1947 in Den Haag geboren, knettert de meest uiteenlopende gedachtenhobbels hier neer.
Daarnaast verhaalt hij binnen zijn Kroondomein ware en bijna ware gebeurtenissen.
Publiceert gein uit zijn brein, laat dierenliefhebbers gevoelige verhaaltjes neerschrijven en stelt voor (amateur)kunstenaars een digitale expositieruimte gratis beschikbaar.
De laatste tijd heb ik materieel gezien ook de wind tegen. Dingen die kapot gaan die je niet zo maar even vervangt. Zoals de Grohe keuken mengkraan. Gelukkig werd het dure binnenwerk, op de valreep van 5 jaar garantie, gratis vervangen. Daarvoor moest ik wel die rare voorrijkosten betalen. Maar ja, het kan maar weer gemaakt zijn, want gedurende de tijd van de kapotte kraan, een monteur is er nooit binnen een week, is het een hoop gehannes.
Zo ook nu met de Bauknecht vaatwasser. Weekje wachten op de monteur, die dan constateerde dat de motor moest worden vervangen. Ook nu gelukkig weer alleen op basis van voorrijkosten. De motor moest worden besteld, dus weer een weekje wachten. Zijn tweede bezoek bleek ook niet helemaal afdoende te zijn. Motor was vervangen, maar het euvel niet verholpen. Aha, het verwarmingselement lekt, daarvan heb ik wel een nieuwe in de wagen. Probleem nog niet opgelost. Er moest nog iets worden vervangen, wat ook direct kon gebeuren. De vaatwasser wilde nog steeds zijn werk niet doen.
Na van alles te hebben nagemeten bleek de dubbele contactdoos kapot te zijn(?). Een stopcontact kapot? Ja meneer, waarschijnlijk door sluiting.Maar de lampjes op de vaatwasser doen het toch gewoon, dan moet er toch ook stroom zijn?!Dat zou je inderdaad denken, maar kijk maar eens op mijn metertje, de stroom zakt gewoon weg.
De stekker van de boiler en dat zit allemaal onder de keuken weggewerkt, werd er uitgetrokken om daar de stekker van de vaatwasser in te steken. Verrek ja, de wasautomaat ging nu wel aan de slag. Daar moet een elektricien bij komen.Het was inmiddels vier uur, de monteur had drie uur nodig in plaats van het verwachte kwartiertje, zie dan nog maar eens de stroommeneer er bij te halen. Het onderstel van de keuken moest maar gewoon open blijven liggen en de stekkers van vaatwasser en boiler dan maar steeds voor gebruik omwisselen. Wat een gedoe allemaal.
De elektricien begreep niets van mijn verhaal en leek ook de opvatting te hebben stroom is stroom. Hij adviseerde mij op een andere manier de vermeende stroomstoring nog eens te checken, met een strijkbout of zo. Dat werd een föhn, ook een apparaat wat warm wordt. Dat ding deed helemaal niets. Toen er even een oud bedlampje bijgezet en verrek, die ging wel branden. Dan moet die föhn het toch zeker ook doen. Schakelaartje aan . en toen gebeurde er toch wel vreemde dingen. Er werd door die föhn geen warme lucht geblazen, maar hij schakelde de lamp uit. Toeval? Uit die föhn, licht aan. Aan die föhn, licht uit . Alsof het spookte.
Zou ik nu het medium Derek Oglivy moeten bezoeken, zodat hij even aan mijn Truus kan vragen of zij achter deze stroommysterie zit?! Nee, ga ik niet doen. Stel je nou toch eens voor dat zij vindt dat ik wat minder de vaatwasser moet gebruiken. Dat effe met de hand afwassen ook zo is gebeurd en dat dàt veel beter is voor het milieu.
Niet dat Truus zich postuum niet met mijn huishouden mag bemoeien. Dat mag ze natuurlijk wel. Maar dan hoor ik dat wel graag rechtstreeks van haar en niet via Derek, dekinderfluisteraar. Graag krijg ik dan ook nog wat huishoudelijke tips en kan ik zo ook weer eens genoeglijk met mijn meissie praten. Ik geloof dat ik doordraaf
Dat aan-en-uit-licht heeft natuurlijk niets met mijn Truus te maken. Wel geloof ik dat zij mijn beschermengeltje is. Zij over mij waakt. Ik zag het zelf, toen ik langs een beeld kwam waar een kroontje in bescherming wordt genomen. Laat mij dan maar denken dat ik dat kroontje ben.
Het doet je ècht goed om uitvoerig met een lotgenoot te hebben gesproken. Fantastisch zoals we uren lang geestelijk heel intiem hebben kunnen zijn. De gegidste stadswandeling, met een tsunami aan jaartallen, was minder. Tot dat ene moment dat de Haagse Brabantse en ik voor onze overleden partners een kaarsje gingen branden.
Het telefoongesprek met de Brabantse Haagse, zoals in mijn blog van eergisteren aangekondigd, verliep ontzettend leuk en heeft uren geduurd. Ook doordat we beiden het gevoel hadden hiermee een beetje thuis te komen. Het is die Haagse tongval en die Haagse directes, waardoor we extra lol hadden. Natuurlijk ook omdat ik aan haar een gesprekspartner heb, die als ervaringsdeskundige precies weet wat voor kloterige afvinktijd ik momenteel beleef.
Vandaag had ik zon afvinkmoment, want tijdens een wandeltocht kwam ik over de Zaanse Schans, waar ik precies een jaar geleden ook was met mijn Truus en familie uit Zuid-Afrika. Door de heel prettige ontvangst in de middelste molen hebben we, ja ik nu alleen nog, een aangename herinnering overgehouden aan de leuke weetjes die ons werden verteld, over de molen en het hele gebied rond de Zaan. En dat, doordat we daar effe een bakkie koffie gingen doen. t Was slikken om weer langs die molen te lopen.
Ik heb nog ruim vijf maanden te gaan, en daarin liggen juist de vreselijkste herinneringen omsloten, voordat alles de eerste keer weer is langs geweest. Naar zeggen doet het tweede jaar ietsje minder pijn.
Dan is het lekker om daarover met de Brabantse Haagse te kunnen praten, want morgen (zondag) hebben we een date. Een automatisch gevolg van ons telefoongesprek. We hebben een bijzondere afspraak kunnen maken. Geen gelul over een rode roos in de revers, of omschrijving van de kleding waarmee we daar en daar zitten. Nee, heel ludiek treffen wij elkaar tijdens een stadswandeling met gids in Tilburg. Kunnen we gedurende twee uur eigenlijk alleen maar vriendelijk naar elkaar knikken, waarbij we de interessante verhalen over het centrum van Tilburg zullen opslurpen.
Na die tijd mogen wij iets voor ons zelf gaan doen. Ongetwijfeld weten we het dan nòg leuker te maken. Ik hoop van harte dat zij op haar foto lijkt.
Al eerder schreef ik het, je
tweede leven op gang krijgen valt niet mee. Natuurlijk is er allereerst het
grote verdriet over het verlies van mijn Truus. Iets wat ik eigenlijk vreselijk
heb onderschat. Ik meende twee maandjes na haar overlijden al aan mijn nieuwe
leven te kunnen beginnen. Fout natuurlijk. Daarbij komt dan ook nog dat de te
identieke karakters van mijn mogelijk nieuwe relatie botsten, waardoor de kans
op slagen verdween. Misschien ook, doordat ik die nieuwe kans te snel wilde
pakken. Stapsgewijs, in plaats van te looppassen, had de nieuwe relatie een
betere kans gegeven.
Toch ben ik weer op zoek gegaan.
Ik moet wel, want dit is ècht geen leven. Gisteren zocht ik het zonnetje op,
door lekker ergens op het terras te gaan zitten. Heerlijk geluncht, dat wel,
maar totaal geen aanspraak gehad. Jankend kwam ik thuis, met nog de mazzel dat
ik een zonnebril droeg, die mijn tranen achter de coulisse hield.
Nou had ik het vorige weekend al
weer gezellig geluncht met een leuke date. Heel plezierig, want het klikte heel
goed. Die mevrouw lijkt een verrijking van mijn leven te zijn, maar vooralsnog
uitsluitend van vriendschappelijke aard. Zon vriendschap wil ik zeker
koesteren.
Toch denk ik veel meer dagen van
mijn tweede leven met iemand in te willen vullen. Dan moet ik daar maar verder
naar zoeken. Ook zo wat, want wie weet zal het op termijn met de date zich wel
naar mijn en onze verlangens verder ontwikkelen. Zou ik daar op moeten wachten?
Daar geduld voor op moeten brengen? Ik heb eigenlijk geen idee.
Wel weet ik niet dagelijks meer
alleen te willen zijn. Daar kan ik mijn vrienden, allemaal koppels, voor mijn
gevoel niet mee lastig vallen, ondanks dat ik bij hen altijd welkom ben. Mijn
bloedgabbertje is al een aantal jaren dood. Met mijn eerste vriendje, het
mannetje waarmee ik als kleuter voor het eerst buiten speelde, heb ik jofel
genoeg nog steeds contact, maar woont te ver bij mij weg. Dan zijn er natuurlijk
ook intimi die je zwaar hebben teleurgesteld,waarmee je een extra portie
verdriet wordt toebedeeld. Het zij zo.
Gelukkig heb ik nog wel een
harstikkevriendin die ruim dertig jaar van mijn geschiedenis heeft mee
kunnen schrijven. Met haar doe ik regelmatig leuke dingen, hebben we ongekend
veel plezier, maar ook zij woont niet naast de deur. En, blijft het een vriendin
wier liefdevolle vriendschap ik koester. Platonisch dus, voor de
niet-verstaander.
Op mijn leeftijd is het ook niet
simpel nieuwe vrienden, volledig aangepast aan je huidige situatie, te maken.
Eigenlijk ben je automatisch op de datingsites aangewezen. En dat is echt een
verrot moeilijke weg te gaan. Hoewel ik het niet heb uitgeprobeerd, zoek ik geen
contact met een man. Allereerst omdat het tegen mijn geaardheid is, maar ook
omdat ik mij niet kan voorstellen dat uit zon contact er een echte vriend kan
komen. Ik denk dat de kans op een eerste klik zich daarbij niet kan
ontwikkelen. Gelijke interesses, en dat kent echt zn grenzen, is niet
voldoende. Bij die afvallers horen trouwens ook de vrouwen die geen foto bij
hun profiel zetten. Ook dan mis je een eerste klik.
Vandaar dat het contact met een
vrouw (met foto) leggen een stuk simpeler is. Absoluut geen garantie voor een
verder succes, verre van, maar wel met de eerste klik. Het begin van mogelijk
iets meer. Maar het maakt het tegelijk weer zo gecompliceerd. In hoeverre is het
moreel aanvaardbaar om tegelijkertijd met meerdere vrouwen contact te hebben,
waarbij nog niet is uitgekristalliseerd of het voor vriendschap is, of voor
meer?! Ik kan het echt niet zeggen. Ook weet ik niet of ik in mijn zoektocht
naar intimi onnodig verdriet ga doen. Ik wil het niet, maar gebeurd het dan ook
niet?!
Het moment dat ik de afgelopen
weekend een afspraakje had, kwam er een heel sympathiek berichtje binnen van
iemand wiens profiel mij heel erg aansprak. Wat moet je dan in hemelsnaam?! Ik
heb haar gemaild en verteld dat ik een date had die ik een kans wilde geven. Dat
werd op prijs gesteld. Maar wat nu? De zondagdate kan evenzogoed vriendschap
blijven. Kan ik dan toch al een verder contact leggen met degene die mij daar,
net te laat, toe had uitgenodigd. Wat is er mis met het uitbreiden van je
(vrouwelijke) vriendenkring? Ik weet het bij God niet.
Vandaag kreeg ik via de
datingsite een beetje venijnig berichtje dat het valt te begrijpen dat je
geen belangstelling hebt voor iemand die positief op je profiel reageert, maar
dat het wel zo fatsoenlijk is dat je op zn minst even laat weten geen interesse
te hebben. Zij had gelijk, alleen was het niet zo dat ik geen interesse
had. Haar profiel en foto spraken mij juist erg aan, alleen was het een beetje
te ver uit de buurt. Twijfelaar als ik ben wist ik daardoor nog niet te
reageren. Toen ik alsnog direct op haar vermanende berichtje wilde reageren, zag
ik dat zij On Line was, waarna er een chat tussen ons ontstond.
Dan blijkt zij, in Brabant
wonende, een Haagse te zijn. Haar man ruim een jaar geleden door die tyfus
kanker verloren te hebben. Het werd een heel aangename chat. Zij heeft een ruim
jaar later dus alles al eens herbeleefd, alles een jaar later al kunnen
afvinken en wist daardoor precies in welke fase ik mij bevind. Alleen
ervaringsdeskundigen kunnen begrijpen hoe gelukkig ik mij voelde zon contact
bij toeval te hebben.
In ieder geval klikte het op vele fronten, zullen wij daardoor het
weekend telefonisch contact hebben. Met plezier kijk ik daar naar uit. Maar dan
blijft die vertwijfeling, kan ik dan toch alle contacten die op mijn weg kwamen
en nog komen blijven onderhouden? Ik denk het wel. Met mijn beste
bedoelingen.
Waar het feest voor ons kustbewoners nog maar net is
begonnen, loopt het aangename seizoen voor de honden op het einde. Nog even dan
mogen zij op de dag niet meer ongelijnd op het strand komen. En dat vind ik echt
jammer. Ik vind het namelijk heerlijk om te zien hoe al die honden, van elk
soort of ras, zich gezamenlijk met allerlei hondenspelletjes weten te vermaken.
Of hoe zij fanatiek tijdens een onemanshow steeds in het schuim van de golven
bijten. Ze willen graag lol maken.
Ook zijn er heel
wat honden, die het als hun serieuze plicht zien het baasje te vermaken, met het
ophalen van de weggegooide bal. Daarvoor moeten ze heden ten dage zelfs veel
verder hollen, doordat de bal met een variant van de slinger wordt weggezwiept.
Maar dat doe je als hond graag, als t baasje het maar naar zn zin
heeft.
Vandaag keek ik weer met plezier naar dat
samenspel tussen hond en baas. Door die observatie zag ik ook dat het een hond
ook wel eens te veel kan zijn. Ik zag een baasje de ene na de andere bal ver weg
slingeren, waar zijn hond dan maar weer achteraan moest jagen. Eén keer pal
langs mij, waarbij ik meende die hond te horen brommen: Wel verdomme nog
aan toe . Het was inderdaad de laatste keer dat hij achter de bal aanjoeg.
De volgende slinger was het t baasje zelf die de bal moest ophalen, terwijl
zijn hond het hevig hijgend gadesloeg.
Dit soort tafereeltjes moet ik een half
jaartje missen. Jammer, zeker voor die honden. Mijn aandacht weet ik de
aankomende tijd ongetwijfeld op een andere manier te
vermaken.
Het is heel erg jammer dat de
wandelsport wordt ondergewaardeerd. Echt een verkeerd imago heeft. Oké, de
wandelvierdaagse in Nijmegen kan er mee door, maar die wordt dan ook flink
opgepoetst door het internationale karakter en vooral door de stoere pelotons
militairen. Trouwens daar gaat het uitsluitend om de prestatie. Vier dagen
uurtje of vier je mandje uit om er minimaal 30 achter je kuiten te krijgen. Niet
over de mooie bospaden die de omgeving van Nijmegen rijk is. Nee, gewoon over
het asfalt. Daar kan ik niet warm voor lopen.
Nee, ik heb het over die uitgepijlde
dagtochten van 10 tot 25 kilometer. Dat valt dan niet onder zon prestatieloop,
maar een prestatie blijft het. Ook als het niet in marstempo gaat. Aan die
eendagstochten doen toch altijd wel een paar honderd mensen mee. Maar, heel veel
vrouwen, vaak rond de 70% en doorgaans met grijzen hoedjes. Minimaal
50+ dus.
Oké, wandelaars hebben niet die sportieve
outfit van bijvoorbeeld de tourfietsers, wat de wandelsport daar ongetwijfeld
minder sexy door maakt. Ik geef toe dat de deelneemsters van beachvolleybal er
aantrekkelijker uit zien en dat ik graag zou hebben dat er meer, liefst van
zulke, jongeren aan die tochten deel nemen. Maar om nou de wandelsport weg te
zetten voor een sport voor simpele zielen, mij recent nog eens als
verweer genoemd, om niet sportief bezig te zijn, gaat mij toch veel te ver. Het
is inderdaad een ouderen sport, maar dan wel door alle lagen van de sociale
klassen heen.
In alle opzichten verdient de wandelsport
een beter imago. Maar ja, ik vind het dan wel jammer dat bij de startplaats in
Winterswijk een groot bord hing, waarop werd uitgelegd op welke wijze de tocht
was uitgezet.
De
uitleg.
Dat is
dan wel een moment dat ik er inderdaad niet bij zou willen horen. Daarin was ik
niet alleen. Een hondje leek zelfs zon domme tippel te vertikken en trok zich
terug in de rugzak van zijn baas.
In het weekend heb ik
heerlijk in een Belgisch restaurant gegeten, waar zij met een wisselende kaart
werken. Niets bijzonders, want veel restaurant doen dit. Maar ik vind het raar,
dat nagenoeg geen enkel restaurant dan een e-mailtje stuurt, met de mededeling
dat de kaart, bijvoorbeeld bij het begin van een nieuw seizoen, weer is
aangepast.
Waarom verleiden zij mij niet op die manier
weer hun restaurant te bezoeken? Ook die Belgen lieten het na, want naar mijn
e-mailadres hebben zij niet gevraagd.
Broertje (7) en zusje (9) liepen pappa en mamma vooruit de trein in. Toen het mannetje wilde gaan zitten zei zijn zus:nee joh, loop nou meer naar boven. Waarmee zij bedoelde dat hij verder de coupé in moest lopen. Ik had daar plezier in. Dacht er aan hoe ik zelf op verkeerde momenten ietsboven noem. Wie weet is het bij mij als klein mannetje ook zo begonnen en werd ik daarin onvoldoende gecorrigeerd.
Vandaar dat ik het eigenlijk met Julia, de naam die haar broertje gebruikte, volledig eens ben. Bordeaux ligt volgens mijn miskende theorie boven Parijs. Je komt eerst door de Franse hoofdstad, mijn onderkant en zuiden, om vervolgens in Bordeaux dus het noorden uit te komen.
Ik zie het als het betreden van een huis. De begane grond is echt niet boven, dus ook het noorden niet. Dan is de etage, je tweede bestemming, ook onder of wel het zuiden niet. Nee, je begint beneden (het zuiden) en gaat naar boven (het noorden).
Ik ben niet
geland. Sterker nog, ik ben helemaal niet opgestegen. Totaal niet in de wolken
geweest. Mijn Thailand-avontuur heeft dus niet plaats gevonden. Spaar
me.
Dat Thaise blog schreef ik eigenlijk alleen
maar door mijn ergernis over die ouwe kerels, met die jonge Thaise
mokkeltjes, die je met een bepaalde regelmaat hand-in-hand in de stad, op
de boulevard of wherever tegenkomt. Zon man maakt met een klein beetje poen
misbruik van zon jonge vrouw. De Thaise laat het zich welgevallen om veel van
dat beetje geld aan haar familie op te sturen, zodat zij daar een iets
beter leven kunnen leiden. Walgelijk , van die vent dan.
Zó desperaat zit mijn leven niet in elkaar.
Alleen wil mijn tweede leven maar moeilijk op gang komen. Ik weet mijn
draai nog niet te vinden. Geef het tijd . een advieswat ik
voor ogen probeer te houden, maar wat ik in het dagelijkse leven moeilijk in
praktijk weet te brengen.
Dat herinrichten van je leven is een kunst
op zich. Waar begin je, hoe pak je dat aan en hoe kan je het behaalde
resultaat je reguliere leventje in loodsen. Het vraagt bijna om een
marketingtechnische aanpak.
Zo wetenschappelijk gaat het
natuurlijk niet gebeuren. Ik moet gewoon doen wat ik denk te moeten doen.
Daarbij mn neus stoten, fouten maken, tegen muren aan lopen en af en toe het
niet meer weten. Maar ooit zal mijn tweede leven zeker nog leuk gaan
worden.
Ik moet
er niet aan denken dat ik, zoals een kat, zeven levens zal hebben.
Ik heb een paar dagen niet kunnen bloggen.
Dat komt omdat ik in het hotel in een buitenwijk van Bangkok maar af en toe
bereik heb op Internet. Bij de balie, wat tevens de bar is, heb ik mij daar al
over beklaagd, maar met bijna een geniepige glimlach werd mij in gebrekkig
Engels verteld dat in heel Thailand het vaak moeilijk is om op internet te
komen. Aardig genoeg schoof de man mij onder zijn betoog een biertje
toe.
Het is beter om eerst je e-mail
in Word te schrijven, dan kan jm altijd later met knippen en plakken
doormailen. Scheelt je een hoop ergernis. De man aan de andere kant van de
bar had ik nog niet eerder opgemerkt en hij verraste mij nog eens extra door me
in mijn landstaal aan te spreken. Als vreemde eend in de Thaise bijt ben ik toen
even naast hem aan de bar gaan zitten.
Uit zijn breedvoerige verhaal maakte
ik op dat hij een echte Thailandganger is, hij normaal in het Westlandse
Poeldijk woont, altijd alleen is gebleven, maar hier veel vriendinnen heeft
opgedaan. Nadat hij zijn tuinderij op zn zestigste had verkocht, logeert hij
minstens twee keer per jaar in dit hotel. Weet je, ik heb hier zoveel
vriendinnen gemaakt, dat ik best bij hun thuis kan slapen. Maar ja, ik wil me
gewoon niet binden. Vrijheid, blijheid En ze meenemen naar Nederland doe ik
helemaal niet, ga op mijn leeftijd toch niet voor gek lopen, met zon Thai-Thai
poppetje aan mn arm.
Nu had hij een gevoelige snaar geraakt. Want ondanks dat
ik mij, met het boeken van deze reis, had voorgehouden er een echte culturele
vakantie van te maken, keek ik stilletjes toch naar een leuk vrouwtje uit.
Maar ja, thuis met zon Thais mokkeltje aan mn arm?!
Maar iedereen moet doen waar ie
zin in heeft, hoor, haalde de Poeldijker mij uit mn overpeinzing.
Als je een leuk vrouwtje zoekt, vanavond heb ik hier een afspraak met een
paar vriendinnen. Gewoon gezellig wat drinken, je weet hoe dat gaat, liet
hij het meer dan dat met een vette knipoog blijken. Ik zal wel
kijken, ik ga eerst even die stadstour maken, hing ik toch nog de in
het land geïnteresseerde toerist uit. Je bent altijd welkom,
riep hij mij nog na.
Die avond was ik nieuwsgierig genoeg om even
naar de bar te lopen en ja hoor, Paul, want zo heet die gepensioneerde
tomatenkweker, was daar al omringd met leuk, jong vrouwenvolk. Direct toen hij
me in het vizier kreeg, wenkte hij mij. Een voor een werden de vrouwtjes aan mij
voorgesteld en ik moet zeggen, de ontvangst was allerhartelijkst. De verpozing
van die avond kende een steeds verder oplopende gezelligheid. Op een gegeven
moment kwam ik aan de praat met twee vrouwen, één van een jaar of 28, de ander
een heel stuk ouder. Dat bleek haar moeder te zijn. Yindee, zoals zij van 28
heet, toonde veel belangstelling voor mijn afkomst. Zij was de oudste van acht
kinderen, had een aantal baantjes in de horeca gehad, maar had de laatste
maanden geen werk meer. Bij een volgend drankje, waarop ik de twee dames
trakteerde, kreeg ik als dank een lichte streling over mijn bovenbeen. Yindee,
wat geluk of welkom betekent, kwam wat dichterbij mij staan,
leek een meer omfloerste stem te krijgen. De verdere conversatie ging steeds
meer richting het samen terug gaan naar Nederland. Want zij vond
mij zo leuk. Toen zij haar moeder dat in haar landstaal vertelde, denk ik
dan, knikte mam heftig met een niet te vergeten glimlach op haar gezicht.
Mijn Poeldijkse vriend had inmiddels
stilletjes de bar verlaten, waarbij ik vermoed dat de rest van het gezelschap
met hem was meegegaan, voor datgene zijn vette knipoog mij deed
geloven. Nu ik alleen met die op zich wel leuke dames was overgebleven, voelde
ik mij toch wat ongemakkelijk. Ik begon wat te geeuwen, vertelde dat het toch
een hele reis was vanuit Holland en dat ik naar mijn bedje verlangde. Yindee
beantwoorde dit met een iets meer dan licht fysiek contact. Ik kan wel
alleen naar huis hoor, verduidelijkte moeder verder de situatie. O jee,
deze directheid, een kenmerk die een Hagenaar altijd wordt toegedicht, deed
zelfs mij schrikken. Ik wilde het, in ieder geval de eerste dagen van mijn
vakantie, toch eerst maar bij mijn culturele ontdekkingen van onschuldige
aard houden. De Thaise had zichtbaar meer enthousiasme van mij verwacht,
maar rekende de volgende dag zeker op een herkansing.
Na een vlotte Thaise conversatie tussen
moeder en dochter, nodigde Yindee mij uit om morgen tegen de avond naar hun huis
te komen. Ik wil je ook wel hier van het hotel opkomen halen hoor
Moeder knikte, met wederom een ontwapende glimlach, uitnodigend. Ik weet
nog niet wat ik morgen op het programma heb staan. Want het is immers een
georganiseerde reis met een aantal excursies, hield ik met het leugentje
voor bestwil de boot nog even af. Ik kom morgen wel naar het hotel, dan
zien we wel, nam Yindee afscheid, niet zonder mij een welterustenkus
te geven, die mij bijna deed besluiten haar toch op mijn kamer uit
te nodigen.
Gelukkig was ik sterk genoeg. Voor dit
moment tenminste. Zodra ik morgenavond weer op internet weet te komen, zal ik
mijn verhaal vervolgen. Schijnt de zon nu al in Nederland?
Het blijft voor een Hagenees leuk, een
wandeltocht door een stukje Den Haag. Vandaag was het de Scheveningse bostocht,
deels door bekakt Den Haag. Dan denk je zón Hagenaar op een foutje te
kunnen betrappen en dat maakt zon tocht extra leuk.
Mij viel een lantarenpaalreclame
op van een wijnhandelaar. Ik vond het leuk bedacht, zon winkel nou
eens niet wijnhuis, maar wijndealer te noemen. Daar
zou ik graag mijn wijnen kopen. Toen ik goed keek zag ik echter een wel heel
grove spelfout in die reclame staan. Jemig, wat een blunder. Het leek mij ineens
een Jacobse en van Es-handel in inferieure wijnen. Effe een kiekje van gemaakt,
zodat ik vanavond weer invulling aan mijn blog kan geven.
Alvorens het verhaal neer te schrijven even
mijn aanvullende informatie gegoogeld. Naar bleek, was het míjn blunder. Het had
niets te maken met een dealer van wijnen. De naam Wijndaeler verwijst naar de
Wijndaelerweg en is een woonzorgcentrum voor ouderen van Humanitas. Weg
verhaal .
Maar Den Haag is zó leuk, dat er
binnen de korstmogelijke tijd zich wel weer iets aandient. Jammer dat het
koffiehuis wat ik passeerde op zaterdag gesloten is. Want daar liggen de
verhalen voor het oprapen. Lezers dezes, niet uit Den Haag komende, raad ik van
harte aan eens een bakkie in een Haags koffiehuis te doen. Echt, je wordt
gek van geluk. Is de ambtenarenstad te ver uit de route, kan je nog altijd
de DVD bekijken: Het gelijk van de koffietent, van Harrie
Jekkers.Inderdaad, die meneer van O, o, Den Haag, mooie stad
achter de duinen.
In
een betere buurt van Den Haag, randje Loosduinen, reed een stel van ruim veertig
jaar oud, die deze zaterdag hadden gereserveerd om eens lekker terug de tijd in
te fietsen. Vooral het vrouwtje wees alle kanten op, waarbij zij kennelijk (ik
kon het niet horen) haar man vertelde waar zij tot haar twaalfde had gewoond,
waar de bakker zat en de groenteboer, met wiens zoon zij nog verkering had. Haar
man knikte af en toe, waarbij haar enthousiasme nou niet direct op hem was
overgeslagen. Tot op de Aronskelkweg. Krèg nâh de tering, dat is mèn âhwe
schaul. Omdat hij mijn moedertaal sprak begreep ik dat hij het Dalton
Lyceum bedoelde, het prachtige pand wat ik zojuist passeerde. Geinig, dat was
ook de school van Koot & Bie.
Goede middag, waarmee kan ik u van
dienst zijn? Mijn vaatwasser doet het niet meer en geeft een foutcode F3.
Op een heel vriendelijke manier volgde er een diepte-interview waarin de
aardige mevrouw het initiatief volledig van mij had overgenomen. Oké, ik
zie dat uw verlengde garantie van 5 jaar nog loopt, zal ik iemand langs sturen?
Kunt u mij eerst zeggen wat de F3 code betekent? Oh, dat staat niet in uw
gebruiksaanwijzing?, dan heeft u een verkorte versie. Ik zal u de uitgebreide
gebruiksaanwijzing sturen.
Typisch, dat er twee verschillende versies
gebruiksaanwijzing in omloop zijn. Dat maakt mij nieuwsgierig naar het criterium
waarmee wordt bepaald welke versie bij je vaatwasser wordt meegeleverd. Daar
wist mevrouw geen antwoord op. Wel gaf zij mij een paar tips waarmee de storing
mogelijk verholpen kon worden.
Een dag later lag de uitgebreide versie van
de gebruiksaanwijzing op mn deurmat. Opnieuw was het een fotokopie, maar nu
veel uitgebreider, alleen geen storingscodes. Het waren 11 extra paginas met
een Ikea-achtige montagehandleiding. En omdat de (schoonmaak) tips om
de storing te verhelpen niet hadden geholpen, opnieuw Bauknecht
gebeld.
Wederom, een vriendelijke juffrouw, maar met
een geheel ander technisch inzicht. F3 zegt u? Oh, dan warmt het water niet op. Ik zal een
monteur sturen. Omdat u een verlengde garantie heeft, hoeft u materiaal en
loonkosten niet te betalen. Alleen brengen wij u wel 55,= voorrijkosten in
rekening. Wanneer schikt het aankomende week?
Op zich helemaal geen slechte service. Raar
vind ik wel dat er voorrijkosten in rekening worden gebracht. Want, van mij
mogen zij evenzogoed de reparatie verrichten zònder voor te rijden. Als dat dan
niet lukt, moeten zij toch op mij die kosten niet verhalen?!
Gisteravond half twaalf,
ik zat zoals altijd naar Pauw en Witteman te kijken, toen de deurbel ging. Half
twaalf?!, dat móet een bekende zijn, die ergens mee omhoog zit. Neemt niet weg
dat ik toch niet direct de deur opendeed. Misschien maar goed ook. Want, via het
raam naast de voordeur zag ik een Hindoestaanse man staan. Wat wilt u? Ik
wil u wat vragen. Verbouwereerd, liever gezegd geschrokken, wimpelde ik m
af: Nu niet! Hij liep weg, draaide zich nog een keer om, met een
zwaaiend handgebaar, wat ik vertaalde als dan niet!
Terug achter de tv bleef
ik er toch een unheimisch gevoel van overhouden. Stom dat ik toch niet vroeg wat
hij wilde vragen. Toch maar even de politie gebeld. Nee, juist goed dat u
dit even meldt, kunt u de man verder nog beschrijven? Had hij donkere kleding
aan? Wat ik zei, het was een Hindoestaans type, was netjes, niet donker
gekleed. Sprak netjes en kwam zeker niet onsympathiek over. Alleen, wie belt er
nu om half twaalf s avonds bij vreemden aan?! Nou kan het zijn, meneer Kroon,
dat vanuit zijn cultuur het helemaal niet gek is om zo laat nog aan te bellen.
Vaak zien wij allochtonen kinderen s avonds laat ook nog op straat spelen.
Maar, het blijft vreemd, dus geef ik het toch door aan mijn collegas bij u in
de buurt, dan kunnen zij uw omgeving een beetje in de gaten
houden.
Straks, maar niet te laat
op de avond, toch maar even bij buurtjes vragen, of er bij hun ook is
aangebeld.
Wat mij betreft mag eerlijkheid wel
eens op de tweede plaats komen. En daar bedoel ik niet het (onbenullige)
leugentje voor bestwil mee. Nee, menen iets te moeten vertellen,
terwijl daar nog helemaal de noodzaak niet voor aanwezig is. Mij is dat
overkomen.
Mijn Truus was nog maar twee maanden
daarvoor overleden, toen ik digitaal al op zoek ging naar een nieuwe partner.
Waarom nou toch die haast?! Het lijkt me in de genen te zitten. Nu pas
begrijp ik dat k, stom genoeg, nergens echt de tijd voor neem. Was er bij ons
een van onze lieve katjes overleden, nam ik nooit de tijd om eerst dat verlies
te verwerken. Nee, er moest áltijd direct een nieuw diertje komen. Das
ongeduld. Liep ik op een zonovergoten dag een pracht wandeling van zon 25
kilometer, nam ik van te voren mij voor om eens lekker van die dag te genieten.
Terrasjes zat onderweg. Maar nee hoor, in een moyenne van ruim zesduizend meter
per uur had ik mijn tour weer gemaakt. Das ongeduld.
Achteraf realiseer ik mij, en nog is
het in mijn manier van werken herkenbaar, dat ik met het een bezig ben, het
ander weer even tussendoor doe, om een derde klusje aan te pakken. Das
ongeduld. Rustig relaxen is er niet bij. Tegenwoordig heb ik zelfs niet het
geduld om rustig mijn krantje te lezen. Iets wat ooit mijn eerste actie van de
dag was. Veel meer van die voorbeelden van ongeduld kan ik moeiteloos
oplepelen, maar ook daar neem ik verder de tijd niet voor. Waar is het nou toch
met mij fout gegaan?! Hoe komt het dat ik mij altijd zo opgejaagd voel.
Mijn makke haal ik aan om de gevolgen van
mijn, kennelijk, overhaaste gedrag neer te schrijven. Dit omdat ik vragen
uit belangstelling niet langer uit de weg wil gaan. Zeker niet om de
betweters, dat zei ik je toch, voldoening te schenken. Dat zou teveel
eer hun kant uit zijn, want nog steeds doe ik dat af als negatief
gelul.
Feit is wel dat Trudy en ik een serieuze
rustpauze hebben ingelast. Daarbij wil ik niets afdoen aan het onwaarschijnlijke
toeval dat het tussen ons, zoals eerder geblogd, direct zo goed met elkaar
klikten. Want dat was écht een fantastische ervaring. Ook de vele uren die wij
nadien met elkaar hebben doorgebracht waren heel aangenaam, hadden we veel
plezier en genoten we van onze overeenkomsten in interesses.
Geheel volgens mijn inborst zat er
vaart in onze relatie, waarbij we misschien, ik in ieder geval,
onvoldoende oog hadden voor de verschillen tussen ons. Of misschien wel meer de
overeenkomsten in onze karakters, waardoor wij soms botsten. Niet onoverkomelijk, dachten we. Iets waar we, in alle rust, aan moesten werken. En
daar gaan we dan weer Ik en alle rust?!
Daarnaast speelden er voor Trudy ook nog een
paar trieste omstandigheden die ik hier natuurlijk niet onthul. Met die
omstandigheden, en door de snelheid waarin alles tussen ons zich had ontwikkeld,
was er ongemerkt een frictie ontstaan, waar we even geen raad mee wisten. Zonder
dat we daarvoor naar elkaar konden wijzen, leek een Time Out de beste oplossing.
Met veel verdriet namen we afscheid van elkaar, om ons contact verder soms
digitaal te onderhouden.
In ieder geval trek ik het mij aan dat ik zo
hard van stapel ben gegaan. Das ongeduld. Het verlangen om verder te kunnen
leven. Misschien heb ik er iets van geleerd. Want de nieuwe situatie
tussen ons had ik voorlopig voor mij gehouden. Dit keer vond ik niet dat ik
heel eerlijk moest zeggen, hoe het met mij ging. Toen wel, maar dat
kwam ook omdat ik niet de schijn van huichelen tegen mij wilde hebben.
Verdriet om zn Truus, maar in die tussentijd wel mooi een vriendin.
Dáárom vertelde ik vrij direct mijn ontmoeting met Trudy. Dat dit
beklemmend voor haar zou kunnen zijn, als dat zo is, heb ik geen moment bij
stilgestaan.
Beiden hebben we de intentie om sowieso onze
aangename vriendschap in stand te houden. In het weekend is het mij nog door een
vriendin, die 30 jaar van mijn historie deelt, ingepeperd: Geef het toch de
tijd. Als geen ander weet zij hoe moeilijk mij dat valt, maar ook dat ik
het die tijd zal geven.
Wordt mij nu gevraagd hoe het met
mij gaat, zeg ik het als het ware in uitgestelde eerlijkheid,
het gaat
kloten. De veranderde situatie met Trudy doet pijn. Tegelijk is het
verdriet om mijn Truus, uiteindelijk 47 jaar mijn meissie geweest, dubbel hard
teruggekomen. Het is echt met geen PC te beschrijven, de pen hanteer ik alleen
nog maar om mn boodschappenlijstje samen te stellen, hoe intens dát verdriet
is.
Alle vriendschap om mij heen ten spijt,
ikben nu écht alleen. Natuurlijk probeer ik de routine er in
te houden, twee keer per week sporten en in het weekend een wandeltocht. Ik houd
mn huis op orde en probeer zoveel mogelijk mn eigen kostje te koken. Mn
badkamer heb ik laten vernieuwen, want alleen Truus genoot van haar bad, terwijl
ik liever alleen maar douchte. Ja hoor, ook dat was mijn ongeduld.
Geef het toch de tijd. Je hebt gelijk Mariëtte, maar
wat is dat Godvergetens moeilijk.
Heeft u een extra voordelenkaart
van ons, meneer? Ja, uhh, thuis. Maar dan heeft u er niets aan. Zo kan ik
geen spaarpunten bijschrijven. Jammer hoor, want u kunt heel snel een gratis
artikel bij elkaar gespaard hebben. Licht teleurgesteld verliet ik
Kruidvat. Ik was speciaal naar deze Chinese kruidenier gegaan, ja echt deze
afhaaldrogist is in Chinese handen, om van de aanbiedingen te profiteren. En dan
blijkt dat ik nóg méér profijt bij ze had kunnen hebben. Maar dan had ik wel het
pasje bij me moeten hebben.
Ik word gek van die pasjes. Mijn Truus had
haar portemonnee er uitpuilend mee. Heel wat van die plastiekjes heb ik
weggepletterd. Een aantal, waarvan er ook nog steeds nieuwsbrieven binnenkomen,
heb ik gehouden. Natuurlijk niet in mijn portemonnee. Daardoor loop ik
voordeeltjes en spaarpunten mis.
Op zich is het wel praktisch dat die
voordeelpasjes het zegeltjes plakken heeft vervangen, wat mijn keukenla
veel overzichtelijker heeft gemaakt. Maar dan wil ik die rotzooi niet
naar mijn portemonnee verplaatst hebben. En daar moeten die winkels met
klantenpasjes wat aan doen. Of nog beter, moet er een Airmiles-achtig
bedrijf komen, die alle voordeeltjes en spaarpunten van élk bedrijf, via
één voordeelpasje, voor je bijschrijft.
Waar blijft nou toch dat ene pasje,
voordelig winkelen?!
In bepaalde sporten,
veel wat met atletiek heeft te maken, zijn het juist zwarte mensen die
uitblinken. Vooral de marathon wordt door hun gedicteerd. Dan vind ik het raar
dat er in de wandelsport nauwelijks Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse mensen zijn
te vinden. Je zou bijna je vergrijpen aan het vooroordeel, dat ze te lui
zijn om te lopen.
Maar dat zou niet eerlijk zijn, want maar
liefst 70% van de wandelaars zijn vrouwen. Zijn mannen dan per definitie te lui
om te lopen? Nee, er moet een andere verklaring zijn. Wandelen is niet sexy. Is
een gezellig tijdverdrijf voor de oudere vrouwen. Nou, mooi niet! Ik geef het je te doen om een wandeltochtje te maken
van zon 20 kilometer.
Ruim vijf jaar geleden begon ik met het
wekelijks lopen van een georganiseerde wandeltocht. Eerst van 15 kilometer en
inmiddels van 20 tot 25 kilometer, het liefst met een moyenne van 6 kilometer
per uur. In afstand en snelheid tegelijk mijn matje. Langere afstanden
laat ik liever aan de specifieke prestatielopers.
In die tijd heb ik heel wat mooie plekjes in
Nederland ontdekt. Zijn al wandelend de leukste gedachten bij mij boven komen
borrelen, waarvoor ik geinige plaatjes kon schieten om het dan met illustratie
neer te bloggen. Ik hoop nog lang en veel te lopen. Moet je ook doen jôh!
Ooit werkte ik voor een paar miljoen
regionale dagbladlezers. Daarnaast hield ik voor de lol, nu al ruim tien jaar,
mijn eigen website (www.kroondomein.com) bij. Goed voor een paar duizend
bezoekers per maand. Nadat ik met de vrolijke VUT ging ben ik dagelijks gaan
bloggen, wat na het overlijden van mijn Truus wat minder frequent is geworden.
Zoals ik al eerder schreef, is schrijven in
mijn optiek niets anders dan een variant op het openslaan van je regenjas.
Je wilt dan niet bekeken, maar gelezen worden. Het doet mij dan ook deugd
dat er inmiddels ruim 12.000 lezers per maand mijn Knetter bezoeken. Ik
heb zelfs het gevoel, ook al zou dat dagdromerij zijn, dat Knetter ook
enige invloed op ons dagelijks bestaan heeft.
Zo heb
ik een aantal keren over het vormen van een community geschreven, het
laatst nog op 22 februari met Ik wil op mijn nummer worden gezet. Bij
kruidenier C1000 hebben ze dat goed begrepen. Zij roepen ons met hun
tv-commercial op om voor elkaar boodschappen te doen, wat zij belonen met 1 + 1.
Met andere woorden, stel met je buren samen een boodschappenlijstje op, koop het
gezamenlijk in en deel de kosten. Waarmee je mooi de helft goedkoper uit
bent.
Maar er staat meer te gebeuren.
Gisteravond zag ik in De Wereld draait Door (DWDD) de jonge onderneemster
Marieke Hart haar binnenkort te lanceren website www.thuisafgehaald.nl presenteren. Hiermee wil zij bewerkstelligen dat buren voor
buren koken. Volgens haar is het maar een kleine moeite voor iemand die graag
kookt, om een extra portie voor een buur mee te koken. Haar website is dan de
nieuwe vorm van sociale media, waarin vraag en aanbod van koken voor
elkaar kan worden teruggevonden.
Voor
elkaar boodschappen doen en voor elkaar koken, Knetter goeie
initiatieven die het leven weer wat socialer maakt.
Alles bij mekaar genomen, was het eigenlijk
dit keer een heel rare gewaarwording, achteruit rijdend met de trein om op mijn
bestemming te komen. Ik zal een volgende reis moeten uitproberen of het toeval
was. Want
In dezelfde coupé zat een oude Chinees, zo
een die zich normaal schuil houdt achter het luikje van de afhaalchinees, een
boek te lezen. En hoewel het gekend is, is het toch vreemd van het Chinese lezen
getuige te zijn. Hij sloeg inderdaad bladzij na bladzij van achteren naar voren
om.
Schuin naast mij kwam een onverzorgde man
zitten, die al in kennelijke staat was, met nog twee halve litertjes bier bij
zich. Voor mij was het wel duidelijk dat deze man leed aan het
flipperhuigsyndroom. Hij was namelijk heel intensief bezig met het nat houden
van zijn huig, waarvoor hij in hoge frequentie slokken van zijn bier nam. Een
schouwspel wat erg deed denken aan het nat houden van een gestrande dolfijn,
waar de naam van deze ziekte van is afgeleid.
Nauwelijks een kwartier later waren beide
tinnetjes bier leeg en leek het verdrogen van zn huig alsnog te worden
ingezet. Dan man werd er beroerd van. Huigverschrompeling lijkt ook nog eens
gepaard te gaan met ongecontroleerde bewegingen. Want, bij het volgende station
had hij de grootste moeite om zonder te strompelen bij de deur te komen.
Tollend, bijna achteruit waggelend, zocht hij zijn weg naar buiten. Door de drukte op het perron was hij vrij snel uit
mijn gezichtsveld verdwenen.
Wat een reis, de een las zijn boek
achterstevoren, terwijl de ander nagenoeg achteruit de trein verliet. Neemt niet
weg dat ik vooruit blijf kijken.