1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
Zo kloten dit jaar ook is begonnen, met ondragelijk veel pijn aan de handen van mijn vrouw waarvoor ruim vijf weken nadien pas een remedie was gevonden, zo aangenaam en hoopvol is mijn persoonsgebonden oudejaarsdag verlopen. Dit kondigde zich gisteren al aan. Het genoeglijke samenzijn met onze neef beloonde wij natuurlijk met een huistappie. Want, zoals gekend: Ik ben een gelegenheidsdrinker; ik drink bij elke gelegenheid. Dusook met neef Richard. Waar dan in de kroeg het portie bitterballen er bij komen, was het in huiselijke sfeer het bekende stukje kaas.
Alsof het stukje kaas aan een haakje zat en Truus de vis was (bijna goed, want ze is kreeft als sterrenbeeld) hadden we op een gegeven moment beet: Truus at een blokje kaas. Mocht de lezer dit geen spannende mededeling vinden, moet wel worden geweten dat zon blokje kaas bijna een kwartaal niet gegeten kon worden. Er niets gegeten kon worden. Richard en ik toastten spontaan, uiteraard met een vers ingetapt biertje, op dit heugelijke feit. Wow, mijn Truus kon nu ook iets van vast voedsel binnenkrijgen en houden.
Toch werd zij met zinderende pijnscheuten afgestraft. Maar hopelijk kond deze pijn niet in relatie tot het blokje kaas worden gebracht. Dat weten we natuurlijk niet. Wel weet ik dat het voor ons een heel klein stapje vooruit lijkt te zijn. Vanochtend viel mij extra op, ondanks dat het geen ochtend anders is, dat Truus zo vreselijk enthousiast en liefdevol haar katten begroette, dat ik gewoon niet kan geloven dat zon krachtige mevrouw ziek kan zijn. De tranen van geluk sprongen in mijn ogen, die gelukkig macho als ik kennelijk ben, richting het beeldscherm van mijn PC stonden gericht.
Even later stapte zij met een blij gezicht van de weegschaal af met: Ik ben aangekomen. Oké, dat kan niet van dat ene stukje kaas zijn gekomen. Maakt mij niet uit. Ik heb weer zes ons Truus terug! Nu is het echt een kwestie om haar rustig te houden (zo weinig mogelijk te laten doen) en te hopen dat de prikkels van willen eten weer op gang gaan komen. Ondanks dat het niet mee valt haar de regie uit haar handen te trekken, krijg ik zo langzamerhand toch aardig grip op de huishoudelijke bezigheden.
Ik weet nu zeker dat mijn desinteresse voor het willen helpen in het huishouden enigszins generatiebepaald is geweest, ik niet echt lui ben, maar meer onverschillig er voor ben geweest. Met nadruk op geweest, want Truus heeft zelfs via Internet onderzocht, hoe zij mij kon voordragen voor de titel van de ideale schoonzoon. Alleen omdat genomineerden voor die titel met hun schoonmoeder het podium moeten betreden, heeft haar er van weerhouden om mij voor te dragen. Mijn schoonmoeder leeft al lang niet meer. Toch komen daardoor de kwade gedachten bij mij niet boven, dat mijn schoonmoeder mij, ter bevestiging van het schoonmoederimago, postuum van de titel ideale schoonzoon heeft afgehouden.
Zo lang Truus ziek is, is zij nauwelijks uit eigen omgeving weggeweest. Had daar ook geen enkele lust toe. Tot aan vandaag. Het risico dat zij onverwachts moest spugen was er niet meer. We trokken er met de auto even op uit. Lekker sightseeing door de Noordhollandse dorpjes, op weg naar een buurvrouw die op een camping in Stroe een chalet heeft laten zetten.
Juist daar gebeurde iets wat heel normaal is, maar wat voor ons het meest fantastisch moment van het laatste kwartaal was. De buuf had een kippen/groentesoep gemaakt, die zo vreselijk lekker rook, dat de eetlust van Truus werd geprikkeld. Het moment wat natuurlijk moest worden uitgebuit. De wel heel grote theezeef werd op een soepkom gezet, om Truus op een heerlijke homemade bouillon te trakteren. Zij lepelde het alsof zij een maaltijdsoep at. Dat was het ook voor haar en ik genoot van die aanblik. Truus had weer een heel belangrijk stapje gezet.
Nog steeds vind ik het als babyboomer heel
bijzonder dat mijn generatie nooit direct een oorlog heeft meegemaakt. Misschien
wel de generatie aller tijden. Als vanzelfsprekend hadden wij toen al
als kinderen veel respect voor de dodenherdenking van 4 mei. Oké, wij vonden het
dan wel leuk om rond de avondklok van acht rondjes om het flatgebouw te hollen,
om klokslag 8, het moment dat de lantaarns werden ontstoken, twee minuten
stokstijf stil te staan. Nooit vergeet ik het beeld van een gestopte autobus,
midden op de Haagse Zuiderparklaan, waaruit een militair kwam, die saluerend in
de houding naast de bus ging staan. Op een bepaalde manier, gevoed door de
verhalen van de oudere generaties, hadden wij toch wel iets met die Tweede
Wereldoorlog.
Naar mate je ouder wordt, merk je dat
jongere generaties dat veel minder hebben. Daarover herinner ik mij een voorval,
toen ik onder andere voor het Haarlems Dagblad werkte. Daar hadden zij de
gewoonte om goeie relaties, op aanvraag, een voorpagina van hun geboortedag te
schenken. Zon aanvraag kwam er ook voor ene meneer Van Dam, een belangrijke
relatie voor de krant, die op 7 juni 1943 was geboren. Een stagiaire nam dat
telefoontje aan en vroeg mij hoe verder te moeten handelen. Daarin maakte ik
haar wegwijs, maar verzocht haar wel de afdruk mij eerst te laten zien, alvorens
te verzenden.
Zo is het Haarlems Dagblad een
grote blunder bespaard gebleven. Want, de voorpagina van (toen) de Haarlemsche
Courant meldde die dag ondermeer: Speer en Göbels spreken voor arbeiders in
Berlijnsche Sportpalast. De pagina stond bol van de Duitse propaganda.
Over de voorpagina van meneer Van Dam heb ik laten terugbellen dat er van die
periode geen Haarlemsche Courant beschikbaar was.
Het deed me toch goed, om vele jaren na de
oorlog, als babyboomer even in het verzet te hebben gezeten.
Ondanks dat Truus in het MCA wordt behandeld, zijn er ook specialisten van het VU en Anthonie van Leeuwenhoek Ziekenhuis bij betrokken. Zij vormen gezamenlijk één team. Ook heel geruststellend is het dat er onder die specialisten volgens een bepaald protocol wordt gewerkt. Uniformiteit van het beste wat kan worden geboden.
Misschien wel te mooi om waar te zijn, of het moet een onderlinge afspraak onder de artsen zijn. Want ja, ik heb weer wat te zeveren. Heel blij waren wij dat mijn vrouw, ondanks de boeking voor een nacht, gisteren na de ingreep toch naar huis mocht. Met een heel simpel stenciltje, zal wel een uitdraai zijn geweest, kreeg ze wat instructies mee. Niet veel meer dan wanneer voorzichtig weer wat te drinken en wanneer met vloeibaar voedsel te starten. De, overigens ontzettend lieve, verpleegkundige kon daar niet meer aan toevoegen dan: Er wordtmet u contact opgenomen voor het vervolg. We hadden er alle vertrouwen in en we wilden zo snel mogelijk naar huis
Zoals eerder geschreven, kreeg Truus toch nog even een tikje terug en zocht haar eigen bed op. Na een paar uurtjes rusten kwamen van uit het niets, met een bepaalde regelmaat, bijna onhoudbare pijnscheuten. Iets waarover in het stenciltje totaal niet was gerept. Toch blijkt dit heel normaal te zijn, als er een buisje (stent) is geplaatst. Daar mocht ik achter komen toen ik het ziekenhuis belde om pijnverslag te doen. Die pijn kan twee tot vijf dagen aanhouden. De stent ontwikkelt zich namelijk (zoals een verfrommelde ballon zich door lucht uitzet, stelde ik mij zo voor). Uw vrouw doet er goed aan dagelijks vier glazen koolzuurhoudend water zoals Spa te drinken. Pijnstillers?, nee dan kan ze beter even contact opnemen met haar huisarts. Ik kan echt niet geloven dat dit het protocol is waar de specialist op doelde. Een schande vind ik het dat mijn vrouw met niets meer dan een stenciltje naar huis werd gestuurd, zonder verdere medicatie en/of een concrete vervolgafspraak.
Omdat mijn zus bedreven is in het omgaan met artsen, medicijnkennis heeft als de oude gaper, liet ik haar onze huisarts bellen. Waarom heeft u in het ziekenhuis geen pijnstillers meegekregen? Verbazing die boekdelen sprak. Pijnstillers waren toen snel opgehaald. Zetpillen voor de zekerheid plus medicijnpleisters. Nu wel een juiste inschatting van de pijnen die mijn vrouw moet doorstaan.
Nu, ruim een dag na de ingreep, is het enige wat meevalt, het feit dat Truus gewoon een glas melk kan leegdrinken. Van vloeibaar voedsel, laat staan hele kleine stukjes kaas of zo, is het nog niet gekomen. Op dát moment zit ik echt met smart te wachten.
Vandaag was dus, zoals mijn vrouw dat noemt,
haar uithuisplaatsing. Kwart voor tien moest Truus zich in het
ziekenhuis melden om een buisje door haar slokdarm geplaatst te krijgen, zodat
ze binnen afzienbare tijd eindelijk weer kan eten en kan drinken. Deze ingreep
zou opnieuw met een roesje (slaapmiddel) gebeuren. Na de uitslaapkamer zal zij
elders in het ziekenhuis een nachtje overblijven. De verpleegkundige beloofde
heel lief dat zij mij zou bellen, als de operatie was gebeurd. Vanavond om 17:00
uur kon ik dan bij Truus op bezoek.
Na haar eenmaal te hebben achtergelaten,
overvalt je een gevoel van spanning, verdriet en machteloosheid. Om mentaal mijn
bijdrage aan haar ingreep te leveren, reed ik naar het Maria-bedevaartsoord Onze
Lieve Vrouw ter Nood in Heiloo. Natuurlijk om een kaarsje voor Truus te
ontsteken. Om haar drinken te bevorderen vulde ik vanuit de Mariabron
(Runxputte) een flesje water.
Nog voor de lunch, ik was nog maar net
thuis, werd ik al vanuit het ziekenhuis gebeld. De ingreep was prima verlopen
en, zonder dat er van een soort annuleringsverzekering gebruik gemaakt moest
worden, zagen zij af van de opname. Truus mocht direct naar huis. Evenals de
vorige keer zat zij klaar wakker in de uitslaapkamer op mij te wachten. Ze mag
dan wel, door niet te kunnen eten, inmiddels 18 kilo zijn afgevallen, hieruit
blijkt toch wel dat ze een ijzersterk gestel heeft.
Na een halfuurtje een beetje dizzy op de
bank te hebben gezeten, ging zij gelukkig toch op mijn aandringen even naar
bed. Dan toch even uitgeteld, terwijl zij ruim een half uur geleden, na sinds
middernacht nuchter te zijn, weer een beetje water mag gaan drinken. Ik laat
haar maar even en kijk met spanning uit naar morgen, als er voorzichtig aan iets
gegeten mag worden. Wat zal ze van die hele kleine stukjes kaas gaan
genieten.
Natuurlijk is het zinloos, maar ik heb mij
opnieuw kwaad gemaakt op die Van L, de KNO-arts waar mijn vrouw aanvankelijk bij
was terechtgekomen. (Blog 18.4.jl) Dat komt doordat ik in eigen omgeving over
een voorval hoorde, die mijn haren te berge deed rijzen. Iets wat overigens
niets met betrokkene heeft te maken.
Mij werd naar een eerder opgelopen blessure
bij mijn grote teen gevraagd, waarvan ik nauwelijks nog last heb. De
vragensteller had in diezelfde tijd een vergelijkbare blessure en ging hiervoor
naar de huisarts. Lijkt niets bijzonders maar vanmiddag toch voor de
zekerheid maar even een foto laten maken, was het advies. Wat? Voor de
zekerheid? Vanmiddag??? Het is echt buiten kijf, dat het mij deugd deed te
horen dat er inderdaad niets aan de hand was. Maar waarom kan een huisarts
voor de zekerheid wel direct een foto laten maken, terwijl mijn vrouw,
die nagenoeg niets kan eten of drinken (?!), hier drie weken op moest wachten?!
Opnieuw ben ik des duivels
Zoals gezegd, het is
zinloos Waar ik in gedachte wel op kwam is de zogenaamde
Prescan, om preventief het lichaam op enge ziektes te laten scannen.
Oké, het is een commercieel instituut, maar misschien helemaal zo gek nog niet.
Sterker nog, het lijkt mij vanzelfsprekend dat de zorgverzekeraar iedereen,
desnoods boven een bepaalde leeftijd of met bepaalde kenmerken, om de twee jaar
laat Prescannen.
Zodra we met onze auto voor een grote beurt
de garage inrijden, wordt er toch ook direct een PC-uitdraai gemaakt over de
gezondheid van die car. Dus een Prescan gemaakt. Waarom gebeurt dit dan niet met
ons eigen lichaam? Natuurlijk, het is niet de autoverzekering die de grote beur
van de auto betaald. Maar voor lijfbehoud ligt dat gewoon heel anders. Mocht er
preventief, dus tijdig, iets worden gevonden, is de schade beperkt gebleven. Zal
er veel minder intensief en ingrijpend moeten worden behandeld, wat heel erg
(zorg)kostenbesparend zal werken. Een win-winsituatie voor
iedereen.
De beroemde Oostvaardersplassen stonden al een tijd op mijn verlanglijstje. Dáár wilde ik lopen, dus vandaag op naar Lelystad. De tocht was door een wandelvereniging in samenwerking met Staatsbosbeheer georganiseerd. Naast een stille Willy boswachterzat een enthousiaste wandelmevrouw, die mij inschreef. Voor de 10,5 kilometer, zei zij achter haar laptop, zonder dat het als een vraag klonk. Nee hoor, 21 kilometer graag, corrigeerde ik haar zonder argwaan. 21, kan dat nog Egbert? Het bleek dus stille Egbert te zijn. Het antwoord was kort en bondig: nee. Waarom niet?, vroeg ik hogelijk verbaasd. Voor de halve wandelmarathon bent u te laat, kreeg ik als goed gefundeerd antwoord. Kom op!, ik heb écht geen 115 kilometer gereden, om 10 kilometer te lopen.Dan had u hier eerder moeten zijn, herkende ik plots het antwoord van een onwillige rijksambtenaar. Tot hoe laat had ik dan wel voor de 21 kunnen starten?Tot elf uur meneer en het is nu kwart over elf, dus te laat. Als aangeschoten wild was ik even aangeslagen. Deze Staatsbosbeheermeneer leek wel heel sterk de Befehl ist Befehl filosofie aan te hangen. Nog een geluk dat hij na de Tweede Wereldoorlog geboren lijkt te zijn.
Wel kreeg ik diep medelijden met de wildpopulatie van de Oostvaardersplassen. Want Egbert zal zich van de winter totaal niet met de discussie over wel of niet afschieten van verzwakt wild hebben beziggehouden. Hij zal wel één ding in het vizier hebben gehad: Befehl ist Befehl. Aan zon man liet ik mij natuurlijk niet ten prooi vallen. Ter plekke ging ik in het verzet. De wandelmevrouw zag dat de spanning opliep. De ambtenaar leek op zijn strepen te blijven staan, terwijl zij zag dat ik alleen maar met de 21 genoegen zou nemen. Egbert kijk maar even de andere kant op, knipoogde zij naar mij en schreef mij alsnog voor de langere afstand in. : Fijne tocht meneer, frommelde zij mij de gewenste route in handen, met een knikje richting vertrekpunt. De boswachter nam niet de moeite om toen nog aan te leggen.
De tocht was fantastisch. Heel goed uitgepijld, op één cruciale afslag na. Midden in de bossen had ik mij te houden aan de instructie LINKS AF vóór perceel met sparren. Als stadse jongen zou ik compleet in de fout gaan. Ik zou doorlopen totdat ik een huis (boerderij of zo) tegen zou komen, waar sparrenbomen omheen zouden staan. Het bleek echter om een stukje bos met sparren, voor natuurkenners ook een perceel, te zijn. Juist bij een afslag waar niet was gepijld. Een dwaling door de bossen bleef mij bespaard, doordat ik tegen mijn natuur in mij door twee wildvreemden liet leiden.
Ik moet er niet aan denken hoe het anders verlopen zou zijn. Zeker niet met die boswachter in de buurt, waar ik op onaardige wijze al kennis mee had gemaakt.
t Is een kwestie van geduld, tot heel Holland Limburgs lult . Het zal toch niet gebeuren dat Rowwen Hèze op termijn gelijk gaat krijgen. Een schrikbeeld, vooral nu het provinciale bestuur van Limburg met VVD, CDA een coalitie gaat vormen met de PVV. Asocialiteit lijkt vanuit het zuiden des lands op te rukken naar de rest van Nederland. Een hoofddoekjesverbod is een van de eerste programmapunten die ze in Maastricht tot uitvoer gaan brengen. Juist nu de kans bestaat dat mijn vrouw binnen afzienbare tijd een hoofddoekje gaat dragen, áls de chemokuur er aan staat te komen.
Geen hoofddoekje?! Maar wat dan? Een pruik of erger nog, een Wilderspruik?! Ik draaf door. Zeker nu de PVV-vervuiling in het zuiden des lands een aanvang gaat nemen, is de kans dat wij ooit Limburgs gaan lullen simpel uitgesloten. Voor Truus gaan we dan gewoon de mooiste hoofddoekjes uitzoeken. Haar symbool voor een dapper gevecht.
Het is onwaarschijnlijk hoe goed zij er na ruim 10 weken vasten nog uitziet, maar vooral ook hoe actief ze nog is. Ik moet haar als het ware neerslaan om haar energie te sparen voor de dingen die komen gaan. Gelukkig, vanaf maandag is het spel op de wagen. Door een lichte ingreep zal zij binnenkort weer kunnen eten en drinken. Zover dat kan zullen we het daar dan samen lekker eventjes van nemen. Sowieso in de loop van de avond lekker ontspannen een glaasje drinken. Dat doet ze overigens nu ook met twee glazen witte wijn. Nou ja, ze drinkt ze niet, zou dat wel heel graag willen, maar haar slokdarm laat niet meer toe dan dat ze het wijntje door haar mond laat rollen, tot strothoogte mag wegslikken, om het daarna weer ongewenst teruggespogen te krijgen. Zij drinkt als het ware als een wijnproever.
Minstens zo onwaarschijnlijk is het hoe tevreden zij haar wijnproeverij ondergaat. Hoe vrolijk, opgeruimd is denk ik een beter woord, zij haar lot ondergaat. Ongetwijfeld mede door de vele jaren Yoga. Ook als onderwijzeres van de lagere huishoudschool voor verkeerd opgevoede babyboomers van het mannelijke kunne doet zij het erg goed. Tenminste als ik mijn eigen vorderingen daarbij in ogenschouw neem. Alle lessen verlopen nagenoeg zonder een onvertogen woord.
Hoewel, één keer liep de spanning een heel klein beetje op. Dat was het moment dat mijn zus had gemeld (natuurlijk) maandag als steun en toeverlaat er tot woensdag te zijn. Niet dat Truus dat niet wil, het tegendeel is waar. Ook niet omdat zij uit Limburg komt, want uiteindelijk is zij met haar man even Haags als wij zijn. Nee, het ging om een, mogelijk door mij ondoordachte uitspraak, dat zij maandag, als Truus voor een dag en nacht is opgenomen, dan iets lekkers bij ons thuis kan maken. Eindelijk weer eens iets anders dan de kant en klaarmaaltijden van Albert Heijn.
Even trok Truus deze gedachte niet. Ze heeft al zoveel moeite met haar nacht uit huis plaatsen en dan raakt ze ook nog even haar keukendomein kwijt. Eerlijk gezegd was ik daar een beetje pissig over. Onzin natuurlijk, Truus heeft nou eenmaal godschuwelijk veel te verwerken. We eten wel buiten de deur en wachten met plezier het moment af dat mijn keukenprinses weer terug is in háár keuken.
Met een PC hebben we er allemaal mee te maken. Plots verschijnt er een bericht op het scherm dat we van een bepaald programma de nieuwste versie of update moeten downloaden en installeren. Meestal word je daartoe aangemoedigd, omwille van de verbeterde werking of verscherpte beveiliging, omdat er lekken bleken te zijn ontstaan. Volgens mij is Microsoft koploper in het aanbieden van die downloads. De tientallen megabytes vliegen dan weer je computer in.
Het gevolg is dan wel dat de beschikbare ruimte van de harde schijf steeds minder wordt en met de tijd de computer steeds trager wordt. Er zijn dan wel programma´tjes waarmee je overbodige file´tjes kunt verwijderen, maar veel van die troep blijft toch onaangeroerd. Alleen ICT´ers weten op verantwoorde wijze overbodige megabytes, zonder nare consequenties, te verwijderen.
Als gebruiker staat je op een gegeven moment niets anders te doen, dan je computer onverkoopbaar op marktplaats.nl te zetten, om een snellere met meer geheugen aan te schaffen. Tot de vertraging en te kort aan opslagruimte zich weer aandient.
Eigenlijk is dat toch een vreselijk vuige handel. Stel je dat nou eens, in een geheel andere branche, voor. Bijvoorbeeld in de autohandel, ook niet bepaald een branche van onbesproken gedrag. Je koopt bijvoorbeeld een Fiat 500, waar je met veel plezier in rijdt. Totdat de auto ´voor een update´ naar de garage wordt teruggeroepen. De auto kan weer worden opgehaald, maar wat blijkt, er is één zitplaats verloren gegaan en de auto trekt minder snel op. Niet veel autokilometers verder ben je die ongemakken van de geüpdate Fiat 500 spuug zat, je ruilt hem in (dat kan in die branche dan nog wel) en rijdt verder in een Fiat Panda. Maar natuurlijk zal die Panda, voor je eigen bestwil, op een gegeven moment ook geüpdate moeten worden. Het 500-verhaal herhaalt zich op termijn. De Fiat Punto wordt onvermijdelijk.
Zo gek zal die autohandel nooit worden. Hoe kan het dan toch zijn dat wij consumenten het zomaar pikken, dat softwareleveranciers met smoezen onze computer volplempen, met als doel de PC te vertragen en opslagruimte te bezetten, zodat er nieuw moet worden gekocht?!
Denk nou niet dat dit écht voor onze eigen bestwil is. Want evenzogoed kunnen die programmamakers je updates leveren, waarbij met installeren, al de verouderde bytes automatisch worden weggehaald. Niet bijstorten, maar vervangen.
Digitale roofbouw kan eenvoudig een halt toe worden geroepen.
Eindelijk, na tien weken lijdend in de wachtkamer te hebben gezeten, werd mijn vrouw door de mdl-specialist (telefonisch) binnengeroepen. Aanvankelijk deed de man haar schrikken. Mevrouw Kroon, we zien voorlopig toch maar van bestralen en van een chemokuur af. Bij nader inzien geeft dat op kort termijn onvoldoende resultaat. Voordat dit bij Truus het meest slechte scenario opriep, ging de arts geruststellend verder: Onze eerste zorg moet nu zijn, dat u eerst weer kunt eten en drinken. Daarvoor zullen wij bij u operatief een buisje aanbrengen. Daarna gaan we volgens planning de kanker aanpakken.
Nadat het telefoongesprek was beëindigd deed Truus aan mij verslag en uit mijn reactie en later die van mijn zus, begreep zij toch een goed bericht te hebben gekregen. Ja, maar ik word wel voor een nacht uit huis geplaatst, trachtte zeluchtig haar angst voor ziekenhuisopname te verwoorden. Ja, Truus is nou eenmaal het prototype van een huisje-boompje-beestje-vrouw. Natuurlijk zag zij ook in dat het deze opoffering meer dan waard is. Het moest allemaal gewoon even bezinken.
Die kleine operatie vindt maandag aanstaande plaats. Geen narcose, maar net als een voorgaand onderzoek, is er niet meer dan een kan mij het nou schelen roesje nodig.
Opnieuw zijn we opgelucht. Meer dan dat, we hebben weer het volste vertrouwen in de toekomst. Want, eerlijk gezegd liep dit de laatste dagen toch sterk terug. NIETS kunnen eten en alleen maar melk en water kunnen drinken, met tientallen keren beetjes daarvan uit moeten spugen, is meer dan verontrustend. Vanochtend klapten we samen even in. Van achter mijn PC hoorde ik Truus, die in bed rechtop zat, steeds harder kreunen. En dan komt het absoluut niet in haar op om mij te roepen.
Mijn eigen initiatief daartoe leek zij aanvankelijk af te willen doen met Laat mij nou maar even. Uiteindelijk werd de pijn haar te veel en jankten we samen van onmacht. Als de donder heb ik toen een pijnstiller, van te groot formaat, tot poeier geslagen en haar met water op laten drinken. Wonderwel zakte de pijn toen terug tot dragelijk. Vanaf dat moment dwong ik bij haar af dat zij elke vijf uur door mij een pijnstiller te pletter laat slaan.
Ook al doordat de arts haar zei dat die pijnen nu heel normaal zijn, gaat het er op lijken dat Truus in het vervolg zich gelukkig niet meer onnodig groot zal houden. Ik ben nu ook toegelaten tot haar gevoelens tijdens haar, naar haar idee, meest zwakke momenten. De regie is niet meer als vanzelfsprekend in haar eigen handen.
Pure winst, voor het gevecht dat wij aan moeten gaan.
Je weet het maar nooit, of ik mij onbewust door Martin Bril zijn beroemde rokkiedag heb laten inspireren, met mijn hagelslagdag. Hoewel niet veel meer dan een gelukzalig moment de overeenkomst is. Mijn hagelslagdag bestaat sinds enkele maanden en is door mijn vrouw naamloos in het leven geroepen.
Tot dat moment had ik als ontbijt altijd twee bruine boterhammen met vleeswaren of met kaas. Door mijn vrouw de avond er voor klaar gemaakt. Tja, zo langzamerhand is het wat anders aan het worden, maar ik was nog al verpest. Als een ware Archie Bunker deed ik nooit wat in het huishouden en al mijn maaltijden werden liefdevol voor mij verzorgd.
Nooit maakte ik echter gebruik van mijn recht om te bepalen wat we zouden eten, of wat het boterhambeleg zou zijn. Ik liet mij graag verrassen. Zo kon het gebeuren dat hartig s ochtends veranderde in zoet. In afwisseling jam, pindakaas en hagelslag. De andere staat van beleg s ochtends kon ik erg waarderen. Misschien wel met voorbedachten rade, in dat geval prijs ik haar slimheid, had mijn vrouw die belegwisseling er ingebracht. Zo wist zij mij namelijk tot iets van zelfwerkzaamheid aan te zetten. De met halvarine voorgesmeerde boterhammen lagen in een tupperwaredoosje voor mij klaar, met daarnaast het potje, kuipje of doosje zoet. Vanaf dat moment belegde ik s ochtends mijn eigen boterhammen.
Eenmaal gewend aan het zoete ontbijt, groeide bij mij de voorkeur voor hagelslag. Van de variatie werd echter niet afgeweken. Elke ochtend opnieuw was het weer een verrassing wat er voor bijlage bij het tupperwaredoosje stond. Was het doosje hagelslag weer aan de beurt, beschouwde ik dat als my lucky day; mijn hagelslagdag. Zon dag ga ik dan zelfs extra positief, met nog meer plezier en al fluitend in.
Morgen belt de specialist Truus om te vertellen hoe zij haar gaan behandelen. Voor die ene keer heb ik mij wel met het broodbeleg bemoeid. Morgen krijg ik hagelslag op brood.
Door de ongemakken, van niets kunnen eten en
nauwelijks kunnen drinken, is mijn vrouw momenteel het liefste thuis. Zelfs haar
populaire treinreisjes gevolgd door een stadswandeling ergens in het land,
moeten hiervoor wijken. Daardoor is ons treinabonnement, met zeven gratis reizen
per jaar, nu even door haar buiten gebruik gesteld. In afwachting van betere
tijden.
Zo Hollands als je maar kan zijn, vond ik
het natuurlijk zonde om ook mijn gratis reizen te laten verlopen. Moet je
ook absoluut niet doen, stimuleerde mijn vrouw mij toch om de trein te
blijven nemen. Natuurlijk niet voor een stadswandeling, want dat bewaren we voor
ons samen. Daardoor leek het mij een goed plan om de spoortrip te
gebruiken voor wandeltochten elders in het land, waarmee een leuk bedrag aan
benzinekosten kan worden bespaard.
Vandaar dat ik vandaag niet door de
prachtige bloembollenvelden van Zijpe liep, 25 kilometer van huis, maar een
tocht zover mogelijk weg en per spoor goed bereikbaar. Dat werd in Heilig
Landstichting, grenzend aan Nijmegen. Dat heeft mij mooi 34,= aan
benzinekosten bespaard. Maar het heeft mij eigenlijk nog meer opgeleverd. Iets
wat valt te rangschikken onder of het zo moest zijn.
Heilig Landstichting blijkt namelijk begin
vorige eeuw door het Bisdom Den Bosch te zijn opgezet voor degenen die geen
Pelgrimstocht naar het voormalige Palestina konden maken. Het werd een
bedevaartsoord. En dat is nou precies wat ik op de dag van vandaag heel goed kan
gebruiken.
Direct aan het begin van de wandeltocht kwam
ik, wat mij later internetafspeurend bleek, langs de Cenakelkerk, de
bedevaartskerk. Aanvankelijk ging mijn aandacht niet verder dan even een
plaatje schieten, maar alsof ik naar binnen werd getrokken, onderbrak ik
toch mijn tocht om de kerk in te gaan. Er was een dienst aan de gang, met
prachtig (een beetje hemels) koormuziek. Een kaarsje branden voor mijn
vrouw, werden mijn gedachten gedicteerd. Gek genoeg kon ik daar de
stilteruimte niet voor vinden en om de dienst niet te verstoren, verliet ik de
kerk om mijn tocht te vervolgen.
Ook al doordat wij destijds
het Bijbels Openluchtmuseum, nu Museumpark Orientalis, bezochten kreeg ik toch
een beetje het gevoel over heilige grond te lopen. Niet zo gek
trouwens, want de tocht bood mij Goddelijk mooie natuur. Dan plots sta ik voor
een tafereel, die mij ook weer Bijbels voorkomt. Geen idee overigens of het
zwarte schaap (dát tafereel) echt een Bijbelse historie kent. Wikipedia weet
het niet en Meneer van Dale meldt niet meer dan: van alles de schuld
krijgen, de zondebok zijn.
Toch kwam het of het zo moet
zijn gevoel weer heel sterk terug. Het ging hier namelijk niet om het
zwarte schaap, maar juist om het witte schaap van de familie. Dat
móet een vingerwijzing naar mijn vrouw zijn! Het wordt tijd om nu echt een
kaarsje voor haar te gaan branden. Dan niet zomaar in een kerk, maar als het
ware bij een dependance van de Baas zelf. Dat wordt Onze Lieve
Vrouwe ter Nood, het bedevaartsoord in Heiloo. Neem ik mijn vrouw mee.
Drinken we ook nog even water uit de heilige
bron.
Met mijn camera in de aanslag, de recorder
aan voor het geval er iets mis zou gaan, zat ik vanochtend achter de buis. Te
kijken naar het koninklijk bezoek in Thorn en Weert. Vooral Weert had mijn
aandacht, want daar woont mijn zusje, die vanmorgen om 9:00 uur al een
strategisch plekje langs de route had ingenomen. Zij zou op TV komen en handen
schudden met leden van de Koninklijke familie.
Hoewel ik het niet met zekerheid kan zeggen,
geloof ik niet dat zij op TV is geweest. Bovenstaande foto moet ik er toch nog
maar eens op naspeuren. Wél heeft zij handen geschut, van een prins die haar
zelfs lieverd heeft genoemd. Natuurlijk is daar een foto van gemaakt.
Ik heb echter geen idee of mijn zus deze voor publicatie vrijgeeft. Uit haar
telefonisch verslag maak ik in ieder geval op dat zij vol is van die
gebeurtenis. Geinig toch?!
Mijn Koninginnedag speelt zich dit keer
ingetogen af. Eerst moet mijn vrouw maar weer een beetje zijn opgeknapt, dan
komt het lol maken vanzelf weer terug. Tegen de traditie in ben ik
vandaag dan ook niet langs de vrije marktkraampjes geslenterd.
Weet je wat, ik zal alsnog mijn bijdrage
hieraan leveren, door mijn digitale kleedje voor de vrijmarkt uit te spreiden.
Kijk rustig rond, doe een leuk bod als je iets ziet van je gading. Lijkt mij een
goed idee om de opbrengst dan ten goede te laten komen aan de kankerbestrijding
(KWF ).
Mijn
digitale kleedje:
Boeken: Profrenners
1995; Communicatiekaart van Nederland; Handboek Interne Communicatie in 3 delen;
Groot Praktijkboek voor Effectieve Reclame in 3 delen; Media & Reclame
editie 1996-1997; De Geshichte der Anzeige (40 Jahre STERN 14 Essays über
Anzeigen); Briefing, hoe vertel ik het mijn reclamebureau; Reclame Goed of
Slecht; en nog veel meer reclameboeken. Vraag er naar!
Canon Camera Power Shot G3, inclusief
draagtas; Barometer in grenen; Enkhuizer Almanak diverse jaren; Cocktailshaker;
Eau Amsterdam (grachtenwater in cadeauverpakking); kaartspellen; overleefhamer
voor in de auto; muziek CDs in populaire genre (op aanvraag); autospeakers;
AKai bandrecorder met veel banden. LPs. PC met 17 inch scherm.; Kinyo PC
speakers; Fietsendragen (valt buiten de KWF opbrengst) type Condor RC-2-F
geschikt voor de elektrische fiets, nauwelijks gebruikt.
Het was een heel onwezenlijke, spannende ochtend. Om twaalf uur zou mijn vrouw de uitslag krijgen van de vreselijk nare onderzoeken. Bijna op de seconde liet de arts een patiënt uit, dus leek het uur U te zijn aangebroken. De zenuwen gierden door onze keel, doordat de muizenissen zo langzamerhand onze kop uit klapten. Angst had ons in de greep. Er werd een andere patiënt binnengeroepen, wat ons nog even verschoond hield van een eventueel naar bericht. Toen moest het er toch van komen.
Hoewel de inleiding van de arts uiterst vriendelijks was, begrepen wij direct dat er tegenvallers stonden aan te komen. Het is niet zinvol om een zware operatie te ondergaan, waarbij de slokdarm wordt verwijderd (?!), want er zijn ook elders plekjes geconstateerd. In bot en longen. Mijn vrouw had haar voeten stevig op de grond staan, haar yoga-foefje, en hoorde alles heel rustig aan, stelde zinnige vragen, terwijl ik volkomen was dichtgeklapt.
Maar we hebben nog een goeie mogelijkheid met een chemokuur en bestraling. Dit gaan we met de desbetreffende specialisten bespreken, dan weet u woensdag meer. En ja, dan gaan we wel zo spoedig mogelijk met u aan de slag, haastte hij er aan toe te voegen, toen hij de radeloze blik zag van mijn vrouw. Maar dan nog blijft het wederom vijf dagen van spanning, zonder dat er iets gebeurd. En dat vanaf begin maart af. Hoe sterk moet je dan zijn...
Toch nam mijn dappere vrouw bijna stoer afscheid: Wij zullen er voor knokken dokter. Een opmerking die lovenswaardig was, getuigt van haar wilskracht, maar voor mij erg ongelukkig uitkwam. Want juist op dat moment stond ik met tranen in mijn ogen. Nou niet bepaald een gelaatsuitdrukking waarbij mijn support overtuigend overkomt. U straalt positieve wilskracht uit mevrouw Kroon, daarmee heeft u al heel wat gewonnen, negeerde de arts mijn zwakke moment.
Eenmaal buiten het ziekenhuis, hadden we toch een raar gevoel van opluchting. We hadden een uitgesproken kloten bericht gekregen, maar het had erger gekund. Zo erg als het de laatste dagen in ons hoofd ronddoolde. We popelen om ons door de Ups en Downs heen te knokken. Wat maken die paar traantjes dan nog uit.
Op een heel specifiek punt, ben ik van een uitstervend ras. Die van de slagersjongenfluit. In het straatbeeld, of liever gezegd, in de straatsound, komt het nauwelijks meer voor dat mensen zich al fluitend lopend of per fiets voortbewegen. Historisch gesproken werd het fluitend fietsen aan de slagersjongen toegedicht. Het zit kennelijk in mijn genen, want mijn fluiten gaat vanzelf en ik ben mij er nauwelijks van bewust. Totdat ik in een mailtje van mijn Zuid-Afrikaanse nicht las dat zij mijn fluitje mist. Let wel, zij verwijst hiermee op geen enkele wijze naar incestueuze activiteiten. Dan was er in ieder geval geen verkleinwoord gebruikt, maar dit terzijde.
Dol op muziek, in het genre van muziek per strekkende meter, fluit ik er erg graag lustig op los. Dat fluiten zegt ook iets van mijn vrolijke geaardheid, wat zich ook nog wel eens manifesteert in humoristische uitlatingen. Want ook (gevoel voor) humor hebben mijn ouders mij van huis uit meegegeven. Vergeef mij deze zelfverheerlijking, of masturbatieshow, zoals ik dat nog wel eens, weliswaar over anderen, pleeg te noemen.
Ik haal deze eigenschappen alleen maar aan, omdat ik mij daarmee altijd heel gelukkig prijs, maar dat het in deze fase van mijn leven mij momenteel erg opbreekt. In de periode dat mijn vrouw ernstig ziek is en zij moet knokken om te overleven.
Dat ik daardoor niet fluitend over straat loop, zal niet direct opvallen. Maar dat ik niet gevat op een kwinkslag van een ander inga, dat zal wel opvallen. Ik heb nou eenmaal aan mijn kont hangen, dat ik graag lol wil maken. Gepaste, serieuze momenten daar gelaten. Of misschien is het wel zo, dat ik met mijn vrolijke opmerkingen anderen wil pleasen.
Mijn huidige (non) reacties vragen in mijn omgeving misschien wel om een verklaring, maar dat is juist iets wat mij niet is gegeven. Het lukt mij niet om mijn snikken te onderdrukken, iets te vertellen over het waarom mijn vrolijkheid danig is getemperd. Vreselijk vind ik het, dat er bij het minste geringste tranen in mijn ogen staan. Zelfs bij het lullige tv-programma bloemetje houd ik mijn ogen niet droog. Mijn fluiten is janken geworden en daar baal ik vreselijk van. Niet omdat het niet mannelijk is, mn zorg, maar omdat niets of niemand daarmee is gediend.
Ik moet binnen mijn sociale kring dan maar effe arrogant of nors overkomen. Het is niet anders. Op mijn sterke momenten zal ik, daar waar verwondering begrijpelijk en ongewenst is, mij enigszins verklaren. Gelukkig heb ik, in overleg met mijn vrouw, een belangrijke kring van mensen wel van onze huidige situatie digitaal op de hoogte kunnen stellen. Hun hartverwarmende reacties lees ik achter mijn PC met een onzichtbare snik. Laat dan maar de tranen in mijn ogen springen, want zoveel support doet mijn vrouw vreselijk goed.
Kom op huilebalk, het gaat niet om jou, maar om je ijzersterke vrouw!
Bij Pauw en Witteman was dit mooie meisje, met haar drie zussen, onderwerp van gesprek. Zij dreigen het land uit te worden gezet, ondanks dat ze al tien jaar in Nederland wonen, perfect Nederlands spreken en op hogere scholen, zoals het Lyceum, studeren om later in de zorg te gaan werken. Minister voor Immigratie en Asiel heeft de goedheid om naar hun zaak (individueel) te willen kijken. Bijvoorbeeld of ze wel Westers genoeg gekleed gaan. Pfff, dit mooie vrouwtje met haar zussen voldoen in alle opzichten, dus ook optisch gesproken, aan alle noodzakelijke PVV kenmerken. Menig vrouw zou er heel graag uitzien als deze Afghaanse meiden. Je moet er toch niet aan denken dat zoveel schoonheid in Afghanistan onder een Burka wordt weggestopt. Waag het niet Gerd Leers!
Kijk nou eens naar uw Minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van Haegen-Maas Geesteranus. Veel naam, maar weinig schoonheid. Kijk nou nog eens. Deze minister is toch eerder Arabisch dan westers gekleed?! Met haar onverzorgde uiterlijk komt zij volgens mij toch veel meer voor een Burka in aanmerking.
Ik bedoel maar. Wie zijt gij om onmenselijk over het lot van mensen te willen beschikken?!
Tja, schreef ik 6 april in mijn blog Er zijn grenzen, dat we voor (nee liever: tegen) een buurman met een persoonlijkheid stoornis (niet mijn diagnose) een schutting hebben laten zetten, nadien moest hij zich toch nog zo nodig doen laten gelden.
We hadden namelijk ook een nieuwe grasmat laten leggen, die dagelijks besproeid moest worden, wat wij met een speciale pomp vanuit de sloot doen. Het water sproeide nog maar net, of de gestoorde buur stond al over de schutting te wauwelen dat wij ons water bij ons moesten houden. Later sprak hij mijn vrouw er nog eens over aan, met de dreigende tekst Als er nog eens één spetter water over de schutting komt, dan neem ik mijn maatregelen Alsof mijn vrouw niets anders aan haar hoofd heeft. Natuurlijk reageerde zij niet op deze tokkie.
Wat kan een (buur) man toch hufterig zijn?! Zal hij met onze lieveheer ook bonje hebben, als hij vindt dat er te veel regen zijn tuin invalt?! Zal God hem al eens op zn nummer hebben gezet, met iets van: Als mijn regenwater jou niet bevalt, dan haal jij je tuin maar naar binnen. Had ik echt een Goddelijke grap gevonden, lieveheer. Pak hem maar aan, want in zijn doen en laten denkt hij nu zelf dat hij God is.
Maar goed, de schutting staat. De laatste protesterende stuiptrekjes van buurtokkie zullen nu ook wel verdwijnen. Zou ook moeten, want nu is het alleen nog maar mijn vrouw die telt. Mocht de onverlaat zich toch tirannisch blijven manifesteren, zal ik node de wijkagent moeten inschakelen. (Dat zo iets noodzakelijk moet zijn?!)
Van onze kant zullen wij niet, oog om oog tand om tand, provoceren. Bij de aanschaf van een deel van onze tuinverlichting, de rest gaat in de vooravond meestal al uit, hebben wij daar al rekening meegehouden. Het zijn zes geen overlast voor je buren lampen.
(foto door het dubbelglas genomen, omwille van de lichtbundels)
Na gisteren tijdens een prachttocht in Streefkerk 22 kilometer achter mijn kuiten te hebben gewerkt, vandaag min of meer een rustdag gehouden. Min of meer, omdat ik momenteel een huishoudschool-opleiding, met mijn vrouw als lerares, aan het volgen ben. Voor het geval zij een aantal dagen het ziekenhuis ingaat. Omdat zij het nadien ongetwijfeld ook rustig aan moet doen, volg ik tegelijkertijd de cursus Hendrik Jan de tuinman. Want ja, ook die klussen zaten in het huishoudpakket van mijn vrouw. Wat dat betreft heb ik dat ouderwetse rollenpatroon 41 jaar (vandaag) weten te handhaven. Hulde aan mijn vrouw natuurlijk.
Na alle werkzaamheden naar haar tevredenheid te hebben verricht, dook ik toen pas onder de douche. De zomerse buitentemperatuur ten spijt, liet ik het water zo heet mogelijk op mijn hoofd kletteren. Even lijkt het dan dat mijn chronische koppijn zich met de shampoo vermengd en door het doucheputje verdwijnt. Een extra dimensie van mijn verkwikkende wasbeurt.
Al en jaar en dag flitsen er tijdens het douchen creatieve gedachten door mijn hoofd. Meer dan eens heb ik aan het idee van dat moment geld kunnen verdienen. Een extreem voorbeeld borrelt bij mij boven.
Voor een parfumerist heb ik ooit zijn bijzondere levensverhaal geschreven, wat in een lokale krant werd gepubliceerd. Enkele maanden nadien zag ik mijn verhaal nagenoeg letterlijk in een ander huis-aan-huisblad terug. Het verbaasde de geurtjesmeneer, die nu voor het gemak maar even Roderick heet, dat hij voor een tweede publicatie mij ook moest betalen. Min of meer met gesloten beurs, met producten en een nieuwe klant, voldeed hij uiteindelijk toch aan zijn verplichtingen. Aan Roderick bleek verder geen gulden meer te verdienen.
Neemt niet weg dat hij na maanden weer op mijn stoep stond. Of ik een (her)openingscampagne voor zijn verbouwde zaak wilde bedenken. Wat mag dat dan kosten?, vroeg ik hem om teleurstelling van zijn of (veel belangrijker) van mijn kant te voorkomen. Heel weinig, want de weken dat we voor de verbouwing gesloten waren, zaten we zonder inkomen en de verbouwing heeft ook veel meer gekost dan gepland, was zijn minder aanlokkelijke antwoord. Hij was mij te gierig van huis uit om welwillend en tegemoetkomend aan zijn verzoek te willen voldoen. Hij kon me wat. Gedecideerd heb ik hem afgewezen.
Nog geen half uur nadien had ik daar spijt van. Ik had namelijk tijdens een lekker hete douche een smaakmakend idee voor zijn heropening. Maar dan nog had ik geen zin om mij verder voor deze vrek in te spannen. Daar had ik het volgende op gevonden. Ik belde hem op: Roderick, ik heb een exclusief idee voor de heropening van je zaak. Ik heb geen tijd om het verder voor je uit te werken, maar als je mij f. 300,= ( 135,=) betaalt mag je het idee, inclusief een kopregel voor de advertentie, zo van mij meenemen. Tja, dat is dan wel een hoop geld. Voor een erg goed idee, pareerde ik. Oké, ik kom kijken. Vergeet dan niet die drie meyertjes mee te nemen. Nog geen kwartier later las hij mijn idee door, was er erg van gecharmeerd, probeerde nog even af te pingelen, maar overhandigde mij uiteindelijk toch die 300 gulden.
Hij had waar voor zijn geld, want de heropening was een succes. Toch had ik het blije gevoel dat hij er was ingestonken. Het had mij namelijk maar een kwartiertje douchen gekost.