgever, de bezorger van die folders dus, daarvoor toch ook wel eens worden beloond?! Nu ik die redenering neerschrijf vind ik die twee eurootjes zelfs erg mager beloond. Het gaat om het gebaar, zullen we omwille van de gemoedsrust maar zeggen.
Trouwens, de dagbladmeneer krijgt altijd wel meer. Nou ja, altijd?! Dit jaar voor het eerst kon ik m weer een leuke tip in zijn handen drukken. Een paar jaar achtereen werd er door de krantenbezorger rond Oud & Nieuw niet aangebeld. Werd er ook geen nieuwjaarskaartje in de bus gestopt, waardoor ik het idee, dat hij steeds tijdens onze afwezigheid had aangebeld, wel kon laten varen.
Eenbuurman met vroege dienst kwam uiteindelijk met de verklaring, nadat hij de bezorger had gesproken. Deze krantenman, van een jaar of vijfenveertig, was van Turkse afkomst. Wilde met zijn krantenwijk graag een extra centje verdienen, maar weigerde om uit die Christelijke fooienpot te snoepen. Als Moslim was hij daar heel principieel in.
Graag had ik m zijn Nieuwjaarsfooi gegund. Vind het, niet om financiële reden, jammer dat hij mijn krant niet meer bezorgt. Hij gaat toch wel goed met hem?! Heden ten dage geen vanzelfsprekendheid meer, hè Van Leers?!
Meerdere malen heb ik het verteld en
neergeschreven, ik heb niks met kerst. Dat heeft heel erg met mijn jeugd te
maken. Mijn vader had een motorenzaak en in december werd er nauwelijks geld
verdiend, terwijl de decembermaand juist een hele dure maand is. Daardoor liep
bij ons thuis de spanning op en verliep onze kerst over het algemeen niet zo
vredig als viel te wensen.
Natuurlijk ging ik dat na mijn huwelijk heel
anders doen. Het was vooral Truus haar verdienste dat wij toen wel fijne
kerstdagen hadden. Tot voor een aantal jaren geleden. Naarmate je ouder wordt
schijnen de jeugdfrustraties weer op te spelen en verliest de kerst wederom zn
glans. Mijn Truus had daar alle begrip voor en vond het geen probleem om van
haar traditionele kerstboom met kamerversiering afstand te doen. Samen gingen we
het op een andere manier gezellig maken.
Eerst door met een aantal vrienden chique
uit eten te gaan, later door samen gezellig thuis te blijven. We vonden het
heerlijk om die dagen veel films te huren en die lekker te kijken. Zelfs het
speciale eten maakte daarbij plaats voor gewone kost. Dat kan verdomme
ook de eerste signalen zijn geweest, door mij niet herkend, van de sluipende
ziekte die Truus op een heel gemene wijze heeft gesloopt.
Al met al kan ik terugkijken op 46 jaar
fijne kerstdagen met Truus. En dat is mij ontnomen. Vandaag is het mijn eerste
kerstdag helemaal alleen, waar ik overigens bewust voor kies. Ik kan het niet
opbrengen om waar dan ook zonder mijn Truus te zijn. Dan ben ik liever
alleen, in die omgeving waar ik nog altijd haar aanwezigheid voel. Ga ik gewoon
gehuurde filmpjes kijken. Doen wat we samen deden.
Jankvrij
kom ik deze dagen niet door en dat moet dan maar. Bijna ben ik er zeker van, dat
ik door mijn tranen heen een ster aan de hemel zal zien. En dat is dan
wel mijn eigen Truus.
Woensdag deed ik al mijn
boodschappen voor de komende kerstdagen. Voor mij min of meer een tentamen van
aankopen en verwerken. Want, ik vind het nog al wat, vooral omdat ik
zelf koken combineer met kant-en-klaar-maaltijden van Albert
Heijn. In de winkel tel ik op één hand de dagen waarvoor ik eten moet inkopen.
Thuis moet ik dan een overzicht maken van datgene ik aan eten heb gekocht, welke
groente ik met wat ga eten, maar vooral met vermelding van de houdbaarheidsdata.
Hoe doen die vrouwen dat toch uit de losse
pols?
Trouwens die houdbaarheidsdata
vind ik echt een vorm van consumptietirannie. Het ene product kan vele dagen
nadien nog worden gegeten, terwijl het andere product op uiterste datum
al niet meer te vreten is. Kennelijk appelleert het fenomeen uiterste datum
heel erg op de vrouwelijke intuïtie. Iets wat mij niet is gegeven.
Vandaar mijn theoretische
benadering van m'n consumptieagenda.
Wat was het leven vroeger toch lekker
simpel. Neem nou de hersftperiode. We wisten toen met zn allen dat sommigen
onder ons een beetje zouden doordraaien. Dat komt door het vallen van de
blaadjes ., was de algemene verklaring en lekendiagnose. Tegenwoordig gaat
het er veel gekker aan toe. Want, zodra de blaadjes van de bomen vallen, komen
volwassens kerels met hun speeltje naar buiten; de bladblazer.
De herfst wordt niet meer bij elkaar
geveegd, maar weggeblazen. In het gunstigste geval op een hoop, waarna
de verkleurde blaadjes alsnog in de vuilniszak verdwijnen. Maar het is ook geen
uitzondering dat het pluisje blazen voor volwassenen eindigt aan de
rand van de stoep. Naar eigen waarneming is dit op de Gooise Matras, daar waar
hooghartigheid met poenerig gedrag hand in hand gaat, eerder regel dan
uitzondering. Aan de gemeentereiniging de eer om dit tuinafval te
verwijderen. Daardoor kan ik mij levendig voorstellen dat gemeenten als
Blaricum, Laren, Bussum en Naarden jaarlijks een extra herfsttoeslag in rekening
brengen. Wordt dit nog niet gedaan, staat het elke inwoner van de betreffende
gemeenten vrij om deze blog uitgeprint, met eigen naam ondertekend, in de
ideeënbus te deponeren. Op voorhand doe ik al afstand van de
goed-idee-beloning.
Door de storm van de afgelopen dagen hebben
de bomen hun laatste blaadjes laten dwarrelen, zijn ze door de hobbyisten
weggeblazen en kan de bladblazer weer worden opgeborgen. Ik houd mijn bezem als
multifunctioneel gereedschap gewoon binnen handbereik.
Moeder Natuur had echter nog een verrassing voor mij in petto ( Why Me?). Met de kracht van een peloton bladblazers werd de klimop van de buren mijn voortuin ingeblazen, waarbij mijn entree volledig werd geblokkeerd. Dit keer moest er weer ouderwetse mankracht aan te pas komen.